publicatie

Tribune 04/2009 :: Gezichten van de crisis

Tribune, april 2009

Mensenwerk

Gezichten van de crisis

De crisis raast door. Bedrijven zien hun afzet dalen en gaan inkrimpen of sluiten. De eersten die op straat komen te staan zijn de mensen in de ‘flexibele schil’: de tijdelijke krachten, de uitzendkrachten, de mensen zonder vast contract. De discussie over de crisis wordt overheerst door cijfertjes, getallen en percentages. Maar achter die cijfertjes zitten gezichten.

Tekst Willem Bos Foto’s Karen Veldkamp

Niels Keehnen (49), Rotterdam

“In januari van dit jaar werd ik werkloos. Ik werkte net een jaar bij de Rotterdamse Havenpool SHB toen die failliet ging. Alle 480 havenarbeiders kwamen op straat te staan. Ik zit nu in de WW. Gelukkig werkt mijn vrouw en zijn mijn kinderen de deur al uit, maar voor de mensen die alleenverdiener zijn is het een tranendal. Tja, over de ondergang van de Havenpool is heel veel te zeggen. Het heeft allemaal te maken met de veranderingen in de haven, de flexibilisering, de globalisering. Kijk, vroeger hadden we het over de ‘havenbaronnen’ als we het over de werkgevers in de haven hadden. Die waren verenigd in de ‘Scheepvaartvereniging Zuid’. Daarmee onderhandelden de vakbonden en dan wist je wie je tegenover je had. Dat waren mensen met een band met de Rotterdamse haven. Die vereniging bestaat niet meer. Nu heeft de bond met allemaal verschillende werkgevers te maken. En er zijn overal verschillende CAO’s. Het grootste havenbedrijf in Rotterdam – de ECT – is nu in Chinese handen. Dan kan je bij een conflict bij wijze van spreken de hele haven plat leggen, maar daar heb je die Chinezen niet mee. Die sluiten desnoods een hele terminal en gaan naar Antwerpen. Bij hen draait het alleen maar om het geld. Dat zie je ook bij de andere werkgevers. Bij mijn vorige bedrijf Seabrex op het Marconiplein heb ik 28 jaar gewerkt. Daar werd ook steeds meer werk ‘geoutsorced’, zoals dat dan heet. Afgestoten naar andere bedrijven dus. Die werken dan met slechtere arbeidsvoorwaarden en vaak met jongere en minder geschoolde mensen.

Zo’n ingehuurd bedrijf neemt dan het werk aan voor een vast bedrag per hoeveelheid lading. Daarmee draagt dat bedrijf het risico. Want in de haven heb je steeds te maken met onregelmatig werk. Soms liggen er drie boten voor de wal en dan de volgende dag weer geeneen. De grote bedrijven wentelen dat risico af op de bedrijven waarnaar ze dat werk afstoten. We hebben bij Seabrex hard tegen die ontwikkeling gestreden, maar op een gegeven moment verlies je het. Je hebt dan alleen nog maar de keus om mee te gaan naar dat andere bedrijf met slechtere arbeidsvoorwaarden. We hebben toen ook vanuit de bond de mensen aangeraden om – als ze de kans hadden – eieren voor hun geld te kiezen en ergens anders te gaan werken. Ik heb toen voor de SHB gekozen, maar dat is dus verkeerd uitgepakt. Ik kan inmiddels wel ergens anders aan de slag, maar dan verdien ik nog minder dan ik nu aan WW krijg. Dat dus nog maar even niet. Maar op een gegeven moment zal ik er wel aan moeten geloven.

Als je naar heel Europa kijkt dan is er een geweldige overcapaciteit. Overal zijn er containerplaatsen bij gebouwd. Daar is enorm in geïnvesteerd. Ook in Rotterdam; kijk maar naar de miljarden voor de Tweede Maasvlakte. Maar als het om sociale punten gaat dan geeft niemand thuis. Het is altijd de marktwerking. Het draait altijd om de winsten. Ze hebben liever dat wij nu aan de kant staan en dat een paar jongeren voor een grijpstuiver in de haven gaan werken. Vroeger had je van die radicale groepen in de haven, van die uiterst linkse clubs. Ik vond dat die wel erg radicaal waren, maar nu denk ik wel eens, ja, ze hadden eigenlijk toch wel gelijk. Ik begrijp niet dat mensen die toch al zo veel hebben niet met een beetje minder genoegen kunnen nemen, zodat iedereen een leuk leven kan leiden. Maar dat is blijkbaar te veel gevraagd. Toch zeg ik altijd maar: Als de mensen maar genoeg de grond in worden getrapt, zijn er altijd wel een paar die zich gaan verzetten.”


Nellie de Baat (45), Eersel

“Tweeënhalf jaar heb ik bij Philips Medical Systems (PMS) in Best gewerkt. Eerst op de afdeling repro en daarna ruim twee jaar op de inpakafdeling. Ik werkte via uitzendbureau Randstad, want er waren bij Philips zogenaamd geen vacatures. Elf jaar heb ik via uitzendbureaus gewerkt, een stuk of zeven verschillende. Ik heb geen vakopleiding. Ik heb huishoudschool, bakkersschool en mavo D gedaan en dan krijg je alleen ongeschoold werk. Zo heb ik heel wat fabrieken van binnen gezien. Eind december kwamen er bij PMS 300 mensen op straat te staan, allemaal uitzendkrachten. Ik was daar één van. Ik had een tijdelijk contract dat liep tot 31 december dus daarna was het einde verhaal. Ik kon naar het UWV.

Er waren mensen die al zeven jaar via het uitzendbureau bij Philips werkten en er nooit in dienst zijn gekomen. Wel moet het uitzendbureau je op een gegeven moment in vaste dienst nemen. Als er dan bij Philips geen werk meer is, moet het uitzendbureau je betalen. Daarom geven ze je liever een paar maanden geen contract, zodat je daarna weer helemaal opnieuw kan beginnen. Als je dan weer een contract krijgt, moet je 26 weken werken voordat je weer pensioen op gaat bouwen. Elke keer dat je voor een ander uitzendbedrijf gaat werken moet je steeds 26 weken werken voor je pensioen opbouwt, want ieder bureau zit bij een andere pensioenverzekering. Ik heb er nu geloof ik zeven, variërend van 40 cent tot 600 euro per jaar. Als ik het bij elkaar optel heb ik met elf jaar werken een pensioen opgebouwd van 1400 euro per jaar. Vroeger moest een bedrijf je in dienst nemen als je daar een jaar via een uitzendbureau werkte. Nu kan je jaren bij hetzelfde bedrijf zitten maar er nooit in dienst komen. Als een bedrijf zo lang uitzendkrachten aanneemt dan zijn er natuurlijk vacatures. Maar uitzendkrachten zijn zo makkelijk, die hebben geen rechten, die kan je zo weer weg doen. Ik sta nu bij twee uitzendbureaus ingeschreven. Twee andere willen me pas inschrijven als ze een baan voor me hebben. Er zitten hier in de regio 10.000 mensen thuis zonder werk, dus het zal niet meevallen om wat te vinden.

Ze hebben nu hier in Eersel een baan voor me voor € 8,50 bruto per uur, dat is minder dan mijn uitkering. Als ik een normaal uurloon vraag zeggen ze: ‘Ben je gek? Je begint gewoon onderaan’. Als ik dan zeg: ‘Maar ik werk toch al 11 jaar?’, dan zeggen ze: ‘Maar niet voor mij’. Onderaan beginnen dus. Wat je ook vaak te horen krijgt is: ‘Voor jou tien Polen’. Ik heb ook aanvragen gehad van bedrijven die vroegen: ‘Spreek je Turks, Marokkaans of Papiaments?’ Nee, ik spreek alleen Nederlands. Ik heb vroeger bij een bakkerij gewerkt waar ze een Turkse band en een Papiamentse band hadden. Als je die talen niet sprak kon je niet aan die band werken, want alles werd in die taal gedaan. Ik zag laatst een advertentie op internet waarin stond: ‘Nederlands en Pools verplicht’. Ja zeg, waar wonen wij?!

Als uitzendkracht zit je overal tussenin. Met de vaste mensen heb je weinig te maken, en de uitzendkrachten zijn voor een groot deel mensen met wie je niet of weinig kan communiceren.

Het uitzendbureau verdient even veel aan mij als ik zelf. Bij Philips kreeg ik iets meer dan 10 euro per uur en dat vangen zij ook. Dan mogen ze ook wel wat voor je doen toch? Vooral die grote bureaus en al helemaal als ze beursgenoteerd zijn. Uitzuigbureaus noem ik ze altijd.”


Miranda Verdouw (35), Geldrop

“Die dag was ik vroeg gaan werken, zodat ik om vier uur naar huis kon. Om half vijf werd er op het werk een mailtje rondgestuurd met de lijst van mensen die de volgende ochtend een gesprek zouden hebben. Het was dat een collega van me belde en vertelde dat ik ’s ochtends van tien over negen tot kwart over negen aan de beurt was. Anders had ik van niks geweten. Ze hadden voor iedereen vijf minuten uitgetrokken. Ik had het wel verwacht; ik werkte daar pas een jaar. En gelukkig ben ik nog jong genoeg om iets anders te doen. Maar er waren ook mensen bij die er al dertig of veertig jaar werkten, die alleen interne opleidingen hebben gedaan. Voor hen is het heel moeilijk is om elders aan de slag te komen.

Maar goed, na het gesprek mocht je je jas gaan halen en naar huis. Ondertussen was je al afgesloten van het computersysteem. Sommige mensen werden zelfs al vóór hun gesprek afgesloten. De volgende dag mocht je je spullen op komen halen. Wat je niet mee nam, werd weggegooid. Er stond een grote container voor het bedrijf en daar verdween alles in. Werk waar mensen mee bezig waren werd gewoon gestopt of zelfs weggegooid. Er vond nauwelijks enige overdracht plaats. Er was niemand die vroeg: ‘Waar ben je mee bezig en hoe moet dat verder?’ Mensen voelden zich volstrekt weggegooid en nutteloos. Ja, na een tijdje werd er wel eens gebeld en vroeg iemand: ‘Jij was daar en daar toch mee bezig, kan je me vertellen hoe dat precies zit, of waar ik dit of dat kan vinden?’

Maar ja, toen hadden de meeste mensen geen zin meer om zich nog voor het bedrijf in te zetten. Een collega van mij zat in China om een cursus te geven. Hij werd terug geroepen voor een gesprek. Kreeg ‘ie te horen dat hij mocht blijven! Dat kan je mensen toch niet aandoen? En dat gesprek werd nota bene gevoerd door mijn directe chef en een hogere baas. Later begreep ik dat mijn chef zelf ook te horen had gekregen dat hij er uit moest. Evengoed moest hij al die gesprekken voeren. Dat is toch niet menselijk: hij is zelf ook vijftigplusser en komt echt niet makkelijk aan een andere baan. Van de 390 mensen die er bij ons werken gingen er 135 uit. Assembléon is een volledige dochter van Philips en we vallen ook onder de Philips CAO.

De huidige CAO bij Philips kent een heel gunstige afvloeiingsregeling. Je blijft eerst nog een half jaar officieel in dienst, je krijgt een premie mee volgens de oude kantonrechterformule en er zijn allerlei faciliteiten voor omscholing en begeleiding naar een andere baan of voor het opzetten van een eigen bedrijf. Daar kunnen wij gebruik van maken. Die CAO loopt aan het eind van het jaar af en ik denk dat Philips daarop wacht met het ontslaan van de rest van het personeel. Dan hopen ze dat het ze veel minder geld gaat kosten. Alle uitzendkrachten waren er al uit. Vervolgens werden de oudere werknemers benaderd met de vraag of ze er niet mee op wilden houden. Ze zouden dan een afvloeiingsregeling krijgen. Een paar zijn daarop ingegaan en die zijn nu slechter af dan de mensen die zijn ontslagen.

Ik ga nu proberen een eigen bedrijfje op te zetten. Ik hield me bezig met scholing en instructie voor het gebruik van de machines die bij Assembléon worden gemaakt. Dat zijn grote dure machines voor het plaatsen van onderdelen op printplaten. De afdeling waar ik werkte is opgeheven, maar er zijn regels die machines met gebruiksaanwijzingen afgeleverd moeten worden. Dus dat werk zal toch gedaan moeten worden. Dan zullen ze dus mensen in moeten huren. De meeste bedrijven zullen de komende tijd wel volstaan met documentatie dat net aan de minimumeisen voldoet, maar dat moet dan maar. Als het dan economisch weer beter gaat, hoop ik mijn werk weer goed te kunnen doen.”