publicatie

Tribune 4/2008 :: Sporten in de smog

Tribune, april 2008

Achtergrond

Sporten in de smog

Foto Bilderberg / Hollands Hoogte

Haile Gebreselassie gaat tijdens de Olympische Spelen geen marathon lopen. De astmatische topatleet vreest voor gezondheidsschade door de luchtvervuiling boven Peking. Gastland China stelt alles in het werk om de lucht te klaren. Kan de bevolking straks ook opgelucht ademhalen?

Tekst: Herman Damveld

Om te voorkomen dat de topsporters deze zomer massaal ademhalingsproblemen krijgen, heeft China beloofd dat de Olympische Spelen in Peking ‘groen’ zullen zijn. Alleen al de enorme smogwolken, die vaak zichtbaar boven de hoofdstad hangen, maken dit tot een vrijwel onmogelijke opgave. Maar er staat veel op het spel, dus wordt alles op alles gezet. Vervuilende fabrieken zijn verplaatst naar de voorsteden. Oude bussen en taxi’s zijn vervangen door nieuwe, schonere exemplaren. Inwoners van de stad worden aangespoord om op aardgas te stoken in plaats van op kolen, maar ook om minder te barbecuen. Er wordt zelfs belasting geheven op eetstokjes, om hergebruik te stimuleren. Een heus Olympisch bos van honderdduizenden bomen moet de lucht boven Peking verder zuiveren.

Alle inspanningen ten spijt, komen er de laatste maanden onophoudelijk sombere berichten naar buiten over het milieu in China. In ruim een kwart van de rivieren en meren is het water zo vervuild dat contact met de huid wordt afgeraden, zo moest de Chinese regering in december toegeven. De economische groei brengt de milieu-inspanningen om zeep. Het kolengebruik van Peking bereikte afgelopen jaar een record. Dagelijks komen er in de al drie miljoen auto’s tellende stad nog eens duizend bij. De uitstoot van zwaveldioxide, die zure regen en smog veroorzaakt, nam tussen 2000 en 2006 met bijna eenderde toe. Daar komt nog bij dat het water van de rivier de Jangtse, die een paar honderd miljoen mensen drinkwater levert, een verontrustend laag peil heeft bereikt.

Sporten in de smog, topatleet Haile Gebreselassie heeft er een hard hoofd in. Hij maakte in maart bekend dat hij de marathon deze zomer links laat liggen. De wereldrecordhouder heeft astma en vreest dat de 42-kilometerloop in Peking blijvende schade toe zal brengen aan zijn longen. Hij wil daarom alleen uitkomen op de 10.000 meter. “Sommige onderdelen van de Spelen moeten worden opgeschort als de luchtkwaliteit niet verbetert”, waarschuwde IOC-president Jacques Rogge de afgelopen maanden al meermaals. Uiteraard is de Chinese regering er veel aan gelegen om die afgang te voorkomen. Daarom is Peking een soort laboratorium aan het worden, waar wetenschappers nauwkeurig de luchtstromen bestuderen. Zo hopen ze beter in de gaten te krijgen welke factoren de luchtvervuiling versterken. Dan kan de regering tijdens de Spelen bijvoorbeeld bedrijven stil leggen of het autoverkeer verbieden.

Dagverbruik: 7.100.000 vaten olie

Het is al te makkelijk om de zwartepiet voor de viezigheid in de lucht eenzijdig bij China zelf te leggen: we werken zelf mee aan de hoge uitstoot van broeikasgassen daar. De Chinese economie is vanaf 1980 met jaarlijks bijna tien procent gegroeid: de productie is nu vier keer zo groot als in 1980. Dat komt vooral door de industrialisatie. In 2001 werd China lid van de Wereldhandelsorganisatie WTO (World Trade Organisation). Dat gaf een geweldige stimulans aan de Chinese export, die vanaf 2000 met maar liefst dertig procent per jaar is toegenomen. Reden voor het Internationaal Energie Agentschap (IEA) om eens onder de loep te nemen hoeveel extra energie dat eigenlijk kost. Het IEA berekende dat 28 procent van het energiegebruik in de geëxporteerde goederen zit. Vooral industriële exportgoederen, huishoudelijke apparaten, kleding en textiel trekken een zware wissel op het milieu. Volgens het IEA is de Chinese uitstoot van CO2 voor 34 procent toe te schrijven aan de export. Door spullen uit China te kopen, dragen we dus bij aan de Chinese uitstoot van broeikasgassen.

Foto Bastiaan Heus/ Hollandse Hoogte

Veel sterker nog dan de economie, groeit het energiegebruik in China. Maar liefst 7,1 miljoen vaten olie gaan er in China dagelijks doorheen: een verviervoudiging ten opzichte van 1980. Overigens wordt dit vaak aangehaald als verklaring voor de sterke stijging van de olieprijs in de afgelopen tijd, maar dat is betrekkelijk. De Europese Unie gebruikt per dag twee keer zoveel olie als China. Het Chinese gebruik zal natuurlijk wel verder toenemen, door de honderdduizenden auto’s die er jaarlijks bijkomen.

Het elektriciteitsgebruik van een gemiddelde Chinees is nu vijf keer zo hoog als in 1980. En het blijft maar stijgen. Vanaf 2001 leidde de toename van industriële productie samen met de toename van het aantal airco’s tot stroomtekorten. Dus besloot de overheid om nóg meer centrales te bouwen, meest kolencentrales. De groei van het aantal elektriciteitscentrales in China is uniek in de wereld. De enorme toename van het aantal kolencentrales en het aantal auto’s betekent meer broeikasgassen, meer zwaveldioxide en andere stoffen die ernstige luchtvervuiling veroorzaken. Die vervuiling bedreigt de Olympische Spelen: de groei bijt zich als het ware in de eigen staart.

Airco’s, auto’s en armoe

“Overheid, doe eens wat!”, lijkt een gerechtvaardigde roep bij al die milieuvervuiling. De Chinese energiesector is immers in handen van de staat. Eén grote staatsonderneming, de Shenhua Groep, controleert de winning van kolen. Drie staatsondernemingen beheersen 90 procent van de Chinese olie- en gasmarkt. Ook de elektriciteitsvoorziening is de zaak van een handvol staatsondernemingen, zowel wat betreft de productie als het transport. Veel bewegingsruimte heeft de overheid echter niet. De groei van het energiegebruik betekent dat er veel geïnvesteerd moet worden. “Bij grote projecten zijn corruptie en smeergelden bij de verschillende bestuurslagen in China aan de orde van de dag”, stelt Wen Bo, directeur afdeling China van milieuorganisatie Pacific Environment. “Daarom winnen economische belangen het bijna altijd van het milieu.”

Ondanks de grote milieuschade geldt het economisch beleid van China op het eerste gezicht als een succesverhaal, gezien de hoge groeicijfers. Maar anders dan de toename van het aantal airco’s en auto’s doet vermoeden, leeft een groot deel van de Chinezen nog altijd in bittere armoede. De Wereldbank rekende vorig jaar uit dat 340 miljoen mensen (ruim een kwart van de bevolking) rond moeten komen van minder dan twee dollar per dag. Vooral op het platteland heerst veel armoede. De rijkere bevolkingsgroepen wonen vooral in de grote steden in de kustregio’s. Van het nationaal inkomen gaat de helft naar 20 procent van de bevolking, terwijl de armste 20 procent gezamenlijk slechts vier procent verdient. De armen profiteren niet of nauwelijks van de economische groei, maar zitten wel met de stank. Misschien worden er tijdens de Spelen harde milieumaatregelen genomen, maar die zijn overwegend van tijdelijke aard. Na de zomer zullen de gevolgen van de ongebreidelde economische groei zich weer laten voelen en gaat de vervuiling als vanouds door. Van de feitelijke milieuschade ligt de Chinese regering beduidend minder wakker dan van de dreiging van imagoschade.