publicatie

Spanning november 2010 :: Inleiding - Is er toekomst voor de vrede?

Spanning, november 2010

Inleiding

Is er toekomst voor de vrede?

In West-Europa kennen we sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog geen oorlog meer. Wel zijn de meeste landen betrokken geweest bij oorlogen, maar dat gebeurde dan ver van huis en niet op het eigen grondgebied. Nederland bijvoorbeeld stuurde vlak na de nederlaag van Nazi Duitsland honderdduizend soldaten naar ‘de Oost’. Deze jongens werden ingezet om de onafhankelijkheid van Indonesië tegen te gaan; vijfduizend soldaten kwamen niet terug. Een paar jaar later gingen enkele duizenden Nederlandse soldaten naar Korea in het kader van een internationale troepenmacht (123 kwamen er niet terug). In 1962 gingen tienduizend soldaten wederom naar Azië; nu om Nieuw-Guinea voor het koninkrijk te behouden. Ze hoefden gelukkig niet echt in actie te komen.

Voor veel andere landen uit West-Europa geldt iets soortgelijks. België had zijn Congo, Portugal voerde tot ver in de jaren zeventig koloniale oorlogen in Afrika, en Frankrijk voerde oorlogen in Noord-Afrika en Azië die miljoenen slachtoffers kostten. Zo was de vrede hier getekend, maar werd de strijd elders niet minder fel gevoerd.

Enige maanden geleden hield Emile Roemer in het Verzetsmuseum te Gouda een toespraak over de vraag of de toekomst vrede zal brengen en hoe we dat kunnen bereiken. Aan de hand van de recente oorlogen in delen van Europa en betrokkenheid van Nederland en andere Westerse landen bij de oorlogen in Afghanistan en Irak, schetste hij stappen voor een toekomst zonder oorlog. De volledige tekst van zijn toespraak staat in deze Spanning (p. 3 – 7).

Leon Wecke, een bekende Nijmeegse polemoloog (wetenschapper die zich bezig houdt met vraagstukken van oorlog en vrede) is het in grote lijnen met de SP-fractievoorzitter in de Tweede Kamer eens (p. 8 – 10). Volgens hem lijkt Emile Roemer geen bedenkingen te hebben bij de motieven van de voorstanders van zogenaamde humanitaire interventie. Volgens Wecke zijn hun bedoelingen echter minder onzelfzuchtig dan ze zelf beweren; er zitten altijd zelfzuchtige politieke of economische belangen achter. Wecke vindt dat Emile te mild is.

De nieuwe regering heeft in haar regeerakkoord ook aandacht voor het buitenland. De integrale tekst van de buitenlandparagraaf staat op de pagina’s 11 en 12. Jan Schaake van ‘Kerk en Vrede’ levert commentaar op de buitenlandparagraaf van de regering Rutte-Verhagen (Wilders). Hij concludeert dat de enige drijfveer om zich bezig te houden met het buitenland puur egoïstisch eigenbelang is (p. 13 – 14).

Een van de grote oorlogsbrandhaarden van de afgelopen 20 jaar was het voormalige Joegoslavië. SP-senator Tiny Kox beschrijft hoe Bosnië, waar recent verkiezingen werden gehouden nog steeds een tikkende tijdbom is (p. 15 – 20).

In het Rijke Rooie Leven schrijft Paul Benschop een episode uit de bevrijdingsstrijd van het Indonesische volk. In 1933 vond de muiterij op het oorlogsschip de Zeven Provinciën plaats; de Nederlandse regering greep hard in, terwijl Nederlandse communisten begrepen dat ze de strijd van ‘inlandse’ en Nederlandse matrozen moesten steunen (p. 22-23). De opinie pagina is dit keer geschreven door Harry van Bommel die nog eens benadrukt dat we militair niets in Afghanistan te zoeken hebben.