publicatie

Spanning, juli/augustus 2008 :: Oppositie & coalitie: twee wegen naar een beter Nederland

Spanning, juli/augustus 2008

Oppositie & coalitie: twee wegen naar een beter Nederland

De SP is nationaal de grootste oppositiepartij maar regeert lokaal ook als coalitiepartij in vijf van de tien grootste steden van Nederland en zo’n vijftien middelgrote en kleine gemeenten. In 74 andere gemeenteraden wordt stevig oppositie gevoerd.

Af en toe verhuist de partij van oppositie naar coalitie – of omgekeerd. Voor de SP zijn oppositie en coalitie geen doel maar een middel, twee gelijkwaardige wegen om te werken aan een beter Nederland.

Tekst: Tiny Kox Foto: Bas Stoffelsen

Van ‘Stem tegen’ naar ‘NU SP’

Bij zijn afscheid als fractievoorzitter kreeg Jan Marijnissen, naast talrijke complimenten, van de politieke concurrentie te horen dat hij de SP na de verkiezingsoverwinning van 2006 niet in de regering had weten te loodsen. Een opmerkelijke bewering van partijen die tot dan toe de SP steevast als ‘tegenpartij’ aangemerkt hadden. Dat hadden we ook deels aan onszelf te danken. In 1994 en 1998 hanteerden we immers – met succes – de slogan ‘Stem tegen, stem SP’ en noemden we ons ‘de echte oppositie’. Na 1998 kantelden we dat beeld en werd onze leus ‘Stem voor, stem SP’, met de boodschap ‘in de regering als het kan, in de oppositie als het moet’. Maar met negen zetels bleek de partij nog niet groot genoeg om serieus mee te doen aan de kabinetsformaties van 2002 en 2003. Dat veranderde toen in 2006 meer dan anderhalf miljoen kiezers ‘ja’ zeiden tegen de nieuwste oproep: ‘NU SP’. Zowel de eigen achterban als die van de PvdA was vóór deelname van de SP aan een nieuwe regering. Dat het toch zover niet kwam, lag aan Jan-Peter Balkenende, die niet met SP én PvdA in één regering wilde, en aan Wouter Bos, die regeren met het CDA verkoos boven het uitproberen van een regering

met de SP.

“Regeren om te veranderen”

Sindsdien is de SP de grootste oppositiepartij in de Tweede Kamer. Volgens nogal wat commentatoren regeert de SP nu mee vanuit de oppositiebanken. Oppositievoeren loont nog steeds. Agnes Kant, die in juni Jan Marijnissen opvolgde als fractievoorzitter en

oppositieleider, bevestigde bij haar aantreden dat de SP evengoed in beeld blijft als toekomstige coalitiepartner: “Elke zichzelf respecterende partij wil aan de knoppen zitten. Wij ook. Omdat je op die manier beter kunt realiseren waar je voor staat. Maar dat wil niet zeggen dat je als grootste oppositiefractie niet ook heel veel kunt bereiken.” Ze noemde ook voorbeelden: een op stapel staand plan voor buurtverpleeghuizen, de groeiende aandacht voor de publieke sector en voor de schrijnende tegenstelling tussen topinkomens en koopkrachtverlies voor gewone mensen. Agnes Kant: “Regeringsdeelname is een middel om nog meer dingen binnen te kunnen halen dan tot nu toe. Dan zou bijvoorbeeld eindelijk de armoede aangepakt kunnen worden, zouden we zorg en onderwijs op orde kunnen brengen en zouden we mensen kunnen inspireren. Regeren is interessant als middel om de wereld te veranderen, dat is het.”

Oppositie of coalitie?

Als het gaat om ‘coalitie of oppositie’ is de eerste vraag of er echt iets te regeren valt. Dat geldt op elk niveau. Leidt deelname van de SP tot beter beleid? Zo niet, dan schuiven we niet aan. Zo ja, dan komen andere vragen aan bod. Zo moet bij anderen bereidheid bestaan om met ons een coalitie te vormen. Al in 1996 was die bereidheid er lokaal in Oss. Nadat het CDA zichzelf dat jaar bij andere partijen onmogelijk had gemaakt, was een coalitie zonder de SP niet meer mogelijk. De SP was getalsmatig nodig, kon daarom programmatische eisen stellen en maakte zo voor het eerst lokaal de overstap van

oppositie naar coalitie.

De volgende vraag is: hebben we genoeg geschikte mensen? Die komen niet uit de lucht vallen. Permanente opleiding en scouting is daarvoor nodig. Dat geldt ook voor andere functies. We moeten ervoor zorgen dat onze fracties op orde zijn om het gemeentebestuur te

controleren, ook als we tot een coalitie toetreden.

Onze volksvertegenwoordigers zijn geen jaknikkers en worden dat ook niet als we van oppositie naar coalitie verhuizen. Waar nodig moeten we ook oppositie binnen een coalitie durven voeren. Dat stelt hoge eisen aan alle betrokkenen. Zeker ook aan onze afdelingsbesturen en activisten. Een intensieve relatie met de bevolking blijft het belangrijkst. ‘Geen fractie zonder actie’ geldt altijd en op alle niveaus. Of de SP nu oppositie- of coalitiepartij is.

Alles verandert

Oppositie en coalitie zijn in hun aard tijdelijk. Bij elke verkiezing worden de kaarten opnieuw geschud en kunnen coalities veranderen. Soms botst het tussentijds. In Heerlen zette een eerste uitermate succesvol optreden van de SP-wethouders kwaad bloed bij andere partijen. Daardoor werd de val van het college met de SP onafwendbaar. De kiezers corrigeerden de politiek, door de SP tot grootste partij en daarmee onmisbaar in een nieuwe coalitie te maken. Niet overal wisselen oppositie en coalitie zo rap. In Nijmegen regeert de SP al zes jaar op rij, net als in Doesburg. Maar in Rheden sloeg het politieke tij wel heel snel om. Daar trad de SP na een onverwacht groot verkiezingssucces onmiddellijk toe tot het college. Kort daarop bleek echter dat er van echte samenwerking geen sprake was: einde coalitie. In Leiden kwam de SP in 2006 in het gemeentebestuur. De coalitie viel een jaar later toen andere coalitiepartners de uitslag van een lokaal referendum over de aanleg van een tramlijn niet wensten te respecteren. De SP verhuisde naar de oppositie. In Tilburg zette het tot voor kort almachtige CDA zichzelf dit voorjaar politiek buitenspel. Daardoor werd een coalitie met de SP het enige

fatsoenlijke alternatief.

Raadsverkiezingen in zicht

De politiek is er voor de mensen, niet andersom. De campagne ‘Buurten in de buurt’ is dan ook erg belangrijk als voorbereiding van de komende raadsverkiezingen is. Naast de anderhalf miljoen kranten die worden

uitgedeeld, vinden er duizenden gesprekken plaats in alle delen van het land van SP’ers met buurtbewoners. De campagne zorgt dit jaar overal voor kostbare nieuwe contacten onder de mensen, voor nieuwe initiatieven en acties. Zo verstevigen we de relatie tussen parlementaire en buitenparlementaire activiteiten.

Bij de voorbereiding hoort scouten en opleiden van geschikte mensen, aansprekende plannen ontwikkelen, en kansen op collegedeelname bekijken. Ook op lokaal niveau blijft gelden: regeren is geen doel maar een middel. Als niet aan alle voorwaarden wordt voldaan, kan doorgaans meer bereikt worden vanuit de oppositie dan vanuit de coalitie. En een parlementair stelsel kan net zo goed niet zonder oppositie, als dat het niet zonder coalitie kan. De ervaring leert dat via het voeren van doordachte oppositie, tijdelijke coalities met andere partijen kunnen worden gevormd om resultaat te boeken. Zeker als er daarbij ook buiten de raad actief samengewerkt wordt met burgers en organisaties. Het resultaat telt. Pluche-plakkers zijn we niet en willen we ook nooit worden.

Door de deelname aan colleges van burgemeester en wethouders laat de SP zien dat ze niet alleen goed is in oppositievoeren, maar intussen ook heel best kan besturen. SP-wethouders scoren goed, bij bevolking én bestuurders. Van een leien dakje gaat het overigens nergens. Een coalitie op het spoor houden blijkt

doorgaans minstens zo lastig als vanuit de oppositie een coalitie met argumenten en acties bijsturen. Werken aan een beter Nederland, vanuit oppositie of coalitie, is een ambitie die alleen met heel veel inzicht en nog meer inzet waargemaakt kan worden.

Tiny Kox

is sinds 2003 fractievoorzitter van de SP in de Eerste Kamer, was daarvoor 10 jaar algemeen secretaris van de SP en 17 jaar raadslid in Tilburg.