publicatie

Spanning mei 2011 :: Tunesische Jasmijnrevolutie bedreigd door Libische burgeroorlog

Spanning, mei 2011

Tunesische Jasmijnrevolutie bedreigd door Libische burgeroorlog

Tekst: Tiny Kox Foto: Cyril Bitton / Hollandse Hoogte

In Tunesië begon de Arabische Lente, die nu overal in Noord-Afrika en het Midden-Oosten leidt tot opstanden tegen gevestigde dictaturen en die aanzet tot vrijheid en democratisering. Op 24 juli gaat de Tunesische bevolking voor het eerst in vrijheid naar de stembus. Maar de oorlog in Libië bedreigt de voortgang in Tunesië. Veel vluchtelingen, weinig handel en afnemend toerisme maken dat de economie er beroerd aan toe is. En dat heeft ook politieke risico’s, zegt SP-senator Tiny Kox. Met een delegatie van de Raad van Europa bezocht hij het land waar in januari dictator Ben Ali na 23 jaar heerschappij werd verjaagd.

Op 17 december overgoot de 26-jarige fruitverkoper Mohamed Bouazizi zichzelf met benzine en stak zich in brand. Zijn offer geldt als het begin van de Tunesische Jasmijnrevolutie. Binnen een maand leidde de spontane uitbarsting van volkswoede tot de val en de vlucht van dictator Zine El Abidine Ben Ali, die 23 jaar lang in Tunesië met bruut geweld de lakens uitdeelde. Er werd een interim-president aangesteld en een nieuwe minister-president. Op 24 juli mogen de Tunesiërs voor het eerst in vrijheid een grondwetgevende vergadering kiezen. Die moet het land een nieuwe Grondwet geven. Een grote klus, waarvoor nog veel te doen valt, zo bleek tijdens een werkbezoek van een delegatie van de Raad van Europa, waarin ik namens de fractie van Verenigd Europees Links deelnam. We spraken af dat de Raad van Europa een team van waarnemers naar de verkiezingen stuurt. We kijken ook of we kunnen helpen bij de begeleiding van binnenlandse waarnemers. Dat kunnen we wellicht samen met het Europees Parlement doen. En we stellen onze vele ervaringen en expertise over verkiezingen en veranderingsprocessen beschikbaar. Centraal en Oost-Europa maakten twintig jaar geleden een vergelijkbare verandering door van een autoritair naar een democratisch stelsel. Van die positieve en negatieve ervaringen valt veel te leren voor de Tunesiërs.

Tijdens het werkbezoek vonden besprekingen plaats met interim- president Mebazaa, premier Essebsi en minister van Buitenlandse Zaken Mouldi Kefi.

Ook werd overlegd met de nationale commissie die het veranderingsproces leidt en de verkiezingen voorbereidt, en met de commissie die het gewelddadige optreden van de politie tijdens de Tunesische revolutie onderzoekt. Bijzonder belangrijk was de informatie van de kant van vertegenwoordigers van de revolutionaire beweging die in januari een einde maakte aan de harde dictatuur van president Ben Ali. Het positieve nieuws is dat er heel wat in gang is gezet om de revolutie tot een succes te maken. Minder goed nieuws is dat er nog veel aanhangers van het oude regime op allerlei posten zitten, bij de politie, in het justitiële apparaat, in de mediasector. Die kunnen nog veel zand in de machine gooien. Er bestaat ook vrees dat de nu verboden partij van ex-dictator Ben Ali via nieuwe partijen zal proberen een deel van de macht bij de verkiezingen terug te winnen. Een begrijpelijke vrees. Ben Ali’s partij wist jarenlang de uitslag van verkiezingen te manipuleren en had in alle delen van Tunesië zijn aanhangers. Die zijn weliswaar nu uit het zicht – maar voor hoe lang? Afgesproken is dat de leidende kaders van Ben Ali’s partij zich niet kandidaat kunnen stellen bij de eerstkomende verkiezingen in juli. Maar de partij telde in totaal honderdduizenden leden. Die kunnen proberen onder nieuwe partijnamen stemmen te vergaren. Het is ook daarom van groot belang dat veel binnenlandse en internationale waarnemers bij de verkiezingen aanwezig zijn.

Libische burgeroorlog bedreigt Jasmijnrevolutie

Ronduit zorgelijk is de invloed van de burgeroorlog in buurland Libië. Daardoor moet Tunesië heel veel vluchtelingen opvangen. En de economische schade is groot: de handel met Libië is stilgevallen en er komen veel minder toeristen. Dat kan politieke gevolgen hebben. Zoals premier Essebsi ons zei: ‘Om goed te kunnen stemmen moet je voldoende te eten hebben.’ Vanuit Libië kwamen jaarlijks enkele miljoenen Libiërs voor zaken of vakantie naar Tunesië. Die inkomsten zijn vrijwel helemaal weggevallen. Ook werkten tienduizenden Tunesiërs in Libië. Dat is nu ook voorbij. En waar Europa klaagt over Tunesische vluchtelingen die naar hier komen, is het aantal Libische vluchtelingen in Tunesië vele malen groter. En dat voor een arm land met nauwelijks functionerende structuren na de revolutie. Wrang is het ook dat de Jasmijnrevolutie, die een einde maakte aan onderdrukking en terreur, nu westerse toeristen weghoudt uit Tunesië. Door de revolutie in Egypte en de burgeroorlog in Libië is Noord-Afrika al helemaal uit de gratie van het Westerse toerisme. De economische groei stagneert en de werkloosheid groeit. Vooral jonge Tunesiërs, vaak hoog opgeleid, zitten zonder baan. Uitzichtloosheid kan bij verkiezingen tot vreemde keuzes leiden. Zeker omdat er geen gevestigde partijen aan de verkiezingen deelnemen. Alles is nieuw, er hebben zich zestig politieke partijen aangemeld voor een plek op het stembiljet in juli. Vrijwel allemaal zijn ze onbekend. De enige die bekend is, is de partij van islamitische fundamentalisten. Ook voortrekkers van de Jasmijnrevolutie voorzien dat juist die fundamentalisten hoog kunnen scoren op 24 juli en daarmee grote invloed krijgen op de toon en inhoud van de nieuw op te stellen Grondwet.

Ook interim-president Mebazaa maakt zich zorgen over de gevolgen van de burgeroorlog in Libië voor zijn land, zo zei hij ons in het voormalige paleis van dictator Ben Ali in Carthago. Hij is erg bang voor wat hij ‘een Iraaks scenario bij de buren’ noemt. Hij ziet weinig heil in de militaire interventie van de NAVO. Voor je het weet, gaat het jarenlang mis in Libië, waarschuwde hij. Een begrijpelijke zorg. En een extra reden om zo snel mogelijk tot een staakt-het-vuren in Libië te komen. Dat is ook in het belang van een succesvolle voortzetting van de Tunesische revolutie. Een revolutie beginnen is al bijzonder, hem tot een goed einde brengen nog veel ingewikkelder.

Interim-president Mebazaa tegen delegatie Raad van Europa: ‘Bang voor Iraakse toestanden in Libië’

De huidige interim-president, noch zijn premier staan kandidaat voor de komende verkiezingen. Dat geldt al evenzeer voor degenen die nu de leiding hebben over de organisatie van de verkiezingen en het onderzoek naar de gebeurtenissen tijdens de revolutie. Het zijn allemaal mannen op leeftijd. ‘De revolutie is vooral door jongeren gemaakt’, vertelde president Mebazaa me. ‘Wij helpen bij de overgang naar de democratie. Zij zullen het vanaf dan moeten doen in ons land.’

Arabische Lente: vooruitgang en verzet

De Tunesische revolutie die half december 2010 begon, sloeg razendsnel over, eerst naar Algerije en Egypte. In het laatste land moest president Mubarak het veld ruimen. Daarna volgden volksopstanden in onder andere Jemen, Bahrein, Libië en Syrië. De Arabische Lente is nu een begrip en de westerse wereld, die lang de Arabische dictaturen heeft gesteund, is gedwongen de kant van de opstandelingen te kiezen en hun vroegere vrienden in de steek te laten. President Saleh van Jemen heeft, na aanvankelijk gewelddadig optreden, nu noodgedwongen zijn aanstaande vertrek aangekondigd, al blijft veel onzeker. De Marokkaanse koning Mohammed belooft, na grote demonstraties in zijn land, zijn monarchale almacht te beperken en de democratie meer ruimte te geven. Egypte kiest in november een nieuw parlement en kort daarop een president.

In Syrië heeft president Assad de al 50 jaar geldende noodtoestand officieel opgeheven. Maar zijn politie- en legertroepen blijven uiterst gewelddadig optreden tegen de protesterende bevolking, die nu onomwonden om Assads vertrek vraagt. In Libië verzet kolonel Khadaffi zich met geweld tegen de volksopstand in zijn olierijke en nu vrijwel in tweeën gedeelde land. Libië is het enige land waar het Westen, via de NAVO, militair intervenieert. Officieel om de burgerbevolking te beschermen, feitelijk met het klaarblijkelijke doel Khadaffi van de troon te stoten. Van andere buitenlandse inmenging is sprake in de Golfstaat Bahrein. Daar zijn legertroepen van koning Abdullah van Saoedi-Arabië de onder druk staande leider van de Golfstaat, koning Hamad, te hulp gekomen om de Bahreinse opstand neer te slaan.

Palestijnen werken weer samen door Arabische Lente

In de Palestijnse gebieden heeft de Arabische Lente geleid tot demonstraties, van jonge Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza. Hun eis tot verzoening tussen de regering van president Abbas en het opstandige bewind van Hamas in Gaza heeft een verrassend succes gehad: er wordt inmiddels door Fatah en Hamas serieus gewerkt aan een regering van nationale eenheid en verkiezingen voor parlement en presidentschap. Op 21 juni komt president Abbas op bezoek in Nederland om zijn plannen toe te lichten. Twee dagen later is hij te gast in de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa in Straatsburg. Met de Raad van Europa wil de Palestijnse Nationale Raad in de toekomst nauwere samenwerking. SP-senator Tiny Kox is namens de Raad van Europa rapporteur in deze. Op werkbezoek in Ramallah sprak hij ook met de jonge demonstranten: ‘Het deed denken aan vroeger, met speeches, megafoons, gitaren en slaapzakken. Maar het was alleszins iets van hier en nu. Palestijnse jongeren kennen geen ander leven dan onder Israëlische bezetting, wat hun kansen op een fatsoenlijke toekomst onmogelijk maakt. Dat zijn ze helemaal zat. Zij hebben de Palestijnse leiders nu tot handelen aangezet. Verzoen je met elkaar en zorg dat Palestina zo snel mogelijk onafhankelijk wordt. Dat is de boodschap van de jongeren in Ramallah en ook van de demonstranten in Gaza.’