publicatie

Spanning juni 2009 :: Stadsregio Rotterdam, smet op de staatsinrichting

Spanning, juni 2009

Stadsregio Rotterdam, smet op de staatsinrichting

De Stadsregio Rotterdam (SRR) is een regionaal openbaar lichaam van 16 gemeenten in de omgeving van Rotterdam. Binnen de stadsregio wonen 1,12 miljoen inwoners. De SRR is in samenwerking met de gemeenten, provincie en het rijk verantwoordelijk voor volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, mobiliteit, economie, groen, milieu en jeugdzorg. De regioraad is een niet duaal bestuur en bestaat uit 41 leden. Zij kiest uit haar midden een dagelijks bestuur (DB) van acht leden. De voorzitter van de stadsregio is de burgemeester van Rotterdam.

Arnout Hoektra SP-fractievoorzitter in regioraad SRR

De acht stadsregio’s zijn ontstaan als gevolg van de politieke wens uit de jaren ‘90 om stedelijke gebieden onder te brengen in zogenaamde stadsprovincies. Het fenomeen van de stadsprovincie stierf echter een snelle dood en de stadsregio’s kwamen onder de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr+) te vallen. De plusregio’s zijn daarmee een extra bestuurslaag in het huis van Thorbecke (het Nederlandse staatsbestel).

Bijna iedereen is het er over eens dat het democratische mandaat van de Stadsregio bijzonder ver te zoeken is. Aan de zetel- en dus machtsverdeling in de regioraad liggen geen verkiezingen ten grondslag; de raad wordt dus niet rechtstreeks door het volk gekozen. Op basis van het inwonertal krijgen de gemeenten een aantal zetels; de gemeenteraad benoemt de leden van de regioraad. Kandidaten kunnen zowel gemeenteraadsleden, wethouders als burgemeesters zijn. Hoewel de fracties op basis van partijen zijn georganiseerd is het zetelaantal niet afhankelijk van de verkiezingsuitslag, maar van de voorkeur van raadsmeerderheden. Het is dus voor raadscoalities mogelijk om andere partijen buiten de deur te houden. Het mandaat van raadsleden uit Rotterdam is tweemaal zo zwaar als dat van anderen maar Rotterdam heeft toch minder zetels dan het inwonertal toelaat.

Het verwarrende is dat de leden zowel hun politieke partij als hun gemeente vertegenwoordigen. Er is dus sprake van een dubbele pet: een raadslid wordt zowel door zijn partij als door de raad met een boodschap naar de regio gestuurd, en heeft ook naar beide verantwoording af te leggen. Een wethouder of burgemeester moet daarnaast ook nog het belang van het college bewaken. Een DB-lid heeft het helemaal zwaar, dat moet namens vier lagen keuzes maken(!). Wat te doen wanneer deze belangen botsen is onduidelijk en dus gevoelig voor conflicten.

In de regioraad lopen raadsleden, wethouders en burgemeesters door elkaar heen, zonder dat er rekening is gehouden met de verdeling hiervan. Het is dus bijzonder onduidelijk wie welk belang dient, en voor een buitenstaander vrijwel onmogelijk om de beweegredenen van leden helder te krijgen.

Het is goed om regionaal samen te werken. Het is praktisch wanneer buslijnen een regionale logica kennen en verstandig om op regionale schaal een balans in de woonruimteverdeling te vinden. Heel veel zaken kan de provincie echter afhandelen, laten we die vooral bij de provincie laten. De stadsregio zoals deze nu bestaat is eigenlijk nooit zo bedoeld. Het is een halffabrikaat van eerdere kabinetten dat nooit is afgebakken, bij het huidige kabinet bestaat ook geen ambitie om dat alsnog te doen. Er moet dus een keuze worden gemaakt. Of we gaan op een alternatieve manier verder of we doeken de Wgr+ op.

Wanneer we de stadsregio in stand willen houden is een groot aantal vernieuwingen nodig. Als de stadsregio als zelfstandige bestuurslaag wil verdergaan, dan zal deze ook rechtstreeks door het volk moeten worden gekozen. Je moet je dan afvragen of je de provincie en de waterschappen naast deze stadsregio wil handhaven.

Het ligt meer voor de hand om de huidige regionale besturen af te schaffen. Laten we gewoon de bevoegdheden weer teruggeven aan de provincie en het overleg aan de onderlinge raden en colleges overlaten. Eenvoudig, maar succesvol.