publicatie

Spanning, juli/augustus 2008 :: Tot hier en niet verder

Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen groeide de SP ook in Leiden. De fractie nam van drie tot zeven zetels toe en de partij leverde na de onderhandelingen twee wethouders. Bij onderhandelen hoort het doen van concessies. Dat deden alle collegepartijen inclusief de SP. Inmiddels zijn de socialistische wethouders uit het college gestapt omdat er tijdens de bestuursperiode op een van die afspraken werd teruggekomen. Dat was de Leidse SP een brug te ver. In een gesprek met Antoine Theeuwen, de fractievoorzitter van de SP in de Leidse gemeenteraad, kwam vooral de vraag aan de orde op welk moment SP’ers niet meer bereid zijn om een concessie te doen.

Tekst: Sjaak van der Velden
Hoe zagen jullie in Leiden kans om zo fors te groeien?

“Tijdens de verkiezingen hebben we fors ingezet op drie zaken die erg leefden en leven in Leiden. Dat waren de vraag of er een trein door de stad mocht gaan rijden (de Rijn-Gouwelijn), de plannen om de Oostvlietpolder te bebouwen en als derde de kwestie van de woningbouw in de stad. Wij zijn tegen de komst van de RGL – de Rijn-Gouwelijn – door de historische binnenstad, willen de polder vrijhouden als laatste agrarische gebied van Leiden, en we hebben plannen ontwikkeld zodat er een eind komt aan de bestaande woningnood.

Natuurlijk hebben we ook meegelift op de landelijke groei van de SP, maar twee van de vier gewonnen zetels waren te danken waren aan onze lokale inzet. Zo waren we dus ineens met zeven zetels de tweede partij van Leiden. Alleen de PvdA is groter en heeft tien van de in totaal 39 zetels.”

Was het moeilijk om de nieuwe zetels te bezetten met goede mensen?

“Dat was eigenlijk wel lastig. We waren er niet goed op voorbereid dat we zo snel zouden groeien. We stellen natuurlijk wel eisen aan mensen die in de raad willen, maar het is niet zo eenvoudig om genoeg leden te vinden die een paar dagen raadswerk willen en kunnen verrichten. Eigenlijk zou de vergoeding omhoog moeten of zouden mensen op zijn minst volledig moeten worden gecompenseerd voor de investering die ze doen. Iemand die een gewone baan heeft, kan het er eigenlijk niet bij doen. Je krijgt dus maar moeilijk een doorsnee van de bevolking in de fractie. Maar goed we hebben desondanks de zetels weten te bezetten met leden die in ieder geval de landelijke scholingen hebben gevolgd en dus niet als groentjes aan hun raadsperiode begonnen. De begeleiding vanuit de landelijke partij in het scholen van kaderleden is

echt top.

Toch zijn we niet helemaal zonder kleerscheuren door de eerste twee jaar gekomen, want een van de raads-leden is overgestapt naar de leefbaren. Dit lid, een echte oudgediende binnen de partij, liet zijn gezicht weinig zien in vergaderingen en toen we hem daarop aanspraken heeft hij zijn boeltje gepakt. Jammer.”

Je noemt net de begeleiding vanuit de landelijke SP.

Hoe is jullie ervaring daar verder mee?

“Uiteraard is de afdeling autonoom, maar gelukkig ondervonden we steun van de landelijke partij.

Zoals gezegd, de scholingen. Die waren van groot belang voor ons. Verder heeft men ons zelf onze koers uit laten zetten, hoewel ik weet dat er binnen het partijbestuur wel twijfels bestonden over onze snelle groei. Ging het niet allemaal te snel? Zeker ook met het oog op de problemen die we in het recente verleden binnen de afdeling hebben gehad toen de partij in twee kampen was verdeeld.

Na ons terugtreden uit het college hadden we misschien wel wat meer steun kunnen gebruiken in de evaluatie. Overigens kregen we die steun weer wel toen er een nieuw college moest worden gevormd. Tiny Kox heeft ons toen terzijde gestaan met wijze tactische adviezen.”

Spanning, juli/augustus 2008

 

Tot hier en niet verder

Met deze poster maakte de SP-Leiden nog vóór het college viel duidelijk waar zij stond.

Laten we eerst eens teruggaan naar het toetreden tot het college.

Dat betekent concessies doen.

“Ja, op alledrie speerpunten hebben we water bij de wijn gedaan. Beslissingen over de woningnood zijn een jaar uitgesteld in afwachting van een nieuwe Woonvisie. Wat betreft de bebouwing van de polder is afgesproken eerst de uitspraak van de Raad van State af te wachten en over de trein kwamen we overeen de beslissing aan de bevolking voor te leggen in een referendum.

We sloten die compromissen op basis van feiten en niet op de uitruil van binnengehaalde punten. Dat klinkt ingewikkeld, maar als SP gaat het ons om een soort waarheidsvinding. Wij zijn bereid om af te wachten tot een onderzoek uitwijst wat de werkelijke situatie is. Neem die trein. We hadden daar wel een standpunt over als afdeling, maar we waren bereid om daar verder over te praten op basis van een volksraadpleging. Onderhandelen is geen handjeklap op de markt, maar op grond van je principes en onderzoek naar de feiten zaken bespreekbaar maken. Andere partijen denken vaak alleen maar in termen van politieke winst of verlies. Bij ons gaat het erom principes en feiten te verbinden. Dat kan dus ook betekenen dat je van standpunt verandert. Als het referendum had uitge-wezen dat de meerderheid de Rijn-Gouwelijn wel wil, dan hadden we ons daarbij neergelegd.”

Maar het liep dus heel anders.

“Dat kun je wel zeggen. We hadden een mooi links college van PvdA, GroenLinks, ChristenUnie en SP, maar al vanaf het begin had ik het idee dat ook binnen de collegepartijen niet iedereen daar echt blij mee was. Het referendum kwam er wel, maar de andere partijen waren niet bereid de uitslag te respecteren. Nadat een ruime meerderheid (69 procent) van de Leidse kiezers de RGL verwierp, presenteerde de gemeente Leiden een alternatief vervoersplan met vrije busbanen. De Provincie Zuid-Holland, de drijvende kracht achter

het RGL-plan, dreigde vervolgens Leiden met juri-

dische stappen. Dat was voor PvdA, GL en CU reden om afstand te nemen van het referendum. Daarmee walsten ze over onze instelling heen dat je principes met feiten moet verbinden. Hun handelen ging zo in tegen onze democratische principes en het feit dat

de meerderheid tegen de trein was, dat we wel moesten opstappen. Voor ons was het toen: tot hier en

niet verder.”

Waren binnen de SP de meningen hierover niet verdeeld?Ik kan me voorstellen dat een wethouder die heel belangrijke dingen voor de bevolking kan doen dan wil blijven zitten. Zelfs kunnen heel persoonlijke argumenten een rol spelen, allebei de wethouders zaten binnen een jaar zonder werk.

“Nee, daar was geen sprake van. We hebben het er uitgebreid over gehad, maar alle lagen binnen de afdeling waren eensgezind. Zowel de wethouders, de fractie als de rest van de afdeling vonden dat we in een dergelijk college niets meer te zoeken hadden. Dat deed wel pijn, maar er bestond geen twijfel over.

Over de wethouders hoef je je trouwens geen zorgen te maken hoor. Die krijgen gewoon doorbetaald tot ze iets anders hebben. Dat ze het heel jammer vinden dat ze hun werk voor een socialer Leiden niet hebben kunnen afmaken, is natuurlijk een andere zaak.”

Hoe is de – weliswaar korte – periode van meebesturen bevallen?

“Eigenlijk heel goed. We hadden in eerste instantie het probleem om goede bestuurders te vinden zoals we ook een probleem hadden bij het vinden van goede volksvertegenwoordigers. Binnen ons ledenbestand hebben we toen toch twee heel capabele mensen gevonden voor de wethouderszetels. De een, Paul Jonas, is een echte oude rot binnen de SP. De ander,

Raymond Keur, was minder politiek bedreven, maar juist iemand met veel bestuurlijke ervaring. Ze vulden elkaar in dat opzicht goed aan, waarbij opvallend was dat Paul in het begin nogal eens botste met zijn ambtenarenapparaat. Dat had ongetwijfeld te maken met zijn gebrek aan bestuurlijke ervaring. Na een aanloopperiode met wat conflictjes ging het echter steeds beter lopen.

Daarbij hadden we maandelijks een strategisch overleg tussen de drie lagen binnen de SP: de afdeling, de gemeenteraadsleden en de wethouders.

Zo doorkruisten we natuurlijk wel een beetje het dualisme in de politiek, volgens welke de wethouders los staan van de fractie, maar het werkte goed. We hielden zo goed voeling met elkaar en vandaar dat ons uit het college stappen niet gepaard is gegaan met interne ruzies.”

Ben je niet bang dat mensen bij de volgende verkiezingen de SP links laten liggen.

Dat meebesturen is immers niets geworden.

“Nee, daar ben ik helemaal niet bang voor. Sterker nog, ik denk dat onze opstelling de sympathie onder de bevolking voor ons alleen maar groter heeft gemaakt. Vergeet niet dat het probleem waarop we het college hebben laten vallen heel erg leeft binnen de stad. Als we op de markt staan merken we ook dat mensen echt nog niet zijn vergeten hoe de andere partijen het referendum hebben genegeerd.

Iedere echte democraat moet hier toch van gruwen, dat je de mening van de bevolking vraagt en die vervolgens negeert. Het is eerder voor de andere partijen politieke zelfmoord geweest dan voor ons, daar ben ik vast van overtuigd.”

Zou je ondanks de ervaringen weer aan zo’n avontuur beginnen?

“Ja hoor, we kunnen als SP heel goede dingen voor de bevolking doen. Als we maar vasthouden aan onze eigen werkwijze.

We moeten oplossingsgericht onderzoek doen en alle problemen bottom up in plaats van top down benaderen. Dan hoeven we onze principes van solidariteit, menselijke waardigheid en gelijkwaardigheid geen geweld aan te doen en kunnen we toch besturen. We zijn nu voor het blok gezet door de andere partijen, maar ze moeten er maar rekening mee houden dat we terug komen. We gaan de komende periode hard aan de slag om ons kader te versterken zodat we in de toekomst nog beter voor de dag kunnen komen.”