publicatie

Spanning, september 2007 :: Behoud de diversiteit van dagbladen

Spanning, september 2007

Behoud de diversiteit van dagbladen

In Nederland is 85 procent van de dagbladen in het bezit van slechts drie bedrijven: PCM, Wegener en de Telegraaf. Hoewel een kleine groep bedrijven een fors aandeel beheert, bestaat er op landelijk niveau nog steeds een redelijke mate van diversiteit. Regionaal en lokaal is de keuzevrijheid echter veel beperkter. Het percentage Nederlanders dat nog kan kiezen uit verschillende regionale kranten neemt sterk af. In 1981 was dat nog 64 procent; in 2006 is het nog maar 15 procent. In 2006 kon slechts 15 procent van de Nederlanders kiezen uit concurrerende regionale kranten. In Zeeland en Limburg is er sprake van twee dagbladen van hetzelfde concern.

Tekst: Jasper van Dijk

Op regionaal niveau is een divers dagbladenaanbod net zo belangrijk als op landelijk niveau. Wanneer er slechts keuze is uit één krant, verandert de regionale berichtgeving in een eenheidsworst. Een gebrek aan diversiteit leidt tot eenzijdige berichtgeving. Sommige gemeentes hebben zelfs helemaal geen onafhankelijke pers meer voor de lokale politiek.

De Wet op de Mediaconcentraties staat toe dat dagbladen zich ook via andere media uiten, bijvoorbeeld op radio en televisie: het zogenaamde crossownership. Ondanks het risico dat teveel media daarmee in één hand komen, zijn er ook positieve kanten. Op deze manier zijn zij beter in staat het hoofd boven water te houden. Zij kunnen makkelijker de concurrentie aan met grote mediabedrijven uit het buitenland. Dat dit nodig is, bleek uit het drama rondom de overname van PCM door Apax.[1]

Het Britse bedrijf nam PCM uitsluitend over om snel geld te verdienen. Als Nederlandse persbedrijven niet weerbaar zijn, is de kans reëel dat zij vroeg of laat worden overgenomen door een buitenlands bedrijf. Dat maakt het wenselijk dat er regelingen worden getroffen om de dagbladsector te versterken.

Op dit moment kent Nederland het Stimuleringsfonds voor de Pers, met als doel de diversiteit van de pers te bevorderen. Het fonds verleent subsidies voor de totstandkoming en verspreiding van nieuwsmedia. De hoogte van de subsidies loopt van 600 euro voor een lokaal internetproject in Schagen tot bijna 2 miljoen euro voor Trouw in 1982. Zonder die hulp zou Trouw er niet meer zijn. Sinds 1989 zijn er echter geen nieuwe middelen meer aan het fonds toegevoegd. Wel komt minister Plasterk binnenkort met een nieuwe ‘Persbrief’. Daarin zet hij zijn plannen uiteen voor de toekomst van de dagbladen.

Tijdelijke steun effectief

In het buitenland bestaan diverse maatregelen om dagbladen te ondersteunen, zowel met directe als met indirecte maatregelen. In Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en Zweden geldt een aangepast tarief voor BTW voor dagbladen of zelfs vrijstelling hiervan. In een aantal van deze landen geldt ook een gereduceerd posttarief. In Noorwegen bestaat een aparte regeling voor noodlijdende dagbladen. Als een dagblad onder een bepaald oplagecijfer komt, wordt steun gegeven. In Zweden krijgen dagbladen per politieke stroming aparte subsidies.

Gezien de afname van de diversiteit onder (regionale) dagbladen is het goed om te bekijken wat voor steunmaatregelen de overheid kan bieden. Tijdelijke steunmaatregelen, voor vernieuwende projecten of voor onderzoek, kunnen een noodlijdend dagblad succesvol op weg helpen. Vooral onderzoek is effectief: regelmatig blijkt dat een dagblad met wat kleine aanpassingen toch kan voortbestaan, bijvoorbeeld door betere afspraken te maken met de drukkerij.

Het is wettelijk niet mogelijk om steun te geven aan noodlijdende dagbladen van winstgevende concerns. Hierdoor worden deze projecten afgestoten, wat ten koste gaat van de pluriformiteit. De mediawet kan op dit punt gewijzigd worden, maar dan moet uiteraard worden gecontroleerd of het geld wel op de juiste plek terecht komt en niet naar (buitenlandse) aandeelhouders wordt doorgesluisd.

Steun voor regionale dagbladen

Het behoud van regionale dagbladen in de oude vorm kost ongeveer 150-200 miljoen per jaar. Er kan ook een nieuwe subsidieregeling komen om lokale initiatieven te ondersteunen, zodat er meer verscheidenheid komt op lokaal en regionaal niveau. Dit kan bijvoorbeeld via een stimuleringsregeling voor vernieuwende journalistieke producties die zich richt op de lokale informatievoorziening. Lokaal moet ook gekeken worden welke gemeentes helemaal geen onafhankelijke pers meer hebben, zodat vooral in deze gebieden nieuwe initiatieven kunnen worden gesteund.

Op dit moment vallen kranten en tijdschriften onder het verlaagde BTW-tarief van 6%. Voor elektronische uitgaven geldt nu het hoge BTW-tarief. Voor dagbladen zou dit BTW-tarief afgeschaft kunnen worden. Voor digitale uitgaven van dagbladen zou ook een verlaagd BTW-tarief kunnen worden ingevoerd.

Er zijn dus veel mogelijkheden om de dagbladen te steunen. Onderzoek is nodig om te achterhalen wat de beste steunmaatregelen zijn voor de specifieke Nederlandse situatie. Op landelijk, regionaal en lokaal niveau kunnen aanbevelingen worden gedaan. Daarmee worden ook de problemen met dalende lezersaantallen, advertentie- inkomsten en buitenlandse overnameplannen beter tegemoet getreden. Maar het belangrijkste is het behoud van een divers aanbod van dagbladen, omdat dat van levensbelang is voor een goed functionerende democratie.

[1] Dat was in 2004, inmiddels heeft Apax PCM weer afgestoten