publicatie

Tribune 02/2006 :: De sterkste tegenstander van het ANC is het ANC zelf!

‘De sterkste tegenstander van het ANC is het ANC zelf'

Tribune, februari 2006

Geplaagd door corruptieschandalen, interne strubbelingen en massale onvrede onder de bevolking, gaat het ANC de gemeenteraadsverkiezingen van 1 maart tegemoet. Bij gebrek aan een sterke oppositie zal de zwaarste oppositie vanuit de partij zelf komen.

Door: Ronald Kennedy Foto: HH

Brandende autobanden, dansende betogers en met rubberkogels schietende oproerpolitie. Het zijn weer actuele beelden in de ZuidAfrikaanse journaals. De protesten zijn niet gericht tegen een overheid die de bevolking onderdrukt, maar tegen een overheid die – volgens de betogers hopeloos tekortschiet. De grootste thema's in de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen zijn dan ook de meest elementaire: elektriciteit en stromend water.

De ontevredenheid lijkt terecht. Volgens de ZuidAfrikaanse evenknie van het CBS heeft 35% van de 12 miljoen huishoudens geen vers drinkwater, is 66% niet aangesloten op het elektriciteitsnetwerk en moet 48% het stellen zonder riolering (cijfers van 2003). Een groot deel van de krottenwijkbewoners heeft slechts een emmer bij wijze van sanitaire voorziening.

Koren op de molen van de oppositie.

De grootste oppositiepartij Democratische Alliantie (DA) heeft ‘service delivery' als belangrijkste speerpunt genomen: drinkwater, elektriciteit, riolering. ‘Overal waar het ANC aan de macht is, is er een rommeltje gemaakt van huisvesting, het leveren van schoon water en elektriciteit,' zegt DA-campagneleider Eric Marais. ‘Als ze de macht eenmaal hebben, wordt hun achterban vergeten. Wie voor het ANC stemt, moet vijf jaar lang boeten.'

Een ander speerpunt van de oppositie is de corruptie. Een groot aantal prominente ANC-leden zijn hier al schuldig aan bevonden, waaronder antiapartheidsheld en geestelijke Allan Boesak en Winnie Madikizela-Mandela. Vorig jaar heeft president Mbeki vicepresident Jacob Zuma ontslagen, na verdenkingen van fraude (zie onderaan pagina). Het gros van de miljoenen Zuid-Afrikanen die in de krottenwijken wonen, zal het Zumaschandaal worst zijn. Zij willen water en electriciteit.

President Mbeki heeft beterschap beloofd. De regering gaat 400 miljard Rand (een slordige 50 miljard euro) uittrekken voor armoedebestrijding. Bij de start van de ANC-campagne in Kaapstad legt hij de deadlines op tafel: voor 2007 is het ‘emmersysteem' verleden tijd, in 2010 heeft iedere Zuid-Afrikaan schoon water en in 2012 is iedereen aangesloten op het elektriciteitsnetwerk.

Volgens John Daniel, auteur van het boek State of the Nation, is dat een forse maar haalbare uitdaging. ‘De kritiek is grotendeels unfair. Het ANC heeft veel bereikt', vindt Daniel. Zo heeft de regering – kampend met de erfenis van het apartheidsregime al bijna twee miljoen huisjes gebouwd voor voormalige krotbewoners, honderde klinieken geopend en miljoene ZuidAfrikanen aan schoon drinkwater geholpen. ‘Vergeet niet dat het ANC in een moeilijke omgeving opereert. Zuid-Afrika is relatief arm. Tegenover kosten moeten ook baten staan. Je kunt toch niet verlangen dat alle armen gratis beschikking krijgen over water en elektriciteit?' Het ANC kampt bovendien met een gebrek aan opleiding en kennis op de niveaus, waar het beleid uitgevoerd moet worden.

ANC-woordvoerder Steyn Speed geeft het onomwonden toe. ‘De protesten spreken voor zichzelf. Meer dan ooit is het van belang dat er een dialoog komt tussen lokale bestuurders en de bevolking. En we moeten ervoor zorgen dat we meer capabele raadsleden krijgen.' Door de bank genomen gaat ‘service delivery' juist goed, vindt Speed. ‘Men is vooral ongeduldig over de snelheid van de invoering. Daarin stellen sommige lokale politici hun electoraat teleur.'

In de aanloop naar de verkiezingen heeft het ANC de kandidatenlijst flink ‘opgeschoond'. Ruim 60% van de zittende raadsleden is niet herkiesbaar. Woordvoerder Speed zegt dat incompetentie niet de enige reden is. ‘We streven in de partij van de top, het kabinet, tot aan de gemeentelijke politiek naar 50 procent vrouwelijke bezetting. Tijdens de vorige verkiezingen was slechts eenderde van de kandidaten vrouw. Dat verklaart ook een aantal wijzigingen.'

Het ANC mag dan terugkijken op een rampjaar, de oppositie profiteert daar nauwelijks van ze is dan ook vrijwel nonexistent. Het ANC kan landelijk op zo'n 70 procent van de stemmen rekenen. De DA bekleedt slechts 50 van de 400 zetels in het nationale parlement. De overige partijen zijn grotendeels opgeslokt door het ANC. Zo levert de Inkatha Vrijheidspartij de minister van binnenlandse zaken en is ook de communistische partij een trouwe partner van het ANC.

Volgens schrijver Daniel bestaat er geen echte spreekbuis voor de ontevreden burger. ‘Vooral de zwarte Zuid-Afrikaan is slecht vertegenwoordigd in oppositiepartijen. Op straat autobanden verbranden – dat is de enige manier waarop zij hun onvrede kunnen tonen.' De DA heeft een groot probleem: de partij wordt geleid door een blanke. ‘Tony Leon doet het niet slecht, maar hij heeft een door de historie beperkt electoraat. Zolang de DA geen geloofwaardige zwarte leider heeft, zal het nooit een grote verkiezingswinst kunnen halen.'

DAcampagneleider Marais erkent het probleem: ‘Het is ons tot op heden niet gelukt de kloof met de zwarte kiezer te dichten. De loyaliteit van ANC-stemmers is groot en gaat vaak al terug tot de jaren '40, ‘50 en '60. Hun rol in de strijd tegen apartheid heeft legendarische proporties aangenomen. Als nieuwe partij is het moeilijk dat te doorbreken.'

Toch is hij ervan overtuigd dat er nog veel electorale winst te halen valt. Hij wijst op de ruzie binnen de leiding van het ANC. ‘Excellent!,' zegt hij enthousiast. ‘Nog beter zou een breuk tussen de leiding en de zwarte bevolking zijn. Kleurlingen en moslims verbreken al massaal hun band met het ANC, teleurgesteld over hun positie binnen het ANC. Fantastisch toch? Het ANC is zijn eigen ergste vijand.' De Inkatha Vrijheidspartij, die vooral in KwaZuluNatal strijd levert met het ANC, noemde de onrust in de regeringspartij zelfs ‘manna uit de hemel.'

Professor Roger Southall, politiek analist, denkt dat de averij voor het ANC beperkt zal blijven op 1 maart. ‘Het teleurgestelde ANC-electoraat blijft liever thuis dan dat het op bijvoorbeeld de DA stemt. Velen zullen ‘blanco' stemmen; overlopen naar een andere partij is een te grote stap. De teleurstelling zal vooral blijken uit de opkomst.' Prognoses spreken van een opkomst van 41%, een historisch dieptepunt in de prille geschiedenis van democratisch Zuid-Afrika. ‘Een lage opkomst speelt het ANC in de kaart. Alhoewel de partij er niet gunstig voor staat, is er te weinig oppositie die daar van kan profiteren. Behalve dan misschien de DA in het oppositiebolwerk Kaapstad. De sterkste tegenstander van het ANC is en blijft het ANC zelf. De kans is groter dat ze zichzelf in de voet schieten dan dat de oppositiepartijen dat doen.'

Rampjaar 2005

Op 8 januari presenteerde het ANC zijn verkiezingscampagne in een Kaaps voetbalstadion. Het was tevens de 94e verjaardag van de partij, maar de feestvreugde was ver te zoeken. Grootste spelbreker was vicepresident Jacob Zuma die in één jaar verdachte werd in een omvangrijk omkoopschandaal én een verkrachtingszaak. Na zijn ontslag uit het kabinet werd er gesproken van een complot. Zuma was de gedoodverfde opvolger van de ‘machtswellusteling' Mbeki. Het leidde tot massale betogingen waarbij de beeltenis van de president werd verscheurd en verbrand. Als klap op de vuurpijl kwamen er steeds luidere protesten over het leveren van faciliteiten als huisvesting en water. Inmiddels rijst de vraag: wie wordt de nieuwe ANC-leider? Auteur John Daniel geeft de succesformule: ‘Iemand met de managementcapaciteiten van Mbeki en het charisma van Mandela. Maar ja, waar vind je zo iemand?'

Inhoud