publicatie

Spanning, mei 2008 :: Politieke wens walst over gezond verstand

Spanning, mei 2008

Politieke wens walst over gezond verstand

Tekst: Laurens Ivens SP-gemeenteraadslid Amsterdam en fractiemedewerker Tweede Kamer

De bouwkosten van menig groot en prestigieus infrastructuurproject lopen flink uit de hand. De afgelopen jaren waren er telkens overschrijdingen bij projecten als de Betuweroute, de HSL-Zuid en de Amsterdamse Noord-Zuidlijn. Deze projecten ontsporen al voordat er maar één trein of metro over gereden heeft. We kunnen ons afvragen waarom de overheid zo weinig grip heeft over dergelijke grote projecten.

Overschrijdingen

Begin jaren 90 werd er gekeken naar nut en noodzaak van de Betuweroute. Deze goederenspoorlijn moest de Rotterdamse haven verbinden met Duitsland, om vandaar uit zelfs aan te sluiten op de lijn naar de Italiaanse havenstad Genua. Een mooi Europees project. Daarnaast zou de spoorlijn uitgerust worden met de nieuwste technologieën waardoor de zware goederentreinen sneller konden optrekken en er meer treinen op het spoor zouden kunnen rijden. In 1991 dacht men dat dit project voor omgerekend slechts 1 miljard euro zou kunnen worden uitgevoerd. De politieke partijen spraken hier massaal hun steun voor uit. En zelfs toen in 1995 de kostenverwachting tot 3,7 miljard euro was gestegen, werd het politieke besluit toch snel genomen.

Met de HogeSnelheidsLijn-Zuid (HSL) tussen Amsterdam en de Belgische grens ging het ook zo. De politieke wens om deze vernieuwende lijn aan te leggen zorgde ervoor dat er snel toe besloten werd al zou de aanleg 3,4 miljard euro (prognose uit 1996) kosten. Ondanks vele waarschuwingen van deskundigen dat de aanleg wel eens veel duurder kon uitvallen. We weten nu dat die waarschuwing terecht was.

De aanleg van de Betuweroute gaat 5,5 miljard euro kosten en die van de HSL zelfs 6,3 miljard. Ondanks het innovatieve karakter van de projecten was er geen rekening gehouden met de grote risico’s en tegenvallers en ook aan de inpassing was nauwelijks gedacht.

Niet alleen het Rijk heeft geen vat op infrastructurele prestigeprojecten. Ook gemeenten gaan nogal eens de fout in. Zo ligt de metroverbinding tussen Amsterdam-Noord en Amsterdam-Zuid er nog lang niet, maar de kostenvoorspelling is al gestegen van 1,4 miljard (toen het besluit werd genomen) tot ruim 2 miljard euro. Bovendien heeft het project nu al jaren vertraging opgelopen. Aanvankelijk zou in 2011 de eerste metro rijden, maar dit duurt zeker tot 2015. En wederom is de oorzaak dat de kosten van de inpassing zeer hoog zijn, naast de grote risico’s die er zijn. Het is door de drassige bodem namelijk erg lastig om in het dichtbevolkte Amsterdam met veel heipalen een metrobuis aan te leggen.

Parlementair onderzoek

De voorspellingen bij een groot project worden altijd rooskleurig gebracht. Dit komt doordat bouwers er geen enkel belang bij hebben om ongunstige voorspellingen te laten zien, want dan zouden politici wel eens af kunnen zien van de aanleg. Ook minister en wethouders laten echter graag een positief kostenplaatje zien om prestigieuze besluiten te kunnen nemen. Tegen de tijd dat de waarheid aan het licht komt, zitten zij toch al lang niet meer op hun positie. En de Kamerleden of raadsleden laten zich graag inpakken door de mooie plaatjes. Want wie wil nou het droombeeld verstoren van de vele goederentreinen, razendsnelle internationale passagierstreinen of goede metro?

In de Tweede Kamer is er een parlementair onderzoek geweest naar infrastructurele projecten [1]. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat er veel beter naar de kosten gekeken moest worden. Ook moeten er meer momenten komen waarop kan worden besloten om van een project af te zien. Het parlementaire onderzoek werd uiteindelijk gebruikt om de stekker te halen uit de wens om een magneetzweeftrein tussen de Randstad en Noord-Nederland aan te leggen. Het onderzoek ging echter geheel voorbij aan de problemen die politici vaak hebben met het gebruiken van hun gezonde verstand. Bij een volgend project zal er niet eerst een heel parlementair onderzoek komen, maar zullen de politici zelf moeten nadenken. En dan maar eens afwachten wat er gebeurt als opeens de kostenramingen weer stijgen. Zullen de politici dan wel de politieke moed hebben om een project alsnog af te blazen? Of bevinden we ons met de aanleg van de Tweede Maasvlakte bij Rotterdam en de futuristische plannen voor de Zuidas bij Amsterdam nu al in een fase waarin het politieke point-of-no-return al voor het definitieve aanlegbesluit gepasseerd is?


[1] www.parlement.com/9291000/modulesf/g8qkdvh1