publicatie

Spanning, mei 2008 :: Het rijke rooie leven - De oprichter van de vroegere Socialistische Partij

Spanning, april 2008

Het Rijke Rooie Leven

Deel 35: Ron Blom over Harm Kolthek (1872-1946)

De oprichter van de vroegere Socialistische Partij

De libertair-socialist Harm Kolthek heeft als activist van onder meer de Sociaal-Democratische Bond (SDB en later Socialisten-Bond), de Internationale Anti-Militaristische Vereniging (IAMV), het Nationaal Arbeids-Secretariaat (NAS) en de vrijdenkersbeweging ‘De Dageraad’ zijn sporen nagelaten in de geschiedenis van de socialistische arbeidersbeweging.

In 1918 was hij betrokken bij de oprichting van de Socialistische Partij (SP). De SP behaalde bij de verkiezingen van dat jaar een Kamerzetel en was vanaf 1919 in diverse plaatsen in de raad vertegenwoordigd. Vooral voor NAS-activisten die niet op de communisten wilden stemmen vormde de uit het sociaal-anarchisme voortkomende SP een uitstekend alternatief.

Tekst: Ron Blom

De afkortingsrijke geschiedenis van de Nederlandse socialistische beweging kende aan het begin van de twintigste eeuw vele stromingen. De grootste was de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Verder bestonden de in 1909 van de SDAP afgesplitste Sociaal-Democratische Partij (SDP), de Bond van Christen-Socialisten (BvCS) en de anarchistische beweging bestaande uit individueel- en sociaal-anarchisten. In de linkse vakbeweging had je het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) dat gelieerd was aan de SDAP, en het sociaal- anarchistische NAS.

Vereeniging Gemeenschappelijk Grondbezit

Harm Kolthek werd in 1872 te Westerbroek (gemeente Hoogezand) geboren. Hij volgde een opleiding tot leraar, maar ging later aan het werk als smidsknecht. In 1890 werd Kolthek actief in de SDB en raakte betrokken bij het conflict tussen de anarchisten en de stroming die in 1894 de SDAP oprichtte. In 1901 vertrok hij naar de industriestad Deventer. Hier maakte hij korte tijd deel uit van de drukkerij Voorwaarts, die was aangesloten bij de plaatselijke ‘Coöperatieve Verbruiks- en Productievereeniging Ons Belang’. ‘Ons Belang’ was lid van de Vereeniging Gemeenschappelijk Grondbezit (GGB).

De in 1901 opgerichte GGB was een beweging van landbouwkolonies, verbruikscoöperaties en productieve associaties, die samen de beweging van ‘binnenlandse kolonisatie’ moesten vormen. Kolthek beschouwde de coöperatie als één van de middelen van de socialistische beweging. De arbeiders zouden zelf de productie ter hand moeten nemen om zo het kapitalisme van binnenuit uit te hollen en de nieuwe maatschappij op te bouwen.

Kolthek kwam via de sociaal voelende Deventer houthandelaar Jan Stoffel ook in aanraking met de ideeën van Henry George, die hij toen nog afwees, maar die na 1925 een grote betekenis voor hem zouden krijgen.

Secretaris van het NAS

Eind 1907 trad Kolthek aan als secretaris van het NAS. Hij zette zich in voor een efficiëntere organisatie en voor de noodzaak van sociale wetgeving. De energieke secretaris nam steeds meer afstand van het anarchisme en maakte zich sterk voor de ‘ongeacht-clausule’ (het voeren van de arbeidersstrijd ongeacht godsdienstige en politieke meningsverschillen). De meer individueel-anarchistische krachten waren het hier niet mee eens. Zij bestreden Kolthek en dwongen hem tot een vertrek uit de revolutionaire vakbeweging. Van 1913 tot 1918 werkte Kolthek bij De Telegraaf. Gedurende de Eerste Wereldoorlog nam hij net als De Telegraaf een pro-Entente [1] houding in. Hij verdedigde zich tegen linkse criticasters door te zeggen dat zijn felle afwijzing van het Duitse imperialisme niet betekende dat hij een voorkeur had voor de Engelse en Franse imperialisten.

Eerste Wereldoorlog

Aan de vooravond van de bloedige Grote Oorlog hield de internationale socialistische arbeidersbeweging vele conferenties. Het lukte echter niet om het uitbreken van de oorlog te voorkomen en in vele gevallen deden de arbeidersleiders mee aan de nationalistische hysterie.

Onze regering koos voor neutraliteit. De SDAP hing de ‘godsvrede’ aan: de nationale eenheid kwam nu op de eerste plaats. Grote delen van de bevolking zagen de mobilisatie als een noodzakelijk kwaad om ons land buiten de oorlog te houden. Revolutionair-socialisten zoals Kolthek die daartegen ageerden, hadden het aanvankelijk niet gemakkelijk.

Gedurende vier-en-een-half jaar hield Nederland een kwart miljoen man onder de wapenen op een bevolking van zes miljoen. Er trad voedselschaarste op, maar tegelijkertijd exporteerde de regering levensmiddelen. Onder de, mede door de sociaaldemocraten ondersteunde, godsvredepolitiek, was er geen plaats meer voor stakingen en diende de gewone bevolking de broekriem aan te halen.

De onvrede onder de burgerbevolking nam toe en ook militairen roerden zich. Veel van de politieke kwesties die al langer speelden dienden opgelost te worden. Een daarvan was het kiesrecht. Onder druk van de maatschappelijke onrust gaven de confessionele partijen, die zich altijd hadden verzet tegen algemeen kiesrecht, in 1917 eindelijk toe. Er kwam algemeen mannenkiesrecht in ruil voor overheidssteun aan het bijzonder onderwijs.

De SP en de verkiezingen van 3 juli 1918

Voor anarchisten ofwel libertair-socialisten was deelname aan verkiezingen al jaren een heikel thema; deelname aan verkiezingen zou alleen maar tot uitverkoop van principes leiden en echte fundamentele veranderingen moesten volgens hen van onderop komen. Als gevolg van de invoering van het algemeen mannenkiesrecht zag een deel van de sociaal-anarchisten nu toch het belang in van deelname aan verkiezingen.

Tegelijkertijd gingen de stakingen en rellen gewoon verder. Binnen het NAS was inmiddels ook de SDP, de latere Communistische Partij actief geworden. Veel mensen binnen het NAS waren daar niet blij mee, want het sociaal-anarchisme baseerde zich juist op een anti-sociaal-democratische traditie. Deze traditie stamde nog uit de tijd van de scheuring binnen de SDB waar de SDAP uit was voortgekomen. De SDP echter kwam, zoals de naam al aangaf, voort uit de sociaal-democratie en oriënteerde zich aanvankelijk dan ook vooral op het NVV. Dit veranderde vanwege de steun die het NVV gaf aan de godsvredepolitiek. De radicale sociaal-democraten verschoven hun aandacht daarop van NVV naar NAS. Voor veel sociaal-anarchisten waaronder Kolthek was duidelijk dat er snel een electoraal alternatief moest komen voor de SDP/CPN.

Zij richtten de Socialistische Partij (SP) op.

Het verkiezingsprogramma bestond uit onder meer gelijke rechten voor man en vrouw, afschaffing van het koningshuis, de geheime diplomatie, leger, vloot en het kolonialisme. De SP was een antimilitaristische partij met sterke banden met de IAMV. De bedoeling was vooral om de arbeidersbeweging onwelgevallige wetgeving tegen te houden en de positie van de arbeiders te verbeteren. De partij behaalde 8.950 stemmen (0,67%) en ging daarmee nipt over de kiesdrempel. Steunpunten van de partij bevonden zich in: Amsterdam, de Zaanstreek, Overijssel, Friesland, Zeeland, Den Bosch en Schiedam.

Naast Kolthek werden er nog drie radicale socialisten gekozen: David Wijnkoop en Willem van Ravesteyn namens de SDP en John William Kruyt die voor de BvCS zitting nam in het parlement. Door zich aaneen te sluiten tot een zogeheten Revolutionaire Kamerclub verkregen ze als grotere fractie meer mogelijkheden. Spoedig zouden zich echter diverse meningsverschillen openbaren.

Zo was Kolthek niet absoluut tegen bijzonder onderwijs. Invloed van de staat wees hij namelijk eigenlijk van de hand. Hij baseerde zich daarbij op de anarchistische traditie. Daarnaast wilde hij ook de mogelijkheid open houden van experimenten met alternatieve vormen van onderwijs.

Ook nam de SP een ander standpunt in ten opzichte van de Russische revolutie dan de SDP. De onrust in Nederland was een zwakke afspiegeling van de onrust in de rest van Europa. Deze onrust kwam tot uiting in de Russische en de Duitse revolutie, de soldaten- en arbeidersraden, andere revolutiepogingen, muiterijen, etc. Binnen radicaal-links bestonden verschillende beoordelingen van de Russische Revolutie en de rol van de bolsjewieken. De min of meer pacifistische SP wilde zich niet zondermeer solidair verklaren met het Russische Rode Leger, dat verwikkeld was in interventieoorlogen en een burgeroorlog.

Recht en Vrijheid

Kolthek zette zich steeds meer af tegen de communisten terwijl de echte anarchisten zich op hun beurt ook weer afkeerden van de in hun ogen te parlementaire SP. Zijn Kamerzetel ging bij de verkiezingen in 1922 dan ook weer verloren en ook bij de raadsverkiezingen van 1923 raakte de partij zetels kwijt. De landelijke uitstraling van de partij brokkelde af. Oprichter Kolthek nam steeds meer afstand van de socialistische politiek en verliet teleurgesteld de partij.

Na zijn afscheid van de SP keerde Kolthek terug naar Groningen. Zijn ernstige oogaandoening kon alleen in het Academisch Ziekenhuis verholpen worden. Hij leefde hier van zijn Kamerpensioen en hij gaf lessen. Veel verdiende hij niet. Hij zat verder veel in de leeszaal van de bibliotheek en had nu meer tijd dan ooit om te studeren.

Met ingang van 1931 kwam Kolthek met zijn georgistische grondpartij Recht en Vrijheid in de Groninger gemeenteraad. In Deventer was hij al in aanraking gekomen met de opvattingen van de Amerikaan Henry George, maar hij wilde er toen nog niets van weten. George was van mening dat de sociale misstanden in de samenleving werden veroorzaakt door de particuliere grondeigendom. Grondrecht innen zou het huidige belastingsysteem moeten vervangen.

In juni 1931 verscheen het eerste nummer van Recht en Vrijheid in een oplage van 15.000 exemplaren. Dit was het orgaan van de partij ‘Recht en Vrijheid, vereeniging tot herstel van het gelijke recht van alle menschen op den grond’. Kolthek sprak zich uit tegen de woekerwinsten van de gemeentelijke bedrijven en klaagde in het bijzonder de SDAP aan. De lijst stond vooral op het standpunt van belasting naar draagkracht. Verder was Recht en Vrijheid principieel tegen grondeigendom. Kolthek kwam dan ook op voor een erfpachtstelsel en ageerde krachtig tegen bezuinigingen op de gemeentelijke onderwijsuitgaven.

Door zijn sterke persoonlijkheid en zijn grote gave als spreker was hij gedurende de crisisjaren in staat om vooral onder de werklozen en kleine zelfstandigen een grote aanhang te verwerven. Bij de verkiezingen van 1935 en van 1939 behaalde hij zelfs vijf raadszetels. Ook bemachtigde Recht en Vrijheid nu een zetel in de Provinciale Staten. De stemmers wisten de prominente ‘luis in de pels’-politiek van Koltheks partij te waarderen, vooral vanwege de dominante positie van de SDAP in de Groninger raad. Na zijn overlijden in 1946 verdween de partij bij de verkiezingen van 1949 uit de gemeenteraad.


  1. De Entente was een los samenwerkingsverband van aanvankelijk Engeland en Frankrijk tegenover Duitsland. Later voegden zich steeds meer landen bij deze entente.

Ron Blom (1963) is werkzaam bij het Stadsarchief Amsterdam en promoveerde in 2004 op Niet voor God en niet voor het Vaderland. Linkse soldaten, matrozen en hun organisaties tijdens de mobilisatie van ’14-’18. Onlangs publiceerde hij De oude Socialistische Partij van Harm Kolthek. Momenteel werkt hij aan een biografie over Frank van der Goes.