publicatie

Tribune 10/2006 :: Wereld Delen - Verkiezingen in Congo

Tribune, oktober 2006

Wereld Delen

Verkiezingen in Congo

Tekst Ronald Kennedy Foto Jiro Ose / Redux Pictures / Hollandse Hoogte

Een ‘kannibaal’ of toch maar een ‘maffioso’? Oftewel: Jean-Pierre Bemba of nog een periode onder interim-president Joseph Kabila? Dat is de keuze waarvoor de Democratische Republiek Congo staat tijdens de presidentsverkiezingen op 29 oktober. De bevolking hoopt op een einde aan een conflict dat al aan vijf miljoen mensen het leven heeft gekost. Maar er is vrees voor nieuwe koloniale overheersing en het oplaaien van de burgeroorlog.

Congo is complex: etnische conflicten, rebellen versus vrijheidsstrijders, communisme versus christendom, oost versus west, stad versus platteland. Het Congo-conflict kan gezien worden als Afrika’s ‘wereldoorlog’, waaraan troepen uit bijna het hele continent hebben meegedaan: van Angola tot Zimbabwe en Rwanda tot Uganda.

Maar er is hoop. Ondanks alle onderlinge verschillen heeft vorig jaar een overweldigende meerderheid van de bevolking (85 procent) gekozen vóór de nieuwe Grondwet en vóór de eerste, democratische verkiezingen van Congo. Bij de parlementsverkiezingen op 30 juli kwam Kabila’s Partij voor Opbouw en Democratie (PPRD) als grote winnaar uit de bus. Die behaalde echter met 45 procent geen absolute meerderheid en daarom moet een tweede stembusgang bepalen wie de eerste gekozen president wordt. Op 29 oktober neemt Kabila het op tegen zijn rivaal Bemba die 20 procent van de stemmen in de wacht wist te slepen, vooral in het westen rondom hoofdstad Kinshasa.

Oost is voor Kabila, west voor Bemba

De verkiezingen worden ook in Nederland intensief gevolgd, zo blijkt op 9 september in Club Bitterzoet, een cultureel theater in hartje Amsterdam. Het publiek bestaat uit een mix van geïnteresseerde hoofdstedelingen en geboren Congolezen die door de ‘Afrikaanse diaspora’ in Amsterdam terecht zijn gekomen. Op het programma staat de première van de documentairefilm Raising the Flag van regisseur Petna Ndaliko Katondolo. Via een webcam wordt ‘n rechtstreekse verbinding gemaakt met Goma, een stad in het noordoosten van Congo, waar ze het zo te zien met plastic tuinstoelen in een krappe kantine moeten doen. Verzoek vanuit Congo: “Kunnen we het niet te laat maken? We willen om tien uur huiswaarts. Veiligheidsoverwegingen.”

De film begint met onheilspellende muziek gevolgd door een shot van een groep oproerkraaiers: tegenstanders van interim-president Kabila. Ze steken autobanden in de fik en versperren onafhankelijke waarnemers de weg. Ze willen geen buitenlandse inmenging in hún verkiezingen. Maar ze zijn ook woedend op Kabila, zoon van een Tutsi-vrouw, en lieveling van omringende Afrikaanse landen. “Congo voor de Congolezen”, klinkt het dreigend. Al snel verplaatst de film zich naar Oost-Congo waar Kabila juist dé held is. Een man bidt luidkeels voor een overwinning van ‘de zoon van Congo’. “Laat hem de overwinning toekomen. “Pleeeaaase Jesus!” De film eindigt met Kabila-aanhangers die uitzinnig van vreugde over straat rollen en schreeuwen: “De kannibaal is verslagen.” Het gerucht wil namelijk dat tegenkandidaat Bemba in 2002 een paar verslagen pygmeeën heeft opgegeten.

Volgens Raising the Flag is Kabila een verlosser en Bemba een democratie-ondermijnende kannibaal. Maar klopt dat? Columnist en Congo-kenner Henk Weltevreden denkt dat het niet zo veel uitmaakt wie op 29 oktober wint. “Het is een keuze tussen de maffia en een oorlogsmisdadiger”, schrijft hij op zijn website. “Bemba én Kabila hebben zich tijdens de overgangsperiode van de afgelopen jaren niet ingehouden bij het verder leegroven van het land.” Wat de uitslag ook zal zijn, de eerste gekozen regering erft een verdeeld en verwaarloosd land waar nog steeds dagelijks 1200 mensen omkomen door honger, armoede, ziekten en geweld.

“Op school leerden we dat het communisme, China, niet deugde. Nou, ik ben er geweest en daarbij vergeleken ziet Kinshasa er uit als een vuilnisbelt.”

Regisseur Katondolo, geboren in het oosten, heeft een duidelijke voorkeur voor Kabila. Dat de organisatie van het debat heeft gekozen voor een live verbinding met Goma helpt de objectiviteit ook niet. Dit is namelijk een traditioneel Kabila-bolwerk. Zo behaalde Kabila hier tijdens de eerste ronde 126.974 stemmen; Bemba bleef steken op 368.

“De kiezers willen één Congo. Bemba of Kabila, ze willen allemaal een vreedzaam Congo”, zegt Katondolo na afloop. Maar als een van de toeschouwers iets kritisch opmerkt over de situatie in Oost-Congo, reageert hij ontsteld: “Onze moeders zijn verkracht, onze families vermoord. Wie iets verkeerds zegt over dat gedeelte van Congo, spuugt op hun graven.”

Inderdaad zijn daar onuitsprekelijke wandaden begaan en Kabila heeft een grote rol gespeeld in de democratisering. Maar er zijn tegen Kabila ook aanhoudende verdenkingen van corruptie, zelfverrijking, handel in ‘bloeddiamanten’ en het laten executeren van politieke tegenstanders. Opmerkelijk is ook dat regisseur Katandolo ‘vergeet’ te vermelden dat de ‘barbaarse’ Bemba vice-president is onder de overgangsregering van Kabila. Volgens insiders is het best mogelijk dat deze situatie na 29 oktober wordt voortgezet om de vrede te bewaren. Er staat immers veel op het spel. De internationale gemeenschap wil dat de eerste verkiezingen in Congo sinds het land onafhankelijk werd van België (1960) hoe dan ook een succes worden. De 50.000 stemhokjes worden daarom bemand door 17.000 VN-mankrachten, 80.000 politieagenten en 347.000 onafhankelijke waarnemers.

Eén van hen is Alphonse Muambi uit Den Haag. Tijdens zijn toespraak in Bitterzoet noemt hij de verkiezingen nu al geslaagd. “Congo is één en onverdeeld”, zegt ook hij optimistisch. “Ik wil iedereen bedanken die deze verkiezingen tot een succes heeft gemaakt.” Of het waar is, vraagt een toeschouwer, dat Kabila de oostelijke provincies wil afscheiden als hij – onverwachts – de verkiezingen verliest. “Dat is een hypothese”, oordeelt het publiek in Goma. “De bevolking wil vrede.”

Congo als China van Afrika?

Wat er na 29 oktober gebeurt blijft koffiedik kijken. Niet één van de presidentskandidaten heeft een verkiezingsprogramma bekend gemaakt. Julie Ndaya van het Afrika Studie Centrum in Leiden zegt dat Kabila tenminste nog íéts van een visie heeft laten doorschemeren. In een interview met een Frans krant heeft hij gezegd van Congo het ‘China van Afrika’ te willen maken. Een aantrekkelijke gedachte vindt ze. “Op school leerden we dat het communisme, China, niet deugde. Nou, ik ben er geweest en daarbij vergeleken ziet Kinshasa er uit als een vuilnisbelt. De bevolking leeft als zwervers op straat, terwijl we een rijk land zijn.” Ndaya is bezorgd om ‘haar’ Congo. Niet zozeer vanwege een dreigend nieuw etnisch conflict, als wel voor een hernieuwde vorm van kolonisatie. Europa heeft een groot deel van de 432 miljoen dollar kostende verkiezingen opgehoest. “Tegen welke prijs?” vraagt Ndaya zich af. “Wat verwacht de EU van Congo? We kennen allemaal de rol van Europa uit het verleden.”

Inhoud