publicatie

Tribune 11/2009 :: Interview: “Vroeger had je hier textielbaronnen, tegenwoordig thuiszorgbaronnen”

Tribune, december 2009

Interview

Roos Balster, Miriam Berns, Joke Stip en Wilma Waijenberg

“Vroeger had je hier textielbaronnen, tegenwoordig thuiszorgbaronnen”

Ze noemen zichzelf een knokploegje: Joke Stip, Roos Balster, Miriam Berns en Wilma Waijenberg uit Enschede. Alle vier werken ze in de thuiszorg, maar de marktwerking zet meer en meer een streep door het werk dat ze sinds jaar en dag vol passie doen. Nu is de maat vol.

Tekst: Rob Janssen Foto's: Rob Voss

Roos Balster: “Een oude mevrouw, bij wie ik al jaren werk, is al een tijdje erg onzeker. Ze is bang, heeft geen idee wat er boven haar hoofd hangt. Daarom klampt ze zich aan mij vast. Daarom heb ik met haar afgesproken om samen een zogenaamde pgb te ‘doen’: een persoonsgebonden budget. Zo kunnen we bij elkaar blijven.”

Balster beseft goed dat ze zichzelf hiermee tekortdoet. Want met een pgb ben je in dienst van de cliënt. Feitelijk ondergraaft ze haar eigen rechtspositie, verlaat ze haar dienstverband. Dat betekent: geen pensioenopbouw en geen ziekengeld. “Maar dit is de enige manier om haar niet uit te hoeven leveren aan malafide zorginstellingen die ver onder de prijs gaan zitten. Kijk, ik heb een man met een goede baan en heb de luxe om bij die mevrouw te kunnen blijven tot ze er niet meer is. Voor heel wat alleenstaande collega’s ligt dat anders. Zij kunnen zich zoiets gewoonweg niet veroorloven.” Joke Stip: “Dat is het gemene. Men gaat er gewoon van uit dat wij, vrouwen in de thuiszorg, dit allemaal doen als een bijbaantje. Zo van: die vrouwen poetsen daar alleen maar omdat ze dan een leuk centje kunnen bijverdienen. Onzin! Velen van ons moeten hard werken om rond te komen. Maar ons werk wordt niet als volwaardig gezien.”

Ze werken alle vier al vele jaren bij de Twentse zorginstelling Livio als zogenaamde Thuishulp A (een zorgwerker die de cliënt thuis huishoudelijke hulp en zorg biedt –red.). Maar nu gaat hun werkgever dit werk mogelijk verliezen aan het machtige Thuiszorg Service Nederland (TSN).

Voelen jullie de bui al hangen?

Roos Balster: “Die bui voelden wij eigenlijk jaren geleden al hangen, toen duidelijk werd dat de Wet maatschap-pelijke ondersteuning (Wmo) landelijk doorgevoerd zou worden. Gemeenten kregen de ruimte om zelf de huishoudelijke zorg te regelen en gingen voor de goedkoopste oplossing. Hoe die zorg dan geleverd gaat worden, daar keken ze niet naar. Rampzalig voor de mensen die zorg nodig hebben én degenen die in de zorg werken. De goedkoopste oplossing leidt ook tot salarisverlaging, want de zorg-instellingen redden het niet meer met hun budget.”

Stip: “En na verloop van tijd hebben we gezien dat er in de concurrentiestrijd heel veel dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen. Bijvoorbeeld gemeenten die ineens gaan herindiceren (opnieuw bepalen welke zorg mensen krijgen –red.) om tot een goedkopere vorm van zorg te komen. Tot dan toe werden die indicaties door een onafhankelijke instelling gedaan. Omdat veel gemeenten het goedkoper wilden, brachten ze de gevestigde zorg-instellingen in problemen. Want wij, als Thuishulpen A, zouden door de nieuwe indicatie in een lagere loonschaal moeten om het allemaal betaalbaar te krijgen. Maar Livio heeft ons al die tijd netjes ons oude loon doorbetaald en daarop miljoenen moeten bijleggen. Met als gevolg dat Livio, nu de tweede ronde inschrijving voor de deur staat, gewoon geen geld meer heeft om in ons te investeren. Dat zit dus allemaal besloten in die Wmo.”

Wilma Waijenberg: “En die miljoenen die onze thuiszorginstelling betaald heeft, die heeft de gemeente in feite kunnen sparen! Dat geld kon dus naar eigen inzicht besteed worden. Bijvoorbeeld aan drugsverslaving – als het maar in die Wmo-pot bleef. Maar ik vind: geld dat bedoeld is om huishoudelijke hulp in te kopen, moet daar ook voor gebruikt worden. En als je dan wat overhoudt, wat is er dan op tegen om dat zolang weg te zetten en het te gebruiken wanneer het wel nodig is?”

Stip: “Natuurlijk; de gemeenten hebben die Wmo ook maar door de strot geduwd gekregen. Ze moeten die nu eenmaal uitvoeren. Maar je kunt als gemeente dan twee dingen doen: óf er een potje van maken óf een sociaal beleid gaan voeren. En dat laatste is hier in Twente niet gebeurd. Hier zijn ze onder de kostprijs gaan zitten en met hun eigen berekening gekomen. Achteraf is door de vakbond ook nagerekend dat in die berekening een aantal zaken niet meegenomen is, zoals vakantietoeslag, ziekte, cursussen, opleidingen, daar is allemaal geen rekening mee gehouden. Ja, zo kun je die prijs wel drukken. Ze hopen dat er dan iemand op inschrijft die het daar wel voor kan leveren. En dat is dus ook gebeurd: TSN, een dochterbedrijf van schoonmaakconcern Asito.”

Maar wat moet ik me voorstellen bij een schoonmaakbedrijf in de thuiszorg?

Balster: “Goeie vraag, ik weet ook niet wat dat moet worden. Echt niet. Weet je wat ik zo jammer vind? Er zijn zoveel mensen die in de zorg werken. Die dit met liefde doen en met heel veel plezier naar hun werk gaan. Nou, die mensen worden aan de kant gezet. Want veel mensen zeggen: ik heb nu die leeftijd, ik ga met de vut. Want ik kan beter 70 procent van mijn loon krijgen dan straks een jaar voor een nieuwe zorgaanbieder werken die me na een jaar ontslaat omdat-ie m’n loon niet meer kan betalen. Want dan krijg je 70 procent van 70 procent! En straks worden er mensen aangetrokken die móéten van de gemeenten, omdat ze in de bijstand zitten. Niks mis met die mensen, maar zij zijn niet gemotiveerd voor dit werk. Anders hadden ze het allang gedaan. Zij kiezen hier niet voor; ze worden gedwongen om dit werk te doen. Mensen die wél graag in de zorg willen blijven werken, gaan nu afscheid nemen. Een heel trieste zaak.”

Men gaat er gewoon van uit dat wij dit allemaal als bijbaantje doen

Wat merkten jullie op de werkvloer van de Wmo?

Balster: “De afstand binnen de zorgsinstelling werd geleidelijk aan steeds groter. Vroeger kon je zo bij je baas binnenlopen. Nu moet ik haar mailen om haar te bereiken.” Stip: “Dat komt omdat onze thuiszorginstelling Livio een plan bedacht om kosten te verminderen, voor overhead, management enzovoort, zodat ze ons in dienst konden houden. Maar dat houdt dus inderdaad in dat je amper nog contact hebt.” Waijenberg: “Het allerergste vind ik toch die herindicaties. Mensen bij wie wij kwamen als Thuishulp A kregen ineens een lagere indicatie. Ook al heb je daar tien of vijftien jaar gewerkt; jij moet daar weg en er komt een alfahulp voor in de plaats, die alleen schoonmaakt.”

Berns: “Terwijl in de oude situatie duidelijk was dat iemand hulp met een zorgcomponent nodig heeft. En in tegenstelling tot een alfahulp heeft de Thuishulp A een zorgcomponent. Wij nemen de huishouding over van mensen met een fysieke handicap, hebben een signalerende functie, kunnen mensen helpen, doorverwijzen, we signaleren het als er iets niet pluis is, zodat er meer of andere hulp komt.”

Hoe kijken jullie cliënten tegen al deze ontwikkelingen aan?

Stip: “Roos zei al dat de cliënten erg onzeker zijn geworden. En nu de aanbestedingen weer voor de deur staan al helemaal (bij een aanbestedingsronde kiest de gemeente welke instellingen de zorg mogen leveren -red.) Cliënten weten niet wat er gaat gebeuren en wat ze moeten doen. Terwijl het nota bene de cliënt zelf is die moet gaan kiezen tussen de winnaars van de aanbesteding. Dus de onzekerheid wordt alleen maar groter.”

Maar wat is er mis met die keuzevrijheid voor de cliënt?

Stip: “Nou, feitelijk ís er helemaal geen keuzevrijheid! Alleen al in Enschede dingen er acht zorginstellingen mee. Het merendeel daarvan zijn kleine partijen die maar een gering aantal mensen op kunnen nemen. Dat betekent dat ze óf weinig cliënten óf weinig personeel erbij kunnen hebben. TSN is veruit de grootste en krijgt uiteindelijk dus een monopolie-positie in heel Twente. Dus de mensen die nu moeten kiezen – onze cliënten – hébben geen keus. Ze moeten gewoon voor TSN kiezen omdat niemand anders hen op kan nemen. Dus wat nou eerlijke concurrentie? Terwijl de Wmo juist moest inhouden dat je elkaar eerlijk moet beconcurreren op prijs en kwaliteit. Dat gebeurt dus gewoon niet; noch in prijs, noch in kwaliteit.”

Maar wat is precies jullie bezwaar tegen TSN?

Waijenberg: “Joke en ik zijn laatst ‘undercover’ naar een inloopmiddag bij TSN geweest. Om eens te kijken wat ze te bieden hadden. Nou, het eerste wat ze vroegen was: ‘Hoeveel cliënten heb je en gaan die met je mee?’ Terwijl ze donders goed weten dat de cliënt dat beslist en niet wij. Met andere woorden: Wíj zijn niet belangrijk. Nee, cliënten binnenhalen; dát is belangrijk! Wat we ook hebben ontdekt is dat TSN de indicaties verandert, omdat de huidige indicaties niet in hun straatje passen. Stel dat iemand drie uur hulp heeft, dan zeggen ze bijvoorbeeld: ‘Nou, die mevrouw kan wel een halfuurtje minder hebben.’ Vervolgens declareren ze op basis van de indicatie van de gemeente, die vaak dus al te laag is. Ze laten ons dus werken volgens hun eigen goedkopere indicatie en strijken de rest op. Toen hebben we de publiciteit opgezocht.”

Kwaliteit komt van betrokken, goed opgeleide medewerkers

Maar Roos sprak over malafide thuiszorginstellingen. TSN doet met die herindicaties toch hetzelfde als de gemeente?

Waijenberg: “Ja, maar da’s nog lang niet alles. Een opmerkelijke gang van zaken was die rondom de aanbesteding. De inschrijving daarvoor moest op 1 september ingeleverd worden. Stond er de volgende dag in de krant: ‘TSN doet niet mee, want die heeft per ongeluk de inschrijving te laat ingediend.’ Ondertussen had TSN-directeur Jan Torny ons uitgenodigd voor een gesprek vanwege de negatieve publiciteit die wij veroorzaakt hadden. Zegt Torny tegen ons: ‘Ja, dat met die inschrijving die te laat was, dat heb ik expres zo gedaan. Je denkt toch niet dat ik gek ben! Zo kan ik mooi aanschuiven bij de tweede onderhandelingsronde.’ Toen lagen Livio en nog twee andere instel-lingen er namelijk al uit! En inderdaad: hij kon zo aanschuiven en werd dus ook nog beloond voor dat gedrag! Nog zoiets: tijdens een van z’n informatieavonden zaten er zo’n twintig mensen uit de thuiszorg en wel honderd mensen die bij wijze van spreken achter de kassa vandaan kwamen. Zegt Torny doodleuk tegen ons: ‘Och, die kassa-meiden zet ik in een handomdraai op jullie plaats.’ Ik zei: ‘Dan heb jij een probleem, want dan kun jij niet meer de kwaliteit van zorg leveren die je hoort te leveren.’ Maar dat maakte geen indruk. Voor hem is dit gewoon een spelletje. Nou, dan moet-ie Intertoys of Bart Smit maar opkopen, want met mensen hoor je niet te spelen. Luister, ik ben weduwe en moet in m’n eigen onderhoud voorzien. Ik werk graag, maar wil er ook op een eerlijke manier voor betaald worden. Maar bij TSN zou ik

261 euro bruto in de maand moeten inleveren.”

Hoezo?

Waijenberg: “Omdat Torny ons gewoon een paar loonschalen terugzet. Hij beweert dat de grote thuiszorginstellingen dat samen hebben afgesproken. Helemaal niet waar, want zoiets wordt overlegd met de vakbonden. Maar hij maakt gewoon z’n eigen regels. We kunnen wel in onze oude loonschaal blijven, maar dan worden we getest of we geschikt zijn voor het werk dat we doen. En dan wil hij ons op cursus sturen en dat we zorg erbij gaan doen.” Stip: “Als je verdergaande zorg gaat leveren, heb je vaak ook met onregelmatige diensten te maken. Met avonduren en werken in de weekends.” Wilma: “En als we dát allemaal gaan doen, dán kunnen we in onze oude loonschaal blijven. Uitbuiting is het.”

Wat gaan jullie nu doen?

Stip: “We hebben inmiddels allerlei middelen aangeboord. We hebben alle Kamerleden opgeroepen om de initiatiefwet van de SP te ondersteunen (zie kader). Gelukkig zet de SP – met Renske Leijten voorop – zich ontzettend goed voor ons in, ook hier in de regio. We hebben bovendien nauw contact met de vakbonden. En verder: feitelijk is in de Wmo opgenomen dat wij als burgers de gemeente ter verantwoording kunnen roepen. Wij beraden ons nu op welke manier we dat kunnen doen. Als we naar de rechter zouden moeten, dan doen we dat. Wij kunnen onder ede verklaren wat Jan Torny ons verteld heeft. Volgens ons maakt hij zich schuldig aan fraude. Dat zou een reden kunnen zijn om zo’n bedrijf te weren. Kijk, als wij gedwongen over-genomen worden door Torny, dan maken wij ons medeschuldig aan zijn praktijken. En daar wens ik niet aan mee te doen.”

Waijenberg: “Wat we duidelijk willen maken, is dat wat hier in Twente gaande is in heel Nederland speelt. We hebben soortgelijke verhalen gehoord uit Haarlem, Utrecht, noem maar op. Alleen heeft de gemeente Enschede de laagste kostprijs neergelegd van Nederland: 19 euro per uur. In Maastricht is dat bijvoorbeeld 26 euro.”

Stip: “En dan zeggen ze: ‘Als andere instellingen het voor die 19 euro kunnen, waarom kan Livio dat dan niet?’ Daarop zeggen wij: waarom kan het in Maastricht wel hoger zijn en in Enschede niet?”

Maar 19 euro per uur is toch zo slecht nog niet...?

Stip: “Dat zijn ook geen uurlonen van ons, dat zijn bestekprijzen! Dat is het bedrag dat de gemeente geeft aan de instelling die het werk mag doen. En met die 19 euro moet alles betalen worden: dus ook het admistratieve deel, het management, het gebouw, de afschrijvingen, computers, álles. Netto hou je vijf, zes euro over.

Ik bedoel het niet discriminerend, maar daarvoor haal je nog geen Pool hiernaar toe. Ik laat me niet uitbuiten. Die tijd hebben we gehad.”

Waijenberg: “Vroeger hadden we hier textielbaronnen. Nu thuiszorgbaronnen.” Stip: “Straks kan alleen degene met een torenhoog inkomen nog een zorgpakket voor oma regelen.”

Waijenberg: “Dáár is deze regering op uit. Gratis buurthulp, dat mensen met een uitkering verplicht worden om klusjes op te knappen in de buurt. Dat kinderen weer voor de ouders gaan zorgen.”

Stip: “Terug naar de vorige eeuw, tot je weer armenhuizen vol met oude mensen krijgt. Daar gaat het naartoe. Nou, als dat het is waarvoor we moeten kiezen dan is er maar één oplossing: een andere regering.”

De SP heeft drie initiatiefwetten voor een menselijke thuiszorg ingediend. Eén om de verplichte aanbesteding te schrappen. Eén die regelt dat gemeenten het geld dat ze krijgen voor de Wmo ook moeten besteden aan de zorg. De laatste wet moet een basistarief in de wet vastleggen voor de hulp in het huishouden. Agnes Kant: “Zo kunnen gemeenten niet meer onder een prijs aanbesteden waardoor bedrijven hun personeel geen cao-loon kunnen betalen. Kwaliteit krijg je niet door op de prijs te concurreren. Kwaliteit is er door betrokken, goed opgeleide medewerkers.”

www.menselijkethuiszorg.nl