publicatie

Spanning juni 2009 :: De koning en democratie

Spanning, juni 2009

De koning en de democratie

In 1813 werd Nederland een monarchie en in 1815 een koninkrijk, nadat de Noordelijke Nederlanden eeuwenlang een republiek waren geweest. In 1919 werd Nederland een democratie, doordat het algemeen kiesrecht werd ingevoerd. In 2009 bijten beide staatsvormen elkaar nog steeds. In de nabije toekomst zal een nieuwe koning aantreden. Dit is een mooie gelegenheid om de monarchie te moderniseren en aan te passen aan de eisen van de democratie. Door de koning te ontslaan van zijn politieke taken en Willem-Alexander en Maxima een ceremoniële functie te geven.

Door Ronald van Raak, SP-Tweedekamerlid

De SP is voor een gekozen staatshoofd, zo staat te lezen in ons beginselprogramma Heel de Mens. Daarvoor moeten we de Grondwet veranderen en dat kan alleen met de steun van tweederde van de Tweede en de Eerste Kamer. En daarvoor moet steun zijn van de bevolking, die nog steeds veel waardering heeft voor de Oranjes. Dankzij die populariteit zal de monarchie waarschijnlijk nog lang bestaan. Maar dit betekent niet dat alles hetzelfde moet blijven. De monarchie is hard toe aan modernisering. Gebrek aan openheid zorgt steeds voor gedoe over geld, over het onderhoud van het privé-schip van koningin Beatrix en over declaraties van privé-vluchten van leden van het Koninklijk Huis. Kamerbrede kritiek was er op de hulp die de koningin bood aan familieleden om via belastingparadijzen buitenlandse belastingen te ontwijken.

Schoon schip

Vorig jaar bleek dat de begroting van het Koninklijk Huis een rommeltje is, omdat allerlei kostenposten zijn weggestopt bij andere begrotingen. Na aanhoudende kritiek van onder meer de SP heeft de minister-president beloofd schoon schip te maken. In september 2009 zal voor het eerst een begroting worden gepresenteerd waarin de werkelijke kosten van het Koninklijk Huis zijn opgenomen, vermoedelijk ongeveer 120 miljoen euro. Voor het eerst in de geschiedenis kan de Tweede Kamer dan werkelijk haar controlerende taak uitoefenen. Leden van het Koninklijk Huis betalen geen loon- of inkomstenbelasting, vermogensbelasting of successiebelasting. Zij betalen ook geen accijnzen of douanerechten. Het zou goed zijn als leden van het Koninklijk Huis gewoon belastingplichtig worden.

Het Koninlijk Huis ligt ook regelmatig onder vuur vanwege bemoeienis met de politiek. Koningin Beatrix blijkt een groot voorstander van de huidige Europese eenwording, terwijl een meerderheid van de bevolking daar veel kritischer over is. Maxima kreeg kritiek vanwege opmerkingen over de Nederlandse identiteit, Willem-Alexander vergaloppeerde zich met opmerkingen over het Videla-regime in Argentinië waar zijn schoonvader Zorreguieta deel van uitmaakte. Kritiek was er ook op de bemoeienis van koningin Beatrix met benoemingen, bijvoorbeeld van de president van de Algemene Rekenkamer, en zelfs met het functioneren van ambassadeurs.

Geen politiek

Het staatshoofd is volgens de Grondwet onderdeel van de regering. ‘De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk.’ Dit betekent dat de ministers in het parlement verantwoording moeten afleggen voor het optreden van het staatshoofd. Als leden van het Koninklijk Huis zich uitlaten over actuele politieke kwesties, kan dit ministers in de problemen brengen. De koningin is voorzitter van de Raad van State, die de regering adviseert over wetten. Daarnaast ondertekent zij ook alle wetten. De koningin ondertekent bovendien het besluit om het parlement te ontbinden. De SP vindt dat dergelijke politieke taken niet thuishoren bij een niet-gekozen staatshoofd. Deze zaken zijn vastgelegd in de Grondwet en kunnen alleen worden veranderd als daarvoor een tweederde meerderheid is in de Tweede en de Eerste Kamer. Die is er op dit moment nog niet.

Naast de in de Grondwet verankerde taken heeft het staatshoofd een aantal politieke taken die veel gemakkelijker kunnen worden opgeheven. Na verkiezingen benoemt de koningin de (in)formateur, waardoor zij invloed heeft op de samenstelling van de regering. Dit is een benoeming die beter door de Tweede Kamer kan worden gedaan. De minister-president voert wekelijks politiek overleg met de koningin. Dat is onnodig. De koningin leest ook elk jaar de troonrede voor, dat kan beter door de minister-president zelf worden gedaan. De minister-president bepaalt uiteindelijk ook hoe groot de politieke ruimte is voor het staatshoofd. Hij is immers politiek verantwoordelijk voor het optreden van de koningin, Willem-Alexander en Maxima.

De politieke taken van het staatshoofd zijn een erfenis van het verleden. In Zweden, waar de monarchie een veel langere traditie heeft dan in Nederland, is na het aantreden van de huidige koning Carl Gustav in 1975 een einde gemaakt aan de politieke monarchie. Hier heeft het koningshuis alleen een ceremoniële functie. Het gebrek aan politieke macht heeft het Zweedse Koningshuis geen kwaad gedaan, het is onverminderd populair bij de bevolking. Maar de verhoudingen zijn duidelijk. ‘Als ik mij met de politiek zou bemoeien, zou iedereen mij dat onmiddellijk inpeperen. De media voorop. Ik probeer het niet eens’, zei de Zweedse koning onlangs tijdens een bezoek aan Nederland (de Volkskrant 18 april 2009). En zo hoort het ook.