publicatie

Tribune 04/2006 :: Iran, de oliedollars en het rookgordijn van de kernwapens

Tribune, april 2006

Iran, de oliedollars en het rookgordijn van de kernwapens

In Britse en Amerikaanse media wordt driftig gespeculeerd over een mogelijke inval in Iran. Werd de westerse wereld drie jaar geleden onder druk gezet met (nooit gevonden) chemische wapens van Saddam Hoessein, nu zouden de Iraanse ayatollah’s, onder het mom van kernenergiecentrales, kernwapens aan het fabriceren zijn. Of gaat het ook dit keer weer eens om de olie? Analyse van een wereldwijd pokerspel met de hoogst denkbare inzet.

Tekst: Herman DamveldFoto's: Paolo Woods/Anzenberger/ HH

Onder druk van de VS besloten de OPEC-landen in 1971 alleen nog maar dollars te accepteren als betaalmiddel voor hun olie. Sindsdien is er een enorme vraag naar dollars, waar de Amerikanen weinig tegenprestaties voor hoeven te leveren: 85 procent van de oliehandel vindt buiten de VS plaats. Het zorgt voor een hoge dollarkoers en het stimuleert OPEC‑landen om hun oliedollars in de Verenigde Staten uit te geven.

Maar in 1995, na de bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran, kwam er een kink in de kabel. De Verenigde Staten besloten geen Iraanse olie meer af te nemen en verboden Amerikaanse firma’s investeringen te doen in Iran. Waarop de Iraanse regering een tegenmaatregel bedacht. Waarom zou hun olie eigenlijk nog in dollars betaald moeten worden? Iran verkoopt een derde van zijn olie aan West-Europa en de rest gaat grotendeels naar India en China. Sinds het voorjaar van 2003 verkoopt Iran olie ook tegen euro’s, wat zeker voor EU-landen voordelen heeft. Maar vorig jaar kwamen er berichten dat Iran een nieuwe oliebeurs wil gaan opzetten, die binnenkort van start zal gaan. Dat betekent concurrentie voor de twee grootste olie-beurzen ter wereld in New York en Londen, waar uitsluitend in dollars betaald kan worden.

Wanneer die beurs in Iran daadwerkelijk van start gaat, is onduidelijk. Zeker is wel, dat de plannen de nodige onrust veroorzaken. Als olieproducenten overstappen naar de beurs in Iran, stappen ze daarmee ook over op de euro. En waarom zouden ze dat niet doen? Veel sympathie is er in de Arabische wereld immers niet voor de VS. Het zou betekenen dat de dollar als betaalmiddel voor olie overbodig wordt. Het gevolg? Dollars zullen de wisselmarkt overspoelen, de koers zal dalen, en de Amerikaanse economie komt in de problemen.

Tweeënhalve maand na de aanval op Irak moest voor olie uit dat land weer in dollars betaald worden

Irak is Iran voorgegaan in de overstap op de euro, zegt onderzoeker Rudo de Ruijter. Het is een van de redenen geweest voor de Amerikaanse inval in Irak in 2003, denkt hij. Begin 2000 verzocht Saddam de VN de Iraakse rekeningen voor de levering van olie te mogen omzetten van dollars naar euro’s. De VN ging akkoord en vanaf november 2000 verkocht Irak zijn olie in euro’s. Het werd het keerpunt voor de koers van de dollar. Eind 2002 had de dollarkoers 18 procent verloren ten opzichte van de euro. Drie maanden later, op 20 maart 2003, viel de VS Irak binnen. Een van de eerste maatregelen was het terugdraaien van de euro als betaalmiddel voor de olie. Op 5 juni 2003 om precies te zijn, moest er voor de olie uit Irak weer in dollars worden betaald.

Het is dan ook de vraag of het rumoer over Iran als mogelijke kernwapenstaat niet meer is dan een rookgordijn voor de strijd om olie en dollars. Het merendeel van de Iraanse kerninstallaties is nota bene geleverd door landen, die nu zeggen bezorgd te zijn. In 1967 zorgden de Verenigde Staten voor een kleine onderzoeksreactor aan de Universiteit van Teheran. De Sjah was toen nog aan het bewind en Iran werd beschouwd als een bevriende staat. Andere landen tekenden eveneens contracten met Iran. China leverde vier mini-onderzoeksreactoren aan het Esfahan Nucleaire Technologie Centrum, vooral bedoeld voor het trainen van personeel. In 1974 volgden de eerste orders voor het leveren van kerncentrales, bedoeld voor de opwekking van elektriciteit. De Duitse onderneming Kraftwerk Union (nu overgenomen door Siemens) tekende een contract voor de levering van twee reactoren bij Busher aan de Perzische golf. De bouw van de reactoren begon het jaar daarop. Eveneens in 1974 tekende de Franse onderneming Framatome een contract voor de levering van 2 kerncentrales te Karun. Maar dit contract is nooit uitgevoerd vanwege de omwenteling in Iran in 1979.

In 1987 bombardeerde Irak de Busher-kerncentrales, die toen voor tachtig procent gereed waren. Ze werden weer opgebouwd, waarvoor in 1995 een contract met Rusland ter waarde van 800 miljoen dollar werd gesloten. Het is de bedoeling dat de kerncentrales in 2007 in bedrijf worden genomen.

Goedkope kernenergie maakt de Iraanse export van meer olie mogelijk, stelt het Energie Agentschap in Parijs

Waarom zou Iran kernenergie willen, terwijl het olie heeft? Volgens het Internationale Energie Agentschap te Parijs stijgt het elektriciteitsgebruik in Iran gemiddeld met 8 procent per jaar. Daarvoor zijn nieuwe elektriciteitscentrales nodig, die liever niet op olie moeten draaien. De Iraanse regering wil de olie zoveel mogelijk exporteren. De olie-inkomsten zijn hard nodig om de hoge subsidies op energie te betalen. De Iraanse bevolking betaalt voor elektriciteit, gas en benzine slechts eenderde van de productiekosten, om over de marktwaarde in de Westerse wereld maar te zwijgen. Zonder deze subsidies kan het regime zich moeilijk handhaven. 7 procent van de bevolking moet zien rond te komen van minder dan 2 dollar per dag. Goedkope kernenergie, zo veronderstelt het Energie Agentschap in Parijs, maakt de export van meer olie mogelijk en zorgt voor stabiliteit.

Voor kerncentrales is uranium nodig, en Iran wil niet van import afhankelijk zijn. Bij de stad Yazd is Iran vorig jaar daarom begonnen met de winning van uranium. Daar moet ook een fabriek komen voor de bewerking van uraniumerts. De volgende stap is de aanmaak van laagverrijkt uranium voor de Busher-centrales. Iran heeft geavanceerde centrifuges voor de verrijking van uranium ontwikkeld. Er zijn bij Natanz - 300 kilometer ten zuiden van Teheran - enkele honderden centrifuges gebouwd. Het riep de vraag op of Iran hoogverrijkt uranium voor kernwapens zou willen maken. Maar deskundigen schatten dat het zeker vijf jaar duurt voordat de fabriek goed werkt en Iran voldoende hoogverrijkt uranium voor een kernbom zou kunnen maken - de Westerse regeringen beweren dat het nu al zou kunnen.

Het Internationale Atoomenergieagentschap (IAEA) te Wenen wil de verrijkingsfabriek controleren; op zichzelf geen vreemd idee. Maar datzelfde IAEA zal twee, nieuw te bouwen verrijkingsfabrieken in de Verenigde Staten niet controleren, ‘omdat het budget van het IAEA dat niet toelaat,’ zo bleek onlangs.

Opmerkelijk is ook dat de Verenigde Staten Iran midden jaren zeventig een fabriek voor uraniumverrijking heeft aangeboden, onder de voorwaarde dat Iran kerncentrales zou bestellen bij Amerikaanse leveranciers. Het ging, naast verrijking van uranium, ook om een opwerkingsfabriek, waar plutonium kan worden afgescheiden uit de gebruikte brandstof van kerncentrales. Plutonium is een van de grondstoffen voor kernwapens. Als die leveringen door waren gegaan, hadden de Amerikanen Iran bij wijze van spreken de productie van kernwapens op een presenteerblaadje aangeleverd.

Iran wijst fijntjes op het feit, dat geen van de kernmogendheden zich houdt aan de belofte tot volledige kernontwapening

Tijdens verschillende bijeenkomsten vorige maand wezen landen als de VS, Groot-Brittanië en Frankrijk en ook internationale organisaties als het Atoomenergieagentschap te Wenen op het verdrag tegen verspreiding van kernwapens (Non Proliferatieverdrag - NPV) dat door Iran is ondertekend. Dat argument is al vaker door de Veiligheidsraad op tafel gelegd en het wordt door Iran steevast gepareerd met artikel 4 van het NPV, dat uraniumverrijking en kernenergie toestaat voor vreedzame doeleinden. Het gaat ons niet om kernwapens en bewijzen jullie maar dat het wel zo is, zegt Iran in feite. Pijnlijk in dit verband is artikel 6 van het NPV, waar Iran op wijst. In dat artikel zeggen de aangesloten landen te streven naar een volledige kernontwapening. Want zoveel is zeker: aan die plechtige belofte hebben geen van kernmogendheden, inclusief de VS, zich gehouden.

Tijd voor actie? ‘Alle kernwapens de wereld uit, om te beginnen in Nederland’, heeft als slogan ook na vijfentwintig jaar niets aan zeggingskracht ingeboet. Het zou hoe dan ook bijdragen aan het voorkomen van een nieuwe kernbewapeningsronde, die op stapel lijkt te staan.

Herman Damveld is zelfstandig onderzoeker en publicist over kernenergie.

Inhoud