publicatie

Spanning maart 2011 :: Generatieconflict of klassenconflict?

Spanning, maart 2011

Generatieconflict of klassenconflict?

Foto: Marcel van den Bergh / Hollandse Hoogte

Tekst: Leon Botter

Als we andere politieke jongerenorganisaties dan ROOD mogen geloven, dan stevenen we af op een regelrecht generatieconflict. Door de vergrijzing van de Nederlandse bevolking verandert de verhouding tussen het aantal werkenden en het aantal ouderen dat een beroep doet op ouderdomsvoorzieningen. Dit is een demografische voorspelling die door niemand wordt betwist. De vraag is echter voor welke oplossingen we kiezen. Is langer doorwerken en korten op voorzieningen onvermijdelijk? Is de tegenstelling tussen jong en oud werkelijk zo groot? Of zijn er ook sociale alternatieven voorhanden? Deze vragen zijn van groot belang aangezien de naoorlogse solidariteit die Nederland rijk is, zwaar onder druk staat.

Na de Tweede Wereldoorlog zijn er grote stappen gezet in de ontwikkeling van onze samenleving. De Nederlandse bevolking heeft haar leiders kunnen bewegen om sociale wetten en regels te maken. Solidariteit werd minder afhankelijk van de situatie van een individu, maar georganiseerd door de overheid. Dit gebeurde op basis van solidariteit tussen de drie groepen: werkenden, jongeren en ouderen. De groep werkende mensen zorgt voor het grootste deel van de belastinginkomsten, zodat de overheid de middelen heeft om de twee andere groepen te ondersteunen. Zo krijgt de groep jonge mensen de kans om op te groeien en onderwijs te volgen en kunnen de ouderen onbezorgd genieten van hun oude dag. Op zich een logisch idee, maar er is veel strijd nodig geweest om ons beschavingsniveau op deze manier tot een hoger plan te tillen. Er moeten dus wel erg goede redenen zijn om zelfs maar na te denken over de ontmanteling van deze hard bevochten basis van Nederlandse solidariteit. De opbouw van onze voorzieningen laat overigens direct zien dat de politieke tegenstelling tussen jong en oud een schijntegenstelling is. Jongeren en ouderen zijn juist beide in meerdere mate afhankelijk van sociale voorzieningen. Dat roept de vraag op waarom diverse politieke jongerenorganisaties de ouderen afschilderen als tegenstander en niet als bondgenoot.

Vergrijzing: spookbeeld of serieuze bedreiging?

Dat de Nederlandse bevolkingssamenstelling vergrijst, is een demografisch feit en wordt door niemand in twijfel getrokken. De vraag is echter of de groeiende groep ouderen werkelijk een onoverkomelijk probleem vormt en de solidariteit tussen generaties dus weer afgebroken moet worden.

Er lopen veel zaken door elkaar in de discussie over de vergrijzing, overigens tot groot genoegen van paniekzaaiende politici.

Om te voorkomen dat de discussie volledig wordt beheerst door kostenplaatjes en probleem-denken is het goed om voorop te stellen dat de vergrijzing een prachtige uitkomst van de vooruitgang van de mens is. Langer en gezonder leven is vooral een zegen en SP-ers spreken daarom ook liever van verzilvering. Die verzilvering brengt niet alleen kosten met zich mee, maar levert ook erg veel op. Het vervelende is dat die opbrengsten zich wat moeilijker laten vangen in de rekenmodellen van de homines economici bij het CPB. Meer ouderen zorgen bijvoorbeeld voor minder verkeersdrukte tijdens de spits en het is ook niet ondenkbaar dat criminaliteitcijfers dalen. En zonder de grote inzet van onze ouderen voor vrijwilligerswerk en mantelzorg zou de maatschappij, de zorg in het bijzonder, een groot probleem hebben.

Toch wordt de onhoudbaarheid van de AOW nog vaak genoemd als een probleem dat wordt veroorzaakt door de vergrijzing. Het is echter een politieke keuze om de AOW-leeftijd te verhogen. Men kan er ook voor kiezen om de oogkleppen af te zetten en de samenhang der dingen wat meer in ogenschouw te nemen. Nico Schouten becijferde al dat de groeiende groep ouderen ook voor meer overheidsinkomsten zorgt, omdat ze over hun pensioen inkomstenbelasting moeten betalen (zie elders in deze Spanning). Als je daar rekening mee houdt, dan blijft de AOW betaalbaar. Ook het uitgavenpatroon van gepensioneerden legt de economie en de schatkist geen windeieren.

Toch zijn er mensen die blijven volhouden dat vergrijzing slechts problemen oplevert. Neem bijvoorbeeld het standpunt van Dwars, de jongerenorganisatie van GroenLinks. Die vindt het volgende: ‘DWARS vindt het belangrijk dat de AOW wordt hervormd, zodat de jongeren van nu niet de dupe worden van het onverantwoorde stelsel waar de babyboomers nu van genieten.’ Ze benoemen dus niet alleen een hervorming maar vinden het ook nodig zich af te zetten tegen een andere generatie.

Natuurlijk stelt de vergrijzing onze samenleving wel voor nieuwe vraagstukken. De vraag waar het om draait is hoe we als samenleving omgaan met een zegening die misschien korte tijd geld kost. Niemand zal zeggen dat zijn of haar ouder wordende moeder de kankerbehandeling maar even moet laten schieten, omdat het te duur wordt. Het ligt voor de hand dat de samenleving de kosten voor haar rekening moet nemen. Het gaat er vooral om hoe die kosten verdeeld moeten worden.

De vergrijzing wordt vaak onterecht als spookbeeld gebruikt in dienst van de politieke agenda’s van partijen. Daarbij wordt handig gebruik gemaakt van de onzekerheid tijdens een economische crisis. Degenen die The Shockdoctrine van Naomi Klein hebben gelezen, zal die tactiek bekend voorkomen. We doen er dus verstandig aan om niet mee te gaan in de paniekzaaierij en rustig te kijken

hoe mogelijke problemen op een goede en sociale manier kunnen worden opgelost.

Generatieconflict of klassenconflict?

In de kringen van andere politieke jongerenorganisaties, van de Partij van Arbeid tot aan de VVD, wordt er al gesproken over het Grote Generatieconflict, met hoofdletters en al. Ze zijn een heuse kruistocht begonnen tegen babyboomers, in hun ogen zo ongeveer de grootste zondaars in de wereld. Kort samengevat luidt hun analyse: babyboomers hebben het meest geprofiteerd van de naoorlogse sociale voorzieningen en nu moet de jongere generatie ook nog opdraaien voor het feit dat de babyboomers ouder worden. De oplossingen van die jongerenorganisaties richten zich ook eenzijdig op de oudere generatie. Ouderen moeten langer doorwerken. Waar de VVD het nog over 67 jaar heeft, daar praat de JOVD al over 70 jaar. Iedere generatie voor zichzelf en god voor ons allen, lijkt het devies. De JOVD schrijft onomwonden op haar website: ‘Uiteindelijk moet worden toegewerkt naar een pensioenstelsel met zelf gespaard pensioen, zodat mensen zelf de verantwoordelijkheid dragen voor hun oudedagsvoorziening middels een particuliere verzekering.’

Los van de demagogische toon waarop de paniekzaaiers het debat voeren, kun je vraagtekens zetten bij die analyse. Kun je werkelijk stellen dat de babyboomers een homogene groep vormen met dezelfde belangen? Heeft de babyboomer en oud Shell-topman Jeroen van der Veer dezelfde belangen als een mede-babyboomer zoals mijn schoonvader, die zijn hele werkzame leven als plaatwerker in de fabriek heeft gestaan? Hebben zij in dezelfde mate geprofiteerd van de naoorlogse welvaart? Zouden Jeroen van der Veer en mijn schoonvader met hetzelfde enthousiasme twee jaar langer doorwerken? Ik geloof dat ik als jongere veel meer belangen deel met mijn schoonvader, dan met een rechtse jongere die vooral bang is dat hij later te veel belasting moet betalen over zijn riante salaris als politicus of topmanager. De tegenstellingen tussen generaties lijken te worden gebruikt om grotere tegenstellingen te verbloemen. Het langer doorwerken gaat bijvoorbeeld vooral ten koste van de lagere inkomens, die minder lang van hun AOW- en pensioenuitkeringen kunnen genieten door hun kortere levensverwachting. Sommige politieke jongerenorganisaties zien liever het Nederlandse pensioenstelsel afgeschaft, met daarvoor in de plaats een Amerikaans systeem. Zonder collectiviteit, waardoor de grillen van de financiële markten direct worden afgewenteld op de werknemer. Ondanks dat de vergrijzing wordt gebruikt om ons een generatieconflict voor te houden, lijkt er meer sprake van het conflict dat de mens al eeuwen bezig houdt: het klassenconflict. Jong en oud worden tegen elkaar uitgespeeld om de kloof tussen de haves en de have nots te bestendigen.

In die zin is de solidariteit tussen generaties even belangrijk als dubbelzinnig. Je kunt zeggen dat onze sociale zekerheid is georganiseerd aan de hand van de drieslag tussen werkenden, jong en oud, maar daar zit veel meer achter. De sociale ongelijkheid in de samenleving staat los van de generaties waartoe mensen behoren. Een kind is weliswaar afhankelijk van anderen om op te kunnen groeien, maar een kind van arme ouders heeft natuurlijk veel meer steun van buiten nodig dan een kind van grootverdieners. Het doel van de solidariteit is nog altijd het verdelen van de welvaart en het garanderen van een menswaardig bestaan voor iedereen, ook als het tegen zit. Het aanwakkeren van een soort generatieconflict is dus een handige camouflage voor waar het echt om gaat. De vergrijzingsdiscussie komt neer op de aloude ideologische strijd tussen socialisme en (neo)liberalisme. Gaan we als samenleving met z’n allen voor ons eigen belang en accepteren we sociale ongelijkheid of blijven we solidariteit organiseren?

Foto: John Schaffer / Hollandse Hoogte

De jeugd van tegenwoordig

Als je de media moet geloven, kent de jeugd van tegenwoordig geen solidariteit meer en laten jongeren de oudere generatie keihard in de steek. De discussie hierover wordt gekaapt door politieke jongerenorganisaties die de schijn proberen te wekken de jongeren in Nederland te vertegenwoordigen. Ze komen daar makkelijk mee weg, omdat discussies over de AOW en pensioenen eigenlijk helemaal niet spelen bij jongeren. Niet zo gek overigens, als je bedenkt dat jongeren zich al genoeg zorgen maken over de betaling van hun studie of het vinden van een betaalbare woning. Hoewel de discussie over de vergrijzing niet op het schoolplein of in de discotheek wordt gevoerd, geloof ik er niets van dat jongeren niet meer solidair zijn met ouderen. Stel dat je op een jongere zou afstappen met de vraag: vind je het terecht dat jouw opa wordt gekort op het pensioen dat hij zelf bij elkaar heeft gespaard? Of vind je dat jouw oma recht heeft op goede en betaalbare zorg? Ik durf te wedden dat bijna elke jongere een solidair antwoord geeft. Ik spreek eigenlijk nooit jongeren op straat die hard roepen om het afbreken van het pensioenrecht. Wel zie ik tijdens ROOD-acties veel MBO’ers die vol passie in de zorg willen gaan werken om voor hun oudere medemens te gaan zorgen. ROOD, jong in de SP, laat in de praktijk ook zien dat jongeren nog altijd solidair kunnen zijn met ouderen. Afgelopen maand voerden wij samen met Perspectief (Christenunie jongeren) nog actie voor behoud van een buslijn in Amersfoort. De buslijn die wegbezuinigd zou worden, loopt langs een scholencomplex en een seniorenflat. Twee toerbussen stampvol ouderen en jongeren zijn naar de wethouder toegegaan om behoud van de lijn te eisen. Jong en oud, schouder aan schouder voor behoud van voorzieningen.

Dat er nog zoveel jongeren een gevoel van solidariteit hebben, zou je overigens kunnen zien als een groot wonder. De gevestigde politieke orde van de afgelopen decennia heeft niets dan individualisme gepredikt. Ook tegen de jongere generatie wordt al jarenlang gezegd: zoek het zelf maar uit. Voor fatsoenlijk onderwijs steek je je maar diep in de schulden. Woon je in de binnenstad en wil je met je vrienden afspreken, dan zijn daar geen gemeenschappelijke ruimtes meer voor. Spreek je toch af en ga je dan maar op straat hangen, dan word je weggejaagd door een Mosquito in plaats van dat er een buurtagent of jongerenwerker met je in gesprek gaat. Wil je je als jongere inzetten voor de samenleving tijdens je studie? Helaas, het is blokken voor studiepunten om zo snel mogelijk klaargestoomd te worden voor de arbeidsmarkt. Het doorgeslagen individualisme heeft Nederland niet onberoerd gelaten, maar gelukkig hebben veel jongeren hun hart nog op de goede plek.

Hoe komt het dan dat de jongeren die te zien zijn op de televisie aandringen op het afbreken van ouderenvoorzieningen? Dat is niet omdat ze jong zijn, maar omdat ze tot een elite behoren. Veel actieve politieke jongeren behoren tot dezelfde elite als die aanwezig is bij de moederpartijen. De elite die de samenleving de neoliberale kant op probeert te sturen, terwijl de overgrote meerderheid van de mensen in ieder opinieonderzoek aangeeft meer solidariteit en sociale samenhang te willen. Het is niet zo moeilijk om erdoorheen te prikken. De politieke jongeren die willen bezuinigen op ouderen, willen namelijk net zo hard bezuinigen op jongeren door bijvoorbeeld de studiefinanciering af te schaffen. Eens te meer een bewijs dat een generatieconflict wordt aangewakkerd om een neoliberale politieke agenda door te voeren.

Problemen oplossen

De samenleving komt voor nieuwe vraagstukken te staan. Men wil ons voorspiegelen dat er maar één manier is om met die vraagstukken om te gaan: voorzieningen zijn onbetaalbaar en moeten worden afgebroken, of de hele generatie moet geld bijleggen. Er zijn echter ook sociale alternatieven. Als de zorgkosten daadwerkelijk flink blijven toenemen, dan betekent dat niet per definitie dat de we medische behandelingen maar niet meer gaan uitvoeren. Het betekent ook niet automatisch dat de oudere generatie maar meer moet gaan betalen. Dat is een politieke keuze, die ouderen met een lager inkomen benadeelt ten opzichte van ouderen met een hoger inkomen. Hogere zorgkosten kunnen worden gedragen door de mensen die dat het beste kunnen betalen. Niet voor niets heeft Agnes Kant voorgesteld om de zorgpremies inkomensafhankelijk te maken. Ook het afschaffen van marktwerking in de zorg zou ons veel geld kunnen besparen.

Een grotere groep gepensioneerden betekent niet per se dat er minder pensioen uitgekeerd kan worden, of mensen langer moeten doorwerken. Als we mensen een fatsoenlijke oude dag op hun 65ste gunnen, dan kunnen we daar met de hele samenleving voor zorgen. Door bijvoorbeeld eerst de mensen aan het werk te helpen die nu aan de kant staan. Of door desnoods, mocht dat in de toekomst ooit nodig zijn, alle mensen die het kunnen wat meer te laten bijdragen. En niet alleen de werknemers, maar ook de werkgevers. De mensen die ons land hebben opgebouwd beroven van hun zelf gespaarde pensioen is ongehoord asociaal. Dat wil bijna geen enkele jongere zijn grootouders aan doen.

Als generaties zich tegen elkaar laten uitspelen, dan is de weg vrij voor een gigantische sociale afbraak. Solidariteit tussen generaties is dus essentieel om de voorzieningen in stand te kunnen houden. Er zijn weinig zekerheden in het leven, maar de kans is heel groot dat je jong bent, gaat werken en oud wordt. In al die levensfases is het prettig om gebruik te kunnen maken van solidariteit en collectiviteit. Dat is wat ons land een beschaafd land maakt en dat is waar generaties samen voor moeten strijden. Lukt ons dat, dan kunnen we de vergrijzing verzilveren, behouden wat de oudere generaties voor elkaar hebben gekregen en stappen zetten naar een nieuwe samenleving waar solidariteit met hoofdletters geschreven wordt.

Inhoud