publicatie

SP :: Tribune 04/2006 :: Interview met Alejandra Slutsky

Tribune, april 2006

Alejandra Slutzky ‘Het wil maar geen feestje worden,’ luidde het commentaar van RTL Nieuws op het recente staatsbezoek van koningin Beatrix aan Argentinië. Alejandra Slutzky – van Argentijnse komaf en sinds 1978 in Nederland - weet waarom. In dezelfde week toog ze naar haar moederland om aandacht te vragen voor het ándere Argentinië. Tegelijkertijd peilde ze daar de stemming over het koninklijke bezoek. ‘Heel veel Argentijnen vroegen zich af, wat koningin Beatrix nou eigenlijk kwam doen.’

Tekst: Rob Janssen

Foto's: Suzanne van de Kerk

‘Het is beslist geen toeval dat de Dwaze Moeders tegenwoordig in de gaarkeukens werken.’

‘Dat het staatsbezoek geen feestje werd, mag de koningin zichzelf aanrekenen. Ze was namelijk al een week eerder in Argentinië. En uitgerekend op 24 maart, de dag waarop 30 jaar geleden de staatsgreep plaatsvond, ging ze met Jorge Zorreguieta uitgebreid de toerist uithangen in Zuid-Argentinië. Stel je voor: uitgerekend op de dag dat in heel Argentinië de doden herdacht werden en op de Plaza de Mayo bijna 200.000 mensen bijeen waren, liet koningin Beatrix zich uitgebreid filmen en fotograferen met iemand die deel uitmaakte van de dictatuur. Dat vind ik nogal respectloos en zo werd dat in Argentinië ook opgevat. Ik bedoel: de koningin is een slimme vrouw en ik kan me niet voorstellen dat ze niet wist wat voor een bijzondere dag het was. Het kan niet anders dan dat ze op deze manier een statement wilde afgeven.’

Welk statement zou dat kunnen zijn?

‘Ik vermoed: Jorge Zorreguita is onschuldig, zolang het tegendeel niet bewezen is. Daarbij gaat ze uit van de normen in Nederland, terwijl Zorreguieta onder de Argentijnse rechtspraak valt. Pas kort geleden zijn daar de amnestiewetten ongeldig verklaard. Er heerst daar in feite nog straffeloosheid. Dat is dus een heel andere norm dan hier. Okay; juridisch is hij nog niet schuldig bevonden. Maar maatschappelijk gezien worden de mensen die ten tijde van de dictatuur in de regering zaten in Argentinië wel degelijk gezien als medeschuldig. Want op 25 maart, de dag na de herdenking dus, is er een grote demonstratie geweest voor de deur van Martinez de Hoz; de toenmalige superminister en min of meer de baas van Zorreguieta. Daar zijn heel veel mensen op afgekomen. Want Martinez de Hoz was de economische spil van de dictatuur.’

Maar volgens u redeneert de koningin als volgt: Jorge Zorreguieta wordt in Nederland nergens van verdacht wordt, dus…

‘…kun je gewoon met hem omgaan. Kijk, het is ook zo hypocriet. Zorreguieta is niet voor niets nadrukkelijk buiten het officiële deel van het koninklijke bezoek gehouden. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat de Argentijnse president Kirchner momenteel druk bezig is om mensen als Zorreguieta voor de rechter te krijgen.’

Is dat de reden dat Kirchner niet aanschoof bij dat banket?

‘Dat weet ik eigenlijk wel zeker.’

Als lid van het ‘Comité Argentinië Een Beetje Anders’ stippelde u een alternatieve route voor het staatsbezoek uit. Die route legde u tijdens het staatsbezoek ook af. Waarom?

‘Wij vermoedden van tevoren, dat de koningin tijdens haar staatsbezoek het échte Argentinië niet zou zien. Hooguit een officiële buitenkant. Tegen die achtergrond deed ik parallel aan het staatsbezoek een deel van die alternatieve route. Zo ben ik bijvoorbeeld naar sloppenwijken gegaan, waar ik werd geconfronteerd met de ellende van nu. Pure armoede, die je in combinatie moet zien met de straffeloosheid en corruptie die nog steeds bestaan bij de Argentijnse politie.’

Wat heeft corruptie met armoede te maken?

‘Tijdens de dictatuur werden homoseksuele mannen gearresteerd en verkracht door de politie. Vandaag de dag gebeurt dat nog steeds. Destijds werden jonge meisjes uit arme milieus ontvoerd. Ook dat is nog aan de orde van de dag. De familie doet niet eens aangifte. De mensen denken: “De politie is corrupt en ach, het is toch maar iemand van ons, van de armen.” Ze zijn eraan gewend dat ze niks waard zijn. Vaders wassen hun dochters voordat ze hen naar de snelweg brengen. Voor de prostitutie. Baby’s worden verkocht voor een pak suiker en worden verhandeld door de politie. Dát is de combinatie van armoede en straffeloosheid. En het ergste is, dat veel jongeren die tot politieagent opgeleid worden, arme jonge mannen zijn die gewoon werk willen. Tijdens de opleiding worden ze tot op het bot vernederd, geslagen en aan agressie blootgesteld. Je kunt je voorstellen wat er gebeurt als zij een uniform aantrekken. Ze denken: ik kan doen wat ik wil, ik word toch niet gestraft. En op de politieacademies wordt hen alles aangeleerd door de oude garde.’

U bedoelt: de oude garde die ook tijdens de dictatuur de lakens uitdeelde bij de politie…

‘Ja’.

Even terug naar het staatsbezoek. Hoe was de publieke opinie daarover in Argentinië?

‘Om te beginnen werd er door de pers veel aandacht aan besteed, zowel in de conservatieve als in de wat progressievere media. Daarbij werd continu de link tussen vader Zorreguieta en koningin Beatrix gelegd. Er werd schande gesproken van wat zij op die 24e maart deden. Verder hoorde en las je vaak, dat er tijdens dat staatsbezoek maar weinig is gezegd over de toestand in het land en wat er allemaal gaande is. Zowel de mensen als de media vroegen zich af: waarom is ze nou eigenlijk naar Argentinië gekomen, wat komt ze hier doen?’

Die vraag leg ik nu aan u voor.

‘Tja…dat is dus onduidelijk. Staatsbezoeken zijn vaak een opstapje naar verbetering van economische betrekkingen. Maar daarover heeft de koningin niet echt onderhandeld. Dus zoals gezegd: volgens mij wilde ze uitdrukkelijk een statement maken. Een verklaring afleggen. En die is: “Jorge Zorreguieta is en blijft mijn familie en voor de rest trek ik me nergens wat van aan.” Het is bovendien zo, dat dit bezoek afgedwongen is door de koningin zelf. Dat stond ook in de Argentijnse kranten. Die balletvoorstelling bijvoorbeeld was door háár afgedwongen bij de vorige president. Het was echt geen idee van Kirchner.’

Ja, en die balletgroep kwam ook nog eens uit Arnhem…

‘Ja, dat vond ik ook raar. Dat ze een balletgroep én een tentoonstelling (van Anne Frank –red.) uit Nederland meenamen naar Argentinië.’

Niettemin heeft de koningin gesproken met de Dwaze Moeders…

‘Ja, maar ik ben benieuwd naar wat er gezegd is. Goede dag en succes ermee? Ik heb met de belangrijkste Moeders gesproken en zij gingen er in elk geval niet heen. Ze heeft met Pérez Esquivel (Argentijnse Nobelprijswinnaar voor de Vrede – red.) gesproken. Volgens Perez had ze hem succes gewenst met zijn werk. Begrijp me goed; ik vind het prima dat de koningin een staatsbezoek aflegt. Maar ik zet grote vraagtekens bij het doel van déze reis. Oké, misschien is dit het begin van sterkere economische relaties met Argentinië. Alhoewel ik daar ook mijn twijfels over heb.

Om dat te illustreren de volgende anekdote. Willem-Alexander was tijdens het staatsbezoek uitgenodigd naar een groot overstromingsgebied in het noorden. Hij zei daar: ‘Wij kunnen jullie geen geld geven, maar wel kennis.’ Aan de universiteit van Buenos Aires krioelt het van de professoren op dat gebied! Kennis is er dus genoeg; géld hebben ze nodig! Want het geld dat binnenkwam voor de overstromingsgebieden, kwam van donaties en niet van de regering. Dus áls het al over economische zaken ging, dan heeft Nederland gezegd: we hebben geen geld.’

Toen de Tribune u vroeg voor een interview zei u: “Goed, maar dat is het laatste interview dat ik geef over dit onderwerp.” Waarom?

‘Ik zal proberen dat uit te leggen. Kijk, ik ben zo langzamerhand het gezicht geworden van alles wat met kritisch Argentinië te maken heeft. Het doet me persoonlijk niet goed om daar constant mee bezig te zijn. Soms voel ik me net een moraalridder voor Nederlanders. Dat wil ik niet. Het probleem van Argentinië is niet alleen mijn probleem; dat probleem is van ons allemaal. Het klinkt misschien cliché, maar in feite gaat het allemaal om de strijd voor een vrij land en voor eerlijke verdeling van rijkdom. Dáár zijn destijds zoveel mensen voor gestorven en dáár wordt nog steeds voor gevochten. Het is beslist geen toeval dat de Dwaze Moeders nu bezig zijn met de kinderen in de sloppenwijken en werken in de gaarkeukens. Zij voeren de juridische processen van toen én nu. Want ik zei al: straatkinderen worden in Argentinië bij bosjes opgepakt.’

Denkt u weleens aan teruggaan om te helpen in die strijd?

‘Die vraag raakt me. Mijn vader werd tijdens de dictatuur opgehaald en is niet meer teruggekomen. Hij is één van de 30.000 vermisten. Ik ben net terug uit Argentinië en daar sprak ik met een oude kameraad van hem. Hij vertelde me over mijn vader en hoe zij alles over hadden voor “la patria,” het moederland. Destijds was de leus: “Patria libre o morir,” een vrij moederland of sterven. Ik had het echt moeilijk toen mijn vaders kameraad vroeg: ‘Alejandra, wanneer kom je terug om voor je patria te vechten?’ Ik besefte ineens dat ik niet meer weet wat dat is; mijn moederland. Ten eerste ben ik nu twee keer zo lang in Nederland als in Argentinië. Ten tweede merk ik dat het sociale klimaat in Nederland enorm verslechtert. De intolerantie groeit met de dag. En ja, soms vraag ik me weleens af wat ik hier eigenlijk nog doe. Maar tegelijkertijd weet ik, dat elk land zijn lelijke periodes heeft. En toen ik in Argentinië was, kwam ik er achter hoeveel ik om Nederland en de Nederlanders geef. Mijn land is dus hier. Maar ik blijf natuurlijk een kind van mijn vader en zijn generatie.’

Wat bedoelt u daar precies mee?

‘Ik ben in 1978 met een broer en een vriend van mijn ouders naar Nederland gekomen. Mijn vader was vermist. Mijn vader was behoorlijk links en werd bestempeld als communist. Hij deed mee aan gewapend verzet tegen de dictatuur, simpelweg omdat er geen andere optie was. Alles was in die tijd zwart/wit: er is een dictatuur en daar ben je voor of tegen. Was je tegen, dan was er maar één manier om te vechten: wapens met wapens bestrijden. Als je het anders wilde doen, dan werd je gewoon in de gevangenis gestopt of vermoord. Er wordt in Argentinië letterlijk gesproken over genocide op de sociale klasse, op intellectuelen, vakbondslieden. In die milieus werd in feite een hele generatie weggenomen. En ik ben kind van die generatie. Het interessante is, dat mijn Argentijnse lotgenoten in Nederland bijna allemaal op de een of andere manier met de maatschappij bezig zijn. Bijvoorbeeld als maatschappelijk werker of kunstenaar, in de politiek of milieubeweging. Ik denk dat wij allemaal iets gezocht hebben om ons in te zetten voor de waarden waar onze ouders voor vervolgd en gestorven zijn. Dat is kennelijk iets wat je in je hebt.’

Alejandra Slutzky (1963, Buenos Aires) vluchtte in 1978 als 14-jarige uit Argentinië naar Nederland. Na de middelbare school in Utrecht volgde ze een opleiding tot chemisch laborante en voegde daar later nog diverse andere studies aan toe. Tussen 1989 en 1996 woonde en werkte ze in Luxemburg. Terug in Nederland werkte ze als IT-specialist en sloot ze zich aan bij HIJOS, een organisatie van kinderen van slachtoffers van de Argentijnse dictatuur. In 2003 stond ze nummer elf op de SP-kandidatenlijst voor de Kamerverkiezingen. Tegenwoordig is ze werkzaam voor ICCO, de Interkerkelijke organisatie voor ontwikkelingssamenwerking (www.icco.nl).

Inhoud