publicatie

Spanning november 2010 :: Joegoslavië in vogelvlucht

Spanning, november 2010

Joegoslavië in vogelvlucht

Sinds de vijftiende eeuw behoorde de Balkan tot het Ottomaanse Rijk. Deze Turkse overheersing bleef altijd betwist en in 1878 werd het Ottomaanse Rijk gedwongen Bosnië en Herzegovina, Servië en andere gebieden op te geven.

Bosnië en Herzegovina werden in 1908 gevoegd bij het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije dat in 1867 was ontstaan.

Na de Eerste Wereldoorlog werd Oostenrijk-Hongarije ontmanteld.

In 1918 gingen het Koninkrijk Servie en de Staat van Slovenen, Kroaten en Serven (Staat SHS) samen in het Koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen.

De kiem voor latere conflicten is meteen gelegd, omdat Servië voor een eenheidsstaat pleit terwijl Kroatië meer ziet in een federatie. Kroatië probeert zich in 1928 los te maken en krijgt tien jaar later meer autonomie.

Sinds 1919 heette het land Joegoslavië (= Zuid- Slavië).

Na de Tweede Wereld- oorlog werd het koningschap afgeschaft en werd onder leiding van de communistische verzetsheld en partijleider Tito de Federale Volksrepubliek Joegoslavië ingesteld.

Dit land bestond uit de zes deelrepublieken Servië, Kroatië, Slovenië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Macedonië en twee autonome gebieden: Kosovo en Vojvodina

Met de val van het communisme tussen 1989 en 1992 viel het land op gewelddadige wijze uiteen. De autonomie van Kosovo en Vojvodina werd in 1989 opgeheven, wat in Kosovo tot onlusten leidt.

Vrijwel alle republieken gingen verder als onafhankelijke staten behalve Servië en Montenegro, die een nieuwe federatie oprichtten met als naam Federale Republiek Joegoslavië.

In 1991 verklaren Slovenië en Kroatië zich onafhankelijk. Het federale leger (vnl. bestaande uit Serviërs) grijpt in. Slovenië werd in een week verslagen; tegen Kroatië duurt de oorlog tot begin 1992. In beide gevallen verliest de federale overheid.

In september 1991 volgde de afscheiding van Macedonië.

1992, in februari kiest een meerderheid van de kiezers in Bosnië-Herzegovina voor onafhankelijkheid. Bosnische Serviërs, gesteund door Servië, komen in verzet. Oorlog tot eind 1995, toen de zg. Dayton-akkoorden bereikt werden.

Van de oorspronkelijke zes deelrepublieken zijn nu enkel Servië en Montenegro overgebleven als Joegoslavië.

1999, de Servische onderdrukking van moslims in Kosovo

leidt tot vluchtelingenstromen. Na vergeefse diplomatieke druk besluit de NAVO (zonder mandaat van de VN-

Veiligheidsraad) tot militair ingrijpen. Aanvankelijk worden alleen militaire doelen gebombardeerd, maar na enkele weken ook burgerdoelen in Servië. De VN plaatste Kosovo onder internationaal bestuur.

2002, in maart besluiten Servie en Montenegro om de federale republiek om te vormen tot een veel lossere unie.

De parlementen stemmen in met het plan en vanaf 4 februari 2003 heette het land Servië en Montenegro dat in de plaats kwam van de Federale Republiek Joegoslavië.

2004, Slovenië treedt toe tot de Europese Unie.

In 2006 koos Montenegro voor onafhankelijkheid en op 3 juni hield ook de confederatie Servië en Montenegro op te bestaan.

Op 17 februari 2008 verklaarde Kosovo zich eenzijdig onafhankelijk van Servië.