publicatie

Spanning juni 2011 :: Europese noodfondsen

Spanning, juni 2011

Europese noodfondsen

In 2009-2010 bleek dat de begrotingstekorten in Griekenland veel groter waren dan de Griekse regeringen eerder hadden gezegd. Beleggers (banken en institutionele beleggers) verloren daardoor hun vertrouwen in het land. Het land was daardoor niet meer in staat om op de gewone kapitaalmarkten geld te lenen om aan de betalingsverplichtingen te voldoen. Europa besloot te hulp te komen. Op

2 mei 2010 kondigden de EU en het IMF aan 110 miljard als lening te verstrekken voor een periode van drie jaar. Van deze lening komt €30 miljard voor rekening van het IMF (Internationaal Monetair Fonds) en €80 zijn bilaterale leningen van de lidstaten zelf. Nederland draagt €4,7 miljard bij. De lening wordt niet ineens gegeven, maar in stukjes (tranches). De Europese Commissie en het IMF toetsen steeds of Griekenland aan de voorwaarden heeft voldaan, voordat een volgend stukje van de lening wordt gegeven. Dat leidt tot steeds heftiger discussies, omdat door alle bezuinigingen Griekenland nauwelijks aan die voorwaarden kan voldoen.

Omdat ook andere landen (Ierland, Portugal, Spanje) in gevaar dreigden te komen, kwamen de 27 EU-ministers van financiën op 10 mei 2010 met een nader reddingsplan. Ze maakten

60 miljard euro vrij voor leningen via een nieuw op te richten fonds, het European Financial Stability Mechanism (EFSM). Het gaat hier niet om bilaterale leningen, maar om leningen die de Europese Commissie verstrekt ten laste van de Europese begroting. Inmiddels heeft de Commissie €22,5 miljard aan Ierland uitgeleend.

Daarnaast richtten de ministers van Financiën een speciaal bedrijf op, met alle 16 eurolanden als aandeelhouder: de European Financial Stability Facility (EFSF). Landen die uit deze faciliteit leningen krijgen, houden op aandeelhouder te zijn. Hoe meer landen van de faciliteit gebruik maken, hoe hoger de lasten voor de overblijvende landen. De looptijd is bepaald op drie jaar. Oorspronkelijk was de omvang

€440 miljard, waarvan Nederland zich voor €26 miljard garant stelde. De ministers van Financiën hadden echter ‘vergeten’ dat je als faciliteit altijd maar een deel van het geld echt mag uitlenen, om een hoge rating te behouden als betrouwbare faciliteit. Daarom is de Nederlandse garantstelling fors opgehoogd. Ierland heeft inmiddels €22,5 miljard toegezegd gekregen uit deze faciliteit.

Naast EFSF (440 miljard) en EFSM (60 miljard) staat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) garant voor 250 miljard euro.

Om op toekomstige problemen voorbereid te zijn zullen in 2013 EFSM en EFSF worden omgezet in een permanent noodfonds, het European Stability Mechanism (ESM).

In dit fonds zullen de eurolanden 80 miljard euro storten en ze zullen voor 620 miljard euro garant staan. Voor Nederland zijn die bedragen 4,5 miljard en 35 miljard. Naast de ESM doet ook het IMF mee, voor 250 miljard euro. Ook hier gelden weer voorwaarden om de kapitaal-verschaffers veilig te stellen. Hierdoor is de totale leencapaciteit van de ESM 500 miljard.

Reddingsplan Ierland

Als tegenprestatie voor de steun moet Ierland een streng beleid voeren op het gebied van overheidsfinanciën (lees bezuinigen). De regering besloot het volgende: in de bijstand snijden, de minimumlonen verlagen, de inkomstenbelasting verhogen en een nieuwe heffing invoeren voor eigenaren van land en woningen.

Risico Nederland door crisisbestrijding

Op dit moment loop de Nederlandse staat ruim 144,1 miljard euro risico als gevolg van de crisis. Het kopen van een bank (ABN AMRO/Fortis) lijkt een verworven eigendom, maar als de bank failliet gaat zal een aanzienlijk deel verdampen.

Voor een aantal posten was het risico eerst hoger (ING ontving € 10 mld. steun, maar heeft al € 7 mld. afgelost), voor andere posten gaat het bedrag in de toekomst nog omhoog (Griekenland wordt uiteindelijk 4,7 miljard) en Portugal komt er nog aan.