publicatie

Tribune 04/2006 :: Rotterdammers verzetten zich tegen prestigeproject Maastoren: 'Gemeente wilde vervuild slib illegaal in Noordzee dumpen'

Tribune, april 2006

Rotterdammers verzetten zich tegen ‘prestigeproject’ Maastoren

‘Gemeente wilde vervuild slib illegaal in Noordzee dumpen’

Illegale dumping van vervuild slib in de Noordzee, het opzijschuiven van bestemmingsplannen en een parkeergarage van tien verdiepingen hoog – het voormalige college van Rotterdam lijkt koste wat het kost het hoogste kantoorpand van Nederland te willen verwezenlijken. Buurtbewoners verzetten zich. Voor hen is de te bouwen Maastoren (circa 165 meter) niet alleen een doorn in het oog, maar vooral een symbool van onfatsoenlijk stadsbestuur.

Tekst: Ronald Kennedy Foto: Hollandse Hoogte

OVG-directeur Coen van Oostrom

Bert van Baggum heeft zijn woning aan de Kop van Zuid ‘uit de put gekocht’. ‘Toen ik hier in 1996 kwam wonen, wist ik dat die Maastoren er zou komen. Dat stond in het bestemmingsplan. Maar daar stond ook in dat het gebouw maximaal 130 meter hoog zou worden.’ Van Baggum heeft alleen -zijdelings een uitzicht op de geplande toren. ‘Het gaat me echt om het principe,’ zegt Van Baggum, die een groot deel van zijn leven actievoerend heeft doorgebracht. Tegen kerncentrale Dodewaard, tegen kernwapens en tegen de vervuilende industrie in de Rijnmond. ‘De meeste mensen laten zich afbluffen door autoriteiten. Nou, ik laat niet over me heen walsen.’ Van Baggum is gepensioneerd inkoper, zijn vrouw juriste. ‘Het stikt hier van de academici – architecten, advocaten en stedenbouwkundigen. We laten ons geen oor aannaaien.’

“Maastoren Nee,” een verbond van bewonersverenigingen in de omgeving, heeft inmiddels een indrukwekkende lijst van ongerijmdheden en gevallen van ‘bestuurlijk machtsmisbruik’ aangelegd. Zo zijn de buurtbewoners aanvankelijk niet van de bouwplannen op de hoogte gesteld in lokale media, zoals wettelijk is voorgeschreven. De vrijstelling voor het voorbereidingsbesluit van de bouw is ook onder dubieuze omstandigheden verkregen. Op 2 maart – vlak voor de stembusgang – is deze halsoverkop verstrekt. De gebruikelijke inhoudelijke behandeling werd overgeslagen. SP-raadslid Theo Cornelissen opperde tijdens die laatste raadsvergadering onder het oude bestuur: ‘Ik vind dat wij het voorstel eerst fatsoenlijk in de commissie moeten behandelen voordat wij nu al besluiten nemen.’ De tegenstanders – waaronder ook de VVD – werden echter overruled. Onder aanvoering van Leefbaar Rotterdam werd het besluit toch aangenomen. Vanwege het voorbereidingsbesluit mag worden afgeweken van het oude bestemmingsplan uit 1991. De maximale hoogte van 130 meter en de bepaling dat er alleen ondergronds geparkeerd mag worden, kunnen daardoor in de prullenbak en projectontwikkelaar OVG Projecten mag zich opmaken voor de bouw van het grootste kantoorpand in het land. De toren wordt 165 meter hoog, met tien etages parkeren, waarvan acht bovengronds.

Al eerder liet de gemeente er geen gras over groeien. In januari 2006, toen het voorbereidingsbesluit nog genomen en de inspraakprocedure nog gestart moesten worden, (laat staan dat er een bouwvergunning was), is er alvast voor ruim 469 duizend euro (ex BTW) aan zogenaamde remmings-palen aangekocht. Dit ‘ter bescherming van toekomstige bebouwing in de Koningshaven’. Dat is de plek waar de Maastoren komt. Een jurist die in de buurt woont, maar liever anoniem blijft: ‘Het lijkt erop dat het College de belangenafweging in haar voordeel probeert om te buigen. Als er al veel geld is uitgegeven, zal de gemeentelijke politiek en eventueel de rechter minder snel geneigd zijn de stekker uit het project te trekken,’ vreest hij. ‘Maar zo hoort het in Nederland niet te gaan.’

‘Dat de buurtbewoners tegen acht etages blik moeten opkijken, doet er kennelijk niet toe’

De Maastoren rijmt bovendien niet met door de gemeente Rotterdam zelf opgestelde richtlijnen. In de nota Hoogbouwbeleid 2000-2010 staat onder andere dat windhinder, bezonning, woonklimaat en bestaande bebouwing belangrijke afwegingsfactoren zijn bij hoogbouw. Vooral met het woonklimaat is te weinig rekening gehouden, vindt “Maastoren Nee”. De Gemeenteraad heeft eind 2000 vastgesteld dat de bebouwing langs de Maas ‘de achterliggende stad niet visueel mag afsluiten’. Inmiddels hebben al ruim 250 buurtbewoners hun zienswijze ingeleverd. De meerderheid vindt dat het woonklimaat wel degelijk negatief wordt beïnvloedt met de komst van de Maas-toren, maar men uit vooral kritiek op de handelwijze van het stadsbestuur. De eerder genoemde jurist is één van hen: ‘Door het stadsbestuur worden we als zeurpieten en verwende Rotterdammers in de hoek gezet. Onzin. Natuurlijk vinden we het jammer dat ons uitzicht straks deels wordt ontnomen, maar dat wisten we al. Wij hebben vooral twijfels over de manier waarop de gemeente deze Maastoren, koste wat het kost, lijkt te willen doordrukken. Zelfs als ze daarbij haar eigen regels moet overtreden.’

De overlast voor de omwonenden zal zich niet beperken tot belemmering van het uitzicht op de Erasmusbrug. Het aantal verkeersbewegingen zal, met ruim 600 parkeerplaatsen, flink toenemen. Tussen 8 uur ’s ochtends en tien uur ’s avonds levert dat zo’n 4400 autobewegingen per dag op, heeft “Maastoren Nee” berekend. Dat is ruim twee keer zoveel als projectontwikkelaar OVG heeft beraamd.

De komst van de tien etages tellende parkeergarage druist ook in tegen alle stedenbouwkundige afspraken. Mede door deze parkeerruimte overschrijdt de Maastoren de oorspronkelijke 130 meter ruimschoots. ‘Kostenminimalisatie,’ constateert Van Baggum. ‘De opdrachtgever (accountant Deloitte, red) wil voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Bovengronds parkeren is nou eenmaal goedkoper. Dat de buurtbewoners tegen acht etages blik aan moeten kijken, doet er niet toe.’

“Maastoren Nee” noemt in een persbericht het Rotterdamse stadsbestuur een ‘opportunistisch opererende overheid’. Maar waarom wil het demissionaire college deze hoogste toren van Nederland eigenlijk zo graag bouwen? Het mogelijke antwoord komt van Marco Pastors, voormalig wethouder Fysieke Infrastructuur. In een brief van 6 oktober 2005 schrijft hij aan zijn commissieleden: ‘Met de expliciete keuze van Deloitte voor de locatie Maastoren is (...) het bedrijf behouden voor de stad.’

De opdrachtgever heeft volgens Pastors ‘een krap tijdschema opgelegd’. Het gebouw ‘moet’ namelijk al in september 2008 klaar zijn. Ook eist Deloitte minimaal 600 parkeerplaatsen. ‘Hierin wordt voorzien door twee lagen ondergronds en acht bovengronds,’ schrijft Pastors. ‘Het laatste is in strijd met het vigerende bestemmingsplan,’ geeft hij ruiterlijk toe. Maar dat wordt ‘bij uitzondering’ mogelijk gemaakt door de Herziening van het Bestemmingsplan. Als het aan “Maastoren Nee” ligt, zal het niet zo ver komen. Van Baggum: ‘We gaan desnoods door tot de Raad van State om de herziening te blokkeren.’ Hij vindt het naïef te veronderstellen dat Deloitte de Maasstad verlaat als het z’n toren niet krijgt. ‘Iedereen die thuis is in de wereld van de accountancy weet dat Rotterdam veel te belangrijk is voor Deloitte. Ondertussen worden wel milieuwetten en democratische regels opzij geschoven om ze hun zin te geven.’

‘Het lijkt erop dat de gemeente Rotterdam uit tijdsdruk de wet heeft willen overtreden.’

Al op 7 oktober 2005 kwam het Ingenieursbureau Gemeentewerken Rotterdam met een rapport over het bodemonderzoek. Omdat de Maastoren gebouwd wordt op de voormalige locatie van Calpam, een overslagbedrijf van olie, kan de gerapporteerde ‘restverontreiniging’ geen verrassing zijn. Maar ondanks hoge concentraties zware metalen en chloorkoolwaterstoffen wordt de locatie geschikt bevonden voor kantoorbouw. Het verslag concludeert verder: de 8000 m3 ‘licht vervuilde’ baggerspecie ‘mag afgevoerd worden naar de Noordzee.’

Jeroen Dagevos van Stichting De Noordzee weet wel beter. ‘Pure onzin,’ oordeelt Dagevos over de conclusie dat het slib in de Noordzee gedumpt kan worden. ‘Het onderzoek mist een aantal belangrijke parameters. Ook is de wettelijk verplichte Chemische Toxiciteit Toets (CTT) gemakshalve overgeslagen. Zulke testen zijn tijdrovend. Met alle inspraakrondes en publicatie in de Staatscourant, is minstens een half jaar gemoeid. Het lijkt erop dat de gemeente Rotterdam uit tijdsdruk de wet heeft willen overtreden.’

Feit is dat Rijkswaterstaat geen ontheffing heeft afgegeven om het vervuilde slib af te voeren. ‘Gebaseerd op het povere onderzoek zou dat ook nooit gebeurd zijn,’ aldus Dagevos. ‘De gemeente heeft ons verzekerd dat er nooit de intentie is geweest om illegaal te storten in de Noordzee, maar ze heeft de schijn tegen. Waarom is er niet op tijd een vergunning aangevraagd? En waarom zijn de wettelijk verplichte toetsen overgeslagen?’ Dagevos vreest dat de Maastoren wat dat betreft geen uitzondering is. ‘Zeker in het geval van dit soort relatief kleine projecten is het moeilijk toezicht houden. Er glipt wel eens wat ongezien de haven uit. Als de gemeente een oogje dichtknijpt, wie let er dan op? Ik ben er van overtuigd dat als de buurtbewoners niet zo kordaat hadden ingegrepen, de baggerspecie gewoon in de Noordzee was gestort.’

Rest de vraag of zo’n kantoortoren wel nodig is. In Nederland stond vorig jaar een recordaantal kantoorruimtes leeg: ruim 6,3 miljoen vierkante meter. De hoogste leegstandspercentages werden gemeten in de Randstad. De Maastoren, met ruim 40 duizend vierkante meter kantoorruimte, is te groot voor opdrachtgever Deloitte alleen. Daarom heeft de gemeente Rotterdam het advocatenkantoor AKD (gelieerd aan Deloitte) bereid gevonden een deel van de ruimte te huren. Maar dan nog is slechts 70% van de Maastoren in gebruik. ‘Wat schiet je er mee op,’ vraagt Van Baggum zich af. ‘Het huidige kantoor van Deloitte is een klein wandelingetje hier vandaan. En is er kantoorruimte nodig? Of schept het werkgelegenheid? Nee!’

Volgens “Maastoren Nee” kan het ‘prestigeproject’ zeker de helft kleiner. ‘Als Deloitte (en de gemeente Rotterdam) maar niet zo tuk waren om te laten zien dat zij de grootste hebben.’ Van Baggum sluit zich daar bij aan: ‘Het is puur machogedrag.’

Zie ook:

Inhoud