Gouden aandeel moet werkers meer zeggenschap geven
De focus op het belang van aandeelhouders is enorm toegenomen. Zij nemen uiteindelijk alle beslissingen – ook als die slecht zijn voor de toekomst van het bedrijf – en ontvangen het overgrote deel van de winst. Om dit te veranderen is er een nieuwe machtsbalans nodig in ondernemingen. Een gouden aandeel zal werkers een doorslaggevende stem geven over hún bedrijven, zodat zij een halt kunnen toeroepen aan graaiende aandeelhouders en dure managers.
Van wie is een bedrijf? Wie heeft het uiteindelijk voor het zeggen in onze ondernemingen en wie verdelen de gemaakte winst? Zijn het de hardwerkende mannen en vrouwen op de werkvloer, die het werk doen, of zijn het de aandeelhouders die nog nooit een voet op de werkvloer hebben gezet en dure topmanagers hebben aangesteld om de boel te controleren? Deze vraag is helaas niet eenvoudig te beantwoorden in het Nederland van 2019, maar is wél actueler dan ooit. Duizenden werkers bij grote bedrijven zoals KPN, PostNL, AkzoNobel, Unilever, V&D en vele andere werden er de afgelopen jaren namelijk mee geconfronteerd toen die bedrijven doelwit werden van vijandige overnamepogingen uit het buitenland.
De Amerikaanse eigenaren van V&D verkochten na de overname direct de waardevolle panden van het warenhuis, waardoor diezelfde winkels ineens hoge huren moesten betalen aan de nieuwe verhuurders. Met als uiteindelijke gevolg dat het warenhuis failliet ging. AkzoNobel en Unilever dreigden ook te worden overgenomen door buitenlandse bedrijven. Hoewel beide overnames niet doorgingen, zorgde alleen de dreiging er al voor dat zij complete, gezonde bedrijfsonderdelen met sterke wortels in Nederland moesten verkopen. De aandeelhouders werden miljarden rijker. Blue Band komt na 96 jaar niet meer uit een Unileverfabriek maar uit een fabriek van Kohlberg, Kravis and Roberts. Dezelfde investeerders die de V&D-panden in de uitverkoop deden. Dit soort investeerders hanteert vaak dezelfde sluwe werkwijze: aandelen opkopen van goedlopende bedrijven, verkopen wat er in het bedrijf te verkopen valt, het bedrijf volpompen met schulden en uiteindelijk failliet laten gaan. Kortetermijnwinst staat voor dit soort agressieve aandeelhouders dus voorop. De toekomst van gezonde bedrijven en de mensen die er werken staat helemaal onderaan hun prioriteitenlijst. Hoewel werkers op papier via ondernemingsraden kunnen meepraten over de toekomst van hun bedrijf, hebben zij in de praktijk maar bar weinig te zeggen wanneer hun bedrijf dergelijke belangrijke beslissingen neemt.
De afgelopen decennia zijn we het steeds normaler gaan vinden dat het enige doel van een bedrijf is om winst te maken voor de aandeelhouders – en dat de aandeelhouders het dus uiteindelijk voor het zeggen hebben. De gedachte dat veel macht voor aandeelhouders goed zou zijn voor de welvaart in het hele land vatte post in de jaren zeventig, door neoliberale economen zoals Milton Friedman. Dit idee blijkt achteraf gezien regelrechte onzin te zijn geweest, bedacht om mensen die het geld hebben om in bedrijven te investeren nog rijker te maken. Aandeelhouders maken tegenwoordig meer winst dan ooit, maar ook als zij niet direct uit zijn op het uitkleden van een bedrijf zorgt de sterk toegenomen focus op het aandeelhoudersbelang ervoor dat Nederlandse bedrijven slechter draaien. Steeds meer onderzoek wijst uit dat de toegenomen focus op aandeelhouderswaarde eerder welvaartsverlagend dan –verhogend heeft uitgepakt. Een belangrijke oorzaak is dat de wispelturigheid op de financiële markten ervoor heeft gezorgd dat bestuurders van beursgenoteerde bedrijven zich vooral zijn gaan richten op resultaten in het volgende kwartaal, in plaats van het volgende jaar of decennium. Ook gebruiken zij de gemaakte winst steeds vaker om de aandeelhouders tevreden te houden, bijvoorbeeld door dividend uit te keren of eigen aandelen op te kopen en zo de beurswaarde op te krikken. Ondertussen blijven zowel de lonen als de investeringen in onderzoek en ontwikkeling bij Nederlandse bedrijven achter. In allerlei landen zijn inmiddels maatregelen genomen om dit te bestrijden. Aandeelhouders in Franse bedrijven krijgen dubbel stemrecht als zij het aandeel langer dan twee jaar bezitten. Grote Duitse bedrijven benoemen werkers in de raad van commissarissen. Zelfs in de Verenigde Staten, de bakermat van het hedendaagse kapitalisme, wil de Democratische Partij ervoor zorgen dat grote bedrijven in het belang van de samenleving gaan handelen. Zo niet dan kunnen zij op termijn hun bestaansrecht verliezen.
Nederland ontkomt, ondanks het rechtse kabinet, gelukkig ook niet aan deze hoopgevende trend. Veel grote Nederlandse bedrijven kenden al zogenaamde beschermingsstichtingen die een vijandige overname kunnen blokkeren. Minister Wiebes wil deze mogelijkheid uitbreiden met een wet die een recht op bedenktijd introduceert bij overnames. Daarnaast heeft de staat weer aandelen in het moederbedrijf van KLM gekocht omdat het publieke belang in gevaar kwam, en stelt de in 2016 vernieuwde Corporate Governance Code dat het bestuur van elk beursgenoteerd bedrijf moet streven naar langetermijnwaardecreatie. Dit blijft echter beperkt tot een taak op papier.
Twaalf jaar geleden, in 2007, gaf de toenmalige minister van Financiën Bos (PvdA) nog aan dat er geen ruimte was voor ‘een misplaatst oranjegevoel’ bij vijandige overnames, want de markt deed simpelweg haar werk. Het naïeve geloof in het kapitalisme lijkt sindsdien dus wel te zijn gekeerd bij de politieke elite, maar de kleine stapjes die nu worden gezet zijn wat de SP betreft niet voldoende. Het is naïef om te denken dat louter papieren wijzigingen of morele appèls zullen leiden tot ander gedrag bij het overgrote deel van bedrijfsbestuurders. Wij moeten onze bedrijven, en vooral die met een publiek belang, veel beter en structureler beschermen tegen het kapitaal en de internationale economische elite. Het maximaliseren van aandeelhouderswaarde is bij veel bedrijfsbestuurders ondertussen diep geworteld en bovendien zijn hun baan en hun beloning vaak afhankelijk van de aandeelhoudersvergadering. Om dit te veranderen is er een nieuwe machtsbalans nodig.
Vaak wordt er naar de overheid gekeken om tegenmacht te bieden aan aandeelhouders die het algemeen belang bedreigen. Zo hebben diverse landen in het verleden gouden aandelen in bedrijven genomen, met name tijdens de privatisering van voormalige staatsbedrijven. Het aankopen van aandelen in AirFrance-KLM kan ook in dit kader worden gezien. De Nederlandse staat had na de privatisering van KPN bijvoorbeeld ook aanvankelijk een gouden aandeel om het publieke belang te kunnen blijven bewaken zonder een meerderheid van de aandelen te bezitten. Het voordeel van dit soort maatregelen is de transparantie en de democratische controle, doordat ingrepen kunnen worden besproken in het parlement (bij KLM is dit ook uitvoerig gebeurd). Dit kan echter ook een nadeel zijn. De staat kan simpelweg niet in alle bedrijven aandelen bezitten en micromanagement van een ministerie in de bedrijfsvoering van velerlei private bedrijven is bovendien ongewenst. Ook kan het parlement onmogelijk de regering controleren als het aantal staatsdeelnemingen enorm zou toenemen. Dit type maatregelen lijkt daarom vooral geschikt voor bijzondere gevallen, bijvoorbeeld om grote publieke belangen veilig te stellen bij bedrijven waarvan het eigenlijk de vraag is of ze überhaupt geprivatiseerd hadden moeten worden. Voor de rest van de economie is een andere meer decentrale, benadering noodzakelijk.
Een gouden aandeel voor werkers
Om het tij te keren willen wij een gouden aandeel introduceren voor werkers bij grotere bedrijven in Nederland. Hiermee kunnen de mensen die voor hun brood afhankelijk zijn van het bedrijf waar zij werken meer zeggenschap krijgen over hun eigen toekomst en tevens een deel van de winst ontvangen. Het zijn de werkers die dagelijks op de werkvloer staan en daarom zijn zij het beste in staat om een duurzame koers te bepalen. Het zijn hun gezinnen en de directe omgeving van een bedrijf op wie belangrijke beslissingen de grootste invloed hebben. Daarom verdienen werkers het recht om ingrijpende beslissingen, zoals een bedrijfsovername of het verplaatsen van productie, te beïnvloeden en desnoods te blokkeren. Dit zal niet alleen goed zijn voor henzelf en voor het bedrijf, maar uiteindelijk voor de hele Nederlandse economie. Hieronder worden de kaders van een mogelijk voorstel geschetst.
Werkenden bij bedrijven met meer dan 100 werkers en een ondernemingsraad moeten het recht krijgen om een werkersvereniging met een algemene werkersvergadering op te richten. Deze vergadert onder leiding van de ondernemingsraad ten minste op ieder moment dat een algemene aandeelhoudersvergadering plaatsvindt (bij beursgenoteerde ondernemingen) om de strategische beslissingen die voorliggen te bespreken en een aantal sprekers namens de werkers af te vaardigen. De werkersvereniging krijgt één gouden aandeel in het bedrijf, dat niet verhandelbaar is. Dat aandeel geeft onder meer bij ingrijpende beslissingen over de koers van het bedrijf en bij de benoeming en beloning van commissarissen en bestuurders het recht op een vetostem aan de werkersvergadering. Hierdoor kan een beslissing over bijvoorbeeld de verkoop van een bedrijfsonderdeel of de verhoging van het salaris van de CEO nooit plaatsvinden zonder instemming van werkers. Dit zijn beslissingen waar ondernemingsraden thans maar weinig invloed op hebben, of enkel adviesrecht. Zij hebben veel te zeggen over onderdelen van arbeidsvoorwaarden, maar slechts adviesrecht op het gebied van de eerdergenoemde strategische beslissingen. De werkersvergadering vormt daarmee een aanvulling op de instrumenten die ondernemingsraden hebben om voor de rechten van werkers op te komen.
Doordat de werkersvereniging beschikt over een aandeel in de onderneming komt deze ook in aanmerking voor dividenduitkering. Zowel het minimumpercentage van het uitgekeerde dividend dat naar de werkersvereniging gaat, als de rechten die het gouden aandeel toekent aan de werkers, worden wettelijk vastgelegd. Als de aandeelhoudersvergadering besluit tot dividenduitkering zal de werkersvereniging het wettelijk vastgestelde deel van het dividend ontvangen en in gelijke mate aan iedere werker uitkeren. Dit komt voor werkers boven op het reguliere salaris en valt daardoor altijd in het hoogste belastingtarief, waardoor ook de rest van de samenleving meeprofiteert van het gouden aandeel voor werkers. Bij een percentage van 10 procent zou dit voorstel resulteren in jaarlijks ongeveer 175 euro netto extra voor 4,9 miljoen Nederlanders en ongeveer 900 miljoen euro structureel voor de staat, wat besteed kan worden aan publieke uitgaven.
Spanning mei 2019: Grip op globalisering
- Drie keer de wereld over voor de laagste prijs
- Globalisering is ons niet overkomen
- Op het altaar van geglobaliseerd kapitaal
- Brussel beschermt multinationals in plaats van burgers
- Arbeidsmigratie is big business
- De dagloners zijn terug
- Organizing over landsgrenzen heen
- Uitbuiting per muisklik
- Minder macht voor multinationals in Brussel
- De elite luistert niet naar smeekbedes!
- Gouden aandeel moet werkers meer zeggenschap geven