publicatie

Tribune 10/2006 :: Interview - Jan Marijnissen

Tribune, oktober 2006

Interview

Jan Marijnissen

Het wordt zijn vijfde verkiezingscampagne in twaalf jaar. Jan Marijnissen, leider van de vierde partij van Nederland, is zo langzamerhand een éminence grise op het Binnenhof. Een gesprek over de ‘kroonjuwelen’ van de SP, over de moeizame samenwerking met de PvdA en over zijn verwachtingen van de aanstaande verkiezingen: “22 november 2006 wordt de historische doorbraak van de SP.”

Tekst: Elma Verhey Foto's: Suzanne van der Kerk

“Heb je de laatste peilingen al gezien?” zegt Jan Marijnissen stralend als we het Kamergebouw verlaten. “We staan er geweldig voor!” Vanwege het prachtige weer hebben we besloten op zoek te gaan naar een terras. Op straat lopen we CDA-fractievoorzitter Maxime Verhagen tegen het lijf, die nog even terugkomt op het succes van de avond ervoor: het Nationaal Historisch Museum, dat er gaat komen. Marijnissen is daar jaren mee bezig geweest en dankzij de steun van Verhagen is het plan eindelijk geaccepteerd. Tot verdriet van sommige musea die vrezen dat zij een deel van hun collectie kwijtraken. Maar tijdens het Kamerdebat heeft Verhagen tegengeworpen dat zo’n museum best een eigen collectie kan opbouwen. Op deze zonnige septemberochtend heeft Verhagen daar ook wel een ideetje voor. “Wat dacht je van de zonnebril van Jan Marijnissen?” grijnst hij. “Wil je ’m alvast hebben?” kaatst Marijnissen terug. Want de twee fractieleiders mogen het politiek dan lang niet altijd eens zijn; respect over en weer is er blijkbaar wel. “Dat komt ook”, denkt Marijnissen, “doordat ik nooit op de man heb gespeeld. Maar toegegeven: ik moet nog weleens glimlachen als ik denk aan hoe wij behandeld werden in 1994, toen we voor het eerst in de Kamer kwamen.”

De SP kreeg zelfs een pluim van de secretaris van de NAVO, Jaap de Hoop Scheffer, voor het verkiezingsprogramma.

“Dat was wel een beetje wennen ja, en het was natuurlijk plagerig bedoeld. De SP zou fan van de NAVO geworden zijn! Maar dat is natuurlijk níét het geval. De NAVO staat te veel in dienst van de agressieve Amerikaanse politieke, economische en militaire belangen. Wij willen meedenken en meepraten over een organisatie die in dienst staat van een veilige en eerlijke wereldorde, waarin een centrale rol is weggelegd voor de VN. We gunnen het onze tegenstanders niet meer dat zij kunnen zeggen: ‘Ach, jullie willen uit de NAVO, dus dat is einde oefening.’ Hetzelfde geldt voor het standpunt dat wij altijd over het koningshuis hadden. We zijn nog steeds republikeins. Dat is democratischer en je loopt minder risico dan met een koningshuis. Maar van de Nederlanders is tachtig tot negentig procent ontzettend blij met de Oranjes. Beatrix doet het goed en Willem Alexander met Maxima ook, dus waar hebben we het over? Als ik honderd onderwerpen mag uitkiezen waarvoor ik me de komende vier jaar ga inspannen, dan staan die zaken er gewoon niet bij. Dan moet je dat ook niet in het verkiezingsprogramma zetten en de indruk wekken als zou de SP Nederland binnen vier jaar tot republiek kunnen omvormen of uit de NAVO kunnen laten treden.”

Een paar jaar geleden heb je wel eens gespeeld met de gedachte uit de politiek te stappen. Is dat idee weg?

“Zeker weten. Vanwege mijn hernia heb ik jarenlang met chronische pijn geleefd. Gewoon functioneren kostte al de grootste moeite en je incasseringsvermogen daalt. Maar dat is allemaal achter de rug; ik voel me beter dan ooit. En wat natuurlijk bijdraagt, is de enorme politieke vooruitgang die we hebben geboekt als het gaat om het vertrouwen in de SP – wat ook zijn weerslag vindt in de peilingen.”

Op het Binnenhof heerst het beeld dat je in die twaalf jaar Kamerlidmaatschap rustiger geworden bent, bezadigder.

“Nou, dat zullen de medicijnen vanwege mijn hernia dan wel zijn! Kijk, wij moesten die deur open zien te krijgen in Den Haag. We zijn van ‘stem tegen’ naar ‘stem voor’ gegaan, en na 20 jaar neoliberaal beleid zeggen we dit keer: ‘Nu SP!’ Vergelijk het met een puber die zich ontwikkelt tot een adolescent en zelf verantwoordelijkheid draagt. Dus ja, ik heb niet meer zo snel de neiging me te overschreeuwen. Omdat het niet meer hoeft. Omdat mensen wel weten waar we voor staan.”

De SP is gegroeid met jouw generatie en daarom wat rustiger?

“Nou ja, rustiger op een bepaalde manier dan. In het gesprek met Paul Rosenmöller voor zijn televisieprogramma (wordt uitgezonden op 25 oktober – red) kwam dit punt ook aan de orde. Het eindigde ermee dat ik zei: nou Paul, ik kan nog steeds schreeuwen hoor. Verontwaardiging is wat mij gaande houdt. Over de groeiende tweedeling tussen arm en rijk, over de schaamteloze verrijking aan de top en vooral de mentaliteit waarvan die het gevolg is, of de teloorgang van de publieke sector en dan vooral de teloorgang van de beroepseer van mensen. Daar kan ik me trouwens ook richting die mensen boos over maken. Herpak jezelf nou eens, praat met je collega’s en kom met ideeën hoe het anders kan.”

Toch niet alle veranderingen waren fout? De strengere aanpak om mensen aan het werk te krijgen bijvoorbeeld?

“Natuurlijk is dat niet verkeerd. Maar in die paleizen van het UWV, en al die andere instanties met afkortingen die niemand meer kan thuisbrengen, is de bureaucratie zó verstikkend dat ze zijn verworden tot een protocollencircus, waar de menselijke maat niet meer telt. Neem de jeugdhulpverlening. Daar kan ik dus echt kwaad over worden. Daar zitten mensen die heel goed weten wat er aan de hand is, en die toch niks doen omdat ze door de bureaucratie aan handen en voeten gebonden zouden zijn. Hoe bestaat het! Je gaat studeren, je wilt kinderen helpen en uiteindelijk zit je daar met een mentaliteit van ‘het zal mijn tijd wel duren’. Ik vind dat héél, héél erg.”

De SP is aan het opschuiven naar het midden, zeggen politieke commentatoren. Is daar geen risico aan verbonden?

“Het zou gevaarlijk zijn als het wáár is. Maar wij doen onze principes geen geweld aan. Dat zou ik ook persoonlijk niet verdragen. Dat er dingen nu anders in het verkiezingsprogramma staan, heeft te maken met dat we volwassen zijn geworden – niet omdat wij ons willen kwalificeren voor regeringsdeelname. We zijn niet opgeschoven naar het midden, maar we hebben het verkiezingsprogramma wel ontdaan van een aantal symbolen van de linkse kerk van de jaren zeventig.”

Daar hoorde ook de belastingschijf van 72 procent bij?

“Ja, die was ooit bedoeld om te nivelleren tussen hoge en lage inkomens. Dat principe laten we niet los. Alleen motiveren we het nu. We zeggen: boven een inkomen van 100.000 euro geen kinderbijslag meer. Het geld dat we overhouden geven we aan mensen met de laagste inkomens om die kinderen daar uit de armoede te houden. Dat is veel overtuigender dan wanneer je zegt: jij verdient veel, dus kom maar op! Hetzelfde doen we met de aftrek voor het pensioen en de grondslag voor de AWBZ. Daarom maximeren we ook de aftrek van de hypotheekrente tot een schuld van 350.000 euro. De ‘kleptocratentax’ zoals het wel eens is genoemd, ging er vanuit dat de hoge inkomens moesten betalen. Punt. Dat overtuigt toch niet? Het is dus geen kwestie van opschuiven maar van nuanceren en laten zien wat je met dat geld wilt doen.”

Maar je hebt toch ook gezegd dat je wel wilde samenwerken met het CDA?

“Natuurlijk kun je zaken doen met het CDA. Kijk naar het Nationaal Historisch Museum dat ik samen met Verhagen heb bereikt. Dat het Museum de geschiedenis in gaat als ‘de motie Verhagen’ doet natuurlijk wel een beetje pijn. Maar daar ben je politicus voor. Als je zoiets wilt bereiken, dan telt alleen het resultaat en móét je langs bij de fractievoorzitter van de grootste partij van Nederland. Maar zo’n museum is nog wel iets anders dan regeringsverantwoordelijkheid nemen samen met het CDA. Zeker als ik het verkiezingsprogramma lees, hou ik mijn hart vast voor nog eens vier jaar dit beleid. Als Bos niet voor linkse samenwerking kiest, dan zal dát ook zijn probleem worden. Dan moet hij óf met de VVD waar hij mijlenver vanaf staat en die nu al aangeeft niet met de PvdA te willen, óf hij moet met het CDA, dat geen enkele indicatie geeft een andere benadering of aanpak te willen.”

Je zei minister van Justitie te willen worden in een CDA-kabinet.

“Onzin. Ik heb gezegd: als, indien en in het onmogelijke geval dát... De SP heeft nooit een partij uitgesloten, op extreem rechts na. Maar de afgelopen jaren hebben we steeds onze teleurstelling uitgesproken over de verdwenen christelijk-sociale traditie van Bert de Vries, Willem Aantjes of nog vroeger Marga Klompé. Ik hoop nog steeds dat dit bij het CDA weer een dominante stroming wordt. Denk je eens in wat een breed politiek front er dan zou ontstaan. Maar dat is nu toch niet aan de orde?”

Stel je zou minister van Justitie worden, wat doe je dan als eerste?

“Die 26.000 vluchtelingen die hier al jaren wonen nou eindelijk eens een generaal pardon geven. En iets doen aan de reclassering en zorgen dat de recidivecijfers naar beneden gaan. Niet omdat ik voor een softe aanpak ben, maar omdat ik voor een verstandige aanpak ben. Je kunt mensen beter één keer hard straffen en vervolgens een nieuwe kans geven met behulp van scholing en werk, dan dat je ze met lege handen de straat op stuurt, zodat ze als vanzelf weer in de criminaliteit belanden.”

De kans op een CDA/PvdA- of een PvdA/VVD-kabinet lijkt gegroeid.

“Ik denk dat de gong voor de laatste ronde geklonken heeft. Als er straks een kabinet Bos/Balkenende komt… Stel je de desillusie van de kiezers eens voor! Dat wordt pappen en nathouden. De bezuinigingen op de sociale zekerheid zullen doorgaan en de publieke sector zal niet écht worden aangepakt. CDA en PvdA zijn niet in staat om nieuw zelfvertrouwen in Nederland tot stand te brengen, waaraan mensen hoop kunnen ontlenen en de bereidheid om niet weg te kijken als ze problemen signaleren waar zogenaamd tóch niks aan te doen valt. En echt, een beter Nederland is geen kwestie van meer geld, waar links altijd van wordt beticht – wij houden 6 miljard over op onze alternatieve begroting. Zo’n groot begrotingsoverschot is na de Tweede Wereldoorlog nog nooit vertoond. Het is vooral een kwestie van de goede maatregelen nemen, van naast mensen gaan staan, ze enthousiasmeren en steunen. Dat is gewoon bewezen.”

Waar?

“In de thuiszorg bijvoorbeeld, waar mensen zich de pestpokken werkten en ook nog zeiden tegen oma Jansen: geef maar hier die was, die doe ik vanavond thuis wel even. Totdat de managers met hun stopwatches kwamen, die elke menswaardigheid en eigen verantwoordelijkheid tot nul reduceerden. ‘Ja hallo! Als het zo moet, dan ben ik om zes uur thuis’, werd er geredeneerd. Het resultaat was dat mensen minder deden in plaats van meer. Met systematisch wantrouwen bereik je niks.”

Dat beleid is toch al onder het Paarse kabinet ingezet?

“Ja natuurlijk. CDA, PvdA en VVD, de drie grote partijen, bestieren Nederland al zestig jaar in alle mogelijke combinaties en goedbeschouwd zijn er geen echte trendbreuken geweest. Zeker de afgelopen twintig jaar is er feitelijk hetzelfde beleid gevoerd. Ook dit kabinet is gewoon doorgegaan waar Paars ophield op het gebied van de liberalisering, de tweedeling en de groeiende armoede. Dus ja, als nou straks wéér alleen de poppetjes worden verwisseld en het beleid hetzelfde blijft – dat zou dramatisch zijn. De aanhang van de PvdA wil linkse samenwerking, de aanhang van de SP wil het, alleen het bestuur van de PvdA niet. Zij denken dat ze dan de kiezers ter rechterzijde verliezen.”

Jan Marijnissen: “Een strategische stem nú is een stem op de SP”

En de kiezers ter linkerzijde tellen niet?

“Nee, kennelijk niet. Ik denk dat je met z’n drieën: PvdA, GroenLinks en de SP, mensen een fantastisch alternatief biedt. Stel je komt met een twintigpuntenplan waarin je zegt: op het gebied van de zorg gaan we de ziektekostenpremie inkomensafhankelijk maken en de macht van de zorgverzekeraars terugdringen. Op het gebied van wonen gaan we de huurtoeslag niet verlagen, we gaan de hypotheekrenteaftrek garanderen tot een maximum van 350.000 euro, enzovoort. En je gaat met die punten naar de kiezer. Daar worden mensen warm van. Eindelijk valt er écht iets te kiezen. Als je dan ook nog eens voorrekent dat het zelfs minder geld kost, dan win je de verkiezingen met glans. Maar ja, daar praat ik nu al twee jaar met de PvdA over – tot nu toe helaas zonder resultaat. Dus ik vrees dat mensen die straks op Bos gaan stemmen, Balkenende zullen krijgen.”

Hoe gaat de SP ervoor zorgen dat er niet ‘strategisch’ wordt gestemd?

“Door er op te wijzen dat mensen die vier jaar geleden op het laatste moment de switch van SP naar PvdA hebben gemaakt, vier jaar lang spijt hebben gehad. Mensen moeten zich niet gek laten maken door een zogenaamde race tussen Bos en Balkenende. Een strategische stem nú is een stem op de SP. Het is de luidst denkbare stem tegen Paars en tegen de CDA-VVD-politiek van Balkenende. Het is steun aan de krachtige SP-stem in de Kamer en bovenal aan de vorming van een linkse alliantie, die de huidige regering kan vervangen. Bovendien is het dé manier om de PvdA bij de (linkse) les te houden. Ik ben optimistisch. We staan al zó lang op 15 tot 20 zetels dat het wel heel gek moet gaan, willen we die niet halen.”

Als het er minder worden treed je af?

“Nou, het is een beetje gek om als je bijna 100 procent winst boekt – we hebben nu acht zetels – terug te treden. Dan ben je een verwend kind dat álles wil. Maar ik ben ervan overtuigd dat het voor de SP historische verkiezingen worden, waarvan mensen later zullen zeggen: ik was erbij en ik heb daar aan bijgedragen.” Dan zegt hij lachend: “En je weet: de oogsttijd is de drukste tijd. Dus alle verloven zijn ingetrokken.”

Inhoud