publicatie

SP Tribune 02/2005 :: Tijdens stakingen laten mensen zich van hun beste kant zien

Tribune, 18 februari 2005

Werknemers in actie is pleidooi voor optimisme

‘Tijdens stakingen laten mensen zich van hun beste kant zien’

Afgelopen november bracht Sjaak van der Velden zijn Werknemers in Actie uit. Het boek over twee eeuwen stakingen, bedrijfsbezettingen en andere acties in Nederland maakt de informatie uit zijn eerder verschenen proefschrift voor het grote publiek toegankelijk.

Tekst: Wouter Beekers Foto: archief SP

Het was augustus 1970 toen de zestienjarige Sjaak van der Velden voor het eerst de kracht van stakende werknemers meemaakte. Nadat Rotterdamse metaal- en havenarbeiders hun eis om loonsverhoging onbeantwoord zagen, legden zij het werk neer. De tienduizenden stakers, die de vakbond symbolisch begroeven omdat zij haar steun onthield, maakten een onvergetelijke indruk op de scholier. Vanaf die tijd ging hij zo veel mogelijk informatie verzamelen over het fenomeen staking. En dertig jaar later kwam hij tot een analyse van zijn reusachtige bestand, in de vorm van een historisch proefschrift over Stakingen in Nederland, in zijn eigen woorden ‘een pleidooi voor optimisme’.

Terwijl hij zijn werk afrondde, merkte Van der Velden dat staken steeds vaker werd gekoppeld aan ‘vroeger’. Hij geloofde daar niets van: ‘Je kunt niet zeggen dat een ­verschijnsel als staken zomaar voorbij is. Arbeiders staken om bepaalde eisen ingewilligd te krijgen en die eisen liggen besloten in het feit dat zij werknemer zijn. Waar het uiteindelijk op neerkomt, is dat het grootste deel van de mensen van een werkgever afhankelijk is in zijn bestaan. Wat dat betreft is de samenleving de afgelopen twee eeuwen niet fundamenteel gewijzigd. Kleine golfbewegingen worden in de beeldvorming al snel groter gemaakt dan ze werkelijk zijn. Telkens wanneer zich perioden van economische groei voordoen, wordt het fenomeen staking naar de geschiedenisboeken verwezen.’

‘Collectief handelen zoals dat van stakers is nodig’

Afgelopen herfst lijkt zijn gelijk te bewijzen. Honderdduizenden actievoerders en stakers kwamen in protest tegen het regeringsbeleid. Onder hen ook Van der Velden, die voor het eerst ‘staking’ mocht schrijven op zijn aanwezigheidsformulier van zijn huidige werkgever, het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Kort daarna bracht hij zijn Werknemers in Actie uit. Niet zonder enig genoegen wijst Van der Velden in zijn boek op de noodzaak van een aanvulling op zijn proefschrift, gezien de honderden stakingen van de afgelopen vier jaar. Het boek voorziet daarnaast in de vraag naar een beknopt en goed leesbaar verhaal: ‘Mijn proefschrift was door de omvang en de hoeveelheid formules, grafieken en voetnoten voor de geïnteresseerde leek wat moeilijk om te lezen. Zelfs mijn eigen vader heeft zich er niet doorheen kunnen worstelen,’ legt hij uit, met gevoel voor relativering.

In het boek komt Van der Veldens passie voor stakingen goed uit de verf: ‘Tijdens stakingen laten mensen zich van hun beste kant zien en strijden ze voor rechtsvaardigheid in een wereld die steeds meer lijkt te worden geregeerd door economische wetten. Liberalen zijn van mening dat individueel handelen uiteindelijk de samenleving ten goede komt en zelfs politici van christelijke huize verantwoorden hun beleidsplannen vooral met economische argumenten. Hun christendom hebben ze verplaatst tot achter de voordeur van woning en gebedshuis. Collectief handelen zoals dat van stakers is daarom vaak nodig.’

‘Werkwilligen moeten wij met de spade tussen hals en nek slaan’

Van der Velden gaat in zijn boek ver terug in de tijd. Bijvoorbeeld naar 1823, toen aan­nemer Huyskens de aanleg van tachtig kilometer Noord-Hollands kanaal probeerde te realiseren door zijn duizenden ongeschoolde arbeiders onder extreem slechte omstandigheden te laten werken. Al snel werd de eerste stakingsoproep gedaan: ‘Jongens, wij moeten morgen niet werken, en die aan het werk gaat moeten wij met de spade tussen hals en nek slaan, dan krijgen wij opslag.’ Toen na acht dagen staken Huyskens probeerde de arbeiders te verdelen, door een deel van hen opslag te beloven, was het hek van de dam. Een woeste stoet arbeiders trok naar de keet van de aannemer. Enkelen van hen, overmoedig door de jenever, probeerden hem naar buiten te halen. Huyskens begon te schieten op zijn werknemers, die hem met alles wat maar voorhanden was de dood in sloegen. De opbrengst was een rechtzaak, waar enkele arbeiders werden veroordeeld tot geseling en brandmerking of ‘tepronkstelling op het schavot’.

Inmiddels gaat het heel anders, en hebben onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers een plek gekregen in de maatschappij. ‘Arbeiders hebben hun zelfbewustzijn en zelfvertrouwen ontwikkeld, en durven de laatste tijd zelfs het bedrijfs­beleid aan de kaak te stellen. Bovendien heeft de vakbeweging haar plaats aan de onderhandelingstafel veroverd. Ook ondernemers zien in dat overleg met werknemers deel moet uitmaken van de bedrijfsvoering.’ De vakbonden hebben daarvoor wel een ontwikkeling moeten doormaken, signaleert Van der Velden. ‘Kijk, het CNV is opgezet door dominees en notabelen. Maar hun belang liep lang niet altijd op met dat van de arbeiders. Pressie van onderop bracht de zaak in beweging.’ Ook bij de linkse vakbeweging speelde de druk van de leden een rol, vaak matigend. ‘Het radicale communisme was de meeste arbeiders vreemd, zij hoopten slechts verbeteringen in hun directe werkomgeving.’ Toch joegen de leden soms ook hun bond juist op tot radicalisering. Van der Velden heeft er een heldere verklaring voor. ‘Mensen organiseren zich vaak om hun slagkracht te vergroten, en de leiding is vaak te prijzen om haar tomeloze energie. Maar vanaf het moment van organisatie heeft de club zelf ook belangen. Als stakingseisen van de leden volgens de organisatie niet reëel zijn, dan bedreigen die leden in feite haar voortbestaan als serieuze onderhandelingspartner.’ In de inzet voor haar eigen voortbestaan als organisatie zit ook het gevaar van verslapping van de vakbeweging. ‘Daarom zie ik ook wel het belang van tijdelijke stakingscomités, wanneer de vakbond bepaalde acties niet steunt. Zij houden de grote jongens scherp.’

Van der Veldens fascinatie met de vakbonden heeft hem inmiddels op een nieuw project doen storten. Hij hoopt volgend jaar de geschiedenis van honderd jaar van FNV (en voorloper NVV) te voltooien.

Inhoud