Tribune 05/2009 ::Gewond maar niet verslagen

Tribune, mei 2009

Reportage

Nazorg voor uitgezonden militairen ontoereikend

Gewond maar niet verslagen

Steeds vaker worden Nederlandse militairen uitgezonden naar crisisgebieden. Het risico op lichamelijk en psychisch letsel is groot, maar de nazorg is vaak ontoereikend. Veteranen met ernstige trauma’s voelen zich door Defensie in de kou gezet.

Tekst Maja Haanskorf Foto Suzanne van de Kerk

Op 3 april speldde SP-Tweede Kamerlid Remi Poppe het Draaginsigne Gewonden op bij de Bosnië-veteranen Vincent Heinhuis (37) en Alex Seeger (39). Het insigne is een teken van erkenning voor militairen die lichamelijk en/of psychisch gewond van een uitzending terugkeren.

‘Gewond maar niet verslagen’, zo luidt de tekst van het Draaginsigne Gewonden (DIG). De minister van Defensie kent het toe aan militairen en veteranen die onder oorlogsomstandigheden of tijdens vredesoperaties lichamelijk of psychisch letsel hebben opgelopen. Opmerkelijk detail: de slachtoffers dienen het insigne zelf aan te vragen. Het ministerie oordeelt vervolgens of de gewonden aan alle criteria voldoen. “Om respect en dank moet dus worden gevraagd. Dat is een treurige gang van zaken die snel moet veranderen”, meent Remi Poppe. Hij zet zich in voor een betere wettelijke regeling voor de nazorg aan veteranen. Zo was hij initiatiefnemer van het College Veteranenzaken, een overkoepelende organisatie die als intermediair fungeert tussen organisaties voor veteranen en de politiek. Het is vanwege die betrokkenheid dat Vincent Heinhuis en Alex Seeger aan Poppe vroegen hen het draaginsigne uit te reiken. Dat gebeurde op 3 april in het gebouw van de Tweede Kamer aan het Binnenhof in Den Haag. Poppe: “Hier werd destijds besloten tot de uitzending van militairen en nu vindt hier de uitreiking van het insigne plaats.” Heinhuis en Seeger hebben in 1994 en 1995 in Bosnië gediend. Ze kwamen dermate getraumatiseerd terug dat ze posttraumatisch stress-syndroom (PTSS) kregen. Een aandoening waarvan je nooit echt geneest. “Het is als leren leven met één been”, zegt Seeger. “Zo’n soort revalidatieproces is het, waarin het dan eens goed gaat en dan weer wat minder. Je moet je beperkingen accepteren.”

Koude kermis

De bijeenkomst gaat niemand in de koude kleren zitten. Het vereist lef om openlijk uit te komen voor de trauma’s die je hebt overgehouden aan je militaire missie. Om publiekelijk te vertellen over het traject dat je hebt afgelegd en om dank te betuigen aan je vrouw, kinderen, familie en vrienden.

Precies dat doen Heinhuis en Seeger deze derde april in de rooksalon van de oude zaal van de Tweede Kamer. Ze zijn hier ook om aandacht te vragen voor collega’s die zich in dezelfde situatie bevinden. Heinhuis: “We richten ons op de media en op de Tweede Kamer. Militairen die getroffen zijn, komen van een koude kermis thuis. Er moet recht zijn op respect. Als je door uitzending een beschadiging oploopt, hoor je recht te hebben op het draaginsigne zonder dat je dat zelf moet aanvragen. Dat getuigt immers van disrespect.” Ook Seeger benadrukt dat betere nazorg nodig is. “Er bestaan te veel regels en het is te bureaucratisch. Dat levert voor mensen met posttraumatisch stress-syndroom veel stress op, terwijl je juist rust nodig hebt. Defensie maakt geen onderscheid tussen fysiek en psychisch letsel.” Zo hanteert het ministerie een termijn van twee jaar voor herstel van letsel. Maar bij posttraumatisch stress-syndroom werkt dat niet. Het duurt vaak al jaren voordat de diagnose is gesteld. Door onwetendheid lopen deze mensen dan vaak allerlei regelingen mis, zoals een militair invalidenpensioen. “Of ze moeten keuringen ondergaan, waarbij ze alles moeten vertellen”, zegt advocaat Tanja ten Wolde. “Terwijl ze juist niets willen en kunnen vertellen. Door alle regels is er geen fantasie en creativiteit meer. Maatwerk ontbreekt.” Ook nu geeft Heinhuis te kennen alleen in therapie te willen praten over wat hem is overkomen.

Gewonden weggemoffeld

Heinhuis en Seeger hebben het gevoel dat Defensie de gewonden het liefst wegmoffelt. Vooral de slachtoffers van posttraumatisch stress-syndroom. Want als je op de televisie die psychologen over uitgezonden militairen hoort praten gaat het vooral over de 95 procent die niets mankeert, meent Heinhuis. Volgens hem neemt eenderde van de uitgezonden militairen iets mee terug. “Dat varieert van slecht slapen tot concentratieproblemen. Van dit percentage is zo’n 5 procent zwaar getroffen, met een posttraumatisch stress-syndroom, zoals Alex en ik. Voor hen moet er een oplossing komen.” Het was Heinhuis die een beroep deed op Remi Poppe om het insigne uit te reiken. “Ik ben een militair, maar ook een republikein, atheïst en lid van de SP. Dat kan eigenlijk niet samengaan. Als militair was mijn visie dat ik diende voor volk en vaderland, niet voor de koningin. Ik wilde zorgen voor stabiliteit en orde in de wereld.” Na zijn missie in Bosnië tekende hij in 2000 weer een contract en in 2004 werd hij uitgezonden naar Irak. “Na drie maanden werd ik naar huis gestuurd, wegens disfunctioneren. Na mijn repatriëring werd dat veranderd in ‘op medische gronden’. Pas eind 2005 ben ik in therapie gegaan, tot die tijd dacht ik het zelf wel te redden.” Toen bleek ook dat hij zelf overal achteraan moest. “En dat is een probleem, als je zo ver van de wereld bent.”

“Alles glipte weg: mijn bedrijf, mijn gezin, mijn eigenwaarde”

Ook bij Seeger kwam de terugslag pas jaren later. “In 1994 zat ik een half jaar bij Dutchbat in Bosnië. Daarna liep mijn contract af en ik wilde weg. Ik ging een jaar naar Amerika en Canada. Terug in Nederland ben ik in de zorg gaan werken. Het sociale gehalte viel me erg tegen en toen dacht ik: dan maar echt de profitsector in. Ten slotte ben ik voor mezelf begonnen, met een delicatessenzaak in Amersfoort. Tot het misging. In 2006 stortte mijn wereld in. Alles glipte weg: mijn bedrijf, mijn gezin, mijn eigenwaarde. Sindsdien zit ik in een lang proces om weer in mijn gezin en in de maatschappij te functioneren. Ik ben er nog niet, maar ik ga het winnen.” Tijdens zijn therapie leerde hij Vincent kennen. “Het klikte, we zitten op één lijn.” Voor Seeger is deze dag een afsluiting van een donkere periode, die het begin markeert van iets nieuws. “Ik wil aantonen dat ik er weer ben.” Heinhuis is van plan een studie te gaan volgen. “Ik wil me nu op de toekomst gaan richten.”

Beide blijven zich inzetten voor betere nazorg voor veteranen. Samen met Remi Poppe. Hij streeft naar een veteranenwet waarin de nazorg is gegarandeerd, buiten Defensie om. “Veel veteranen willen niets meer met het leger te maken hebben. Op het moment dat een trauma is erkend, moet er civiele zorg komen.”

Inhoud