Actievoeren loont: 720 miljoen
‘De publieke sector staat in de fik’, stelde PO in Actie. Drie leerkrachten, onder wie Paul de Brouwer, startten begin 2017 deze actiegroep van leerkrachten in het basisonderwijs en dwongen de rechtse regeringspartijen binnen anderhalf jaar 720 miljoen extra voor het basisonderwijs uit te trekken. Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen?
Tekst: Ruud Kuin
Paul de Brouwer startte op 27 februari 2017 de Facebookgroep PO in Actie, alleen toegankelijk voor leerkrachten uit het basisonderwijs. De groep groeide binnen een paar weken tot 15.000 volgers. Al snel legde Paul contact met Jan van de Ven en Thijs Roovers. De laatste twee werden de gezichten van de actie. En zij hadden een duidelijke boodschap: een hoger salaris en minder werkdruk.
De leerkrachten in het basisonderwijs krijgen voor hetzelfde werk gemiddeld 20 procent minder, oplopend tot €1000, dan hun collega’s in het middelbaar onderwijs. Vind je het dan gek dat er een lerarentekort is? En is het dan vreemd dat het percentage burn-outs extreem hoog is? Nee, natuurlijk niet.
De kernachtige en heldere boodschap van meer salaris en lagere werkdruk werd ook gepubliceerd als manifest bij De Correspondent en schudde veel leerkrachten wakker. De tekst werd uitgeprint en op de prikborden in de scholen gehangen. Het aantal leerkrachten op de Facebookgroep groeide snel naar 45.000.
Paul de Brouwer: ‘Met die enorme steun in de rug zijn we naar de werkgevers gestapt. Ze waren het, wonderbaarlijk genoeg, meteen met ons eens. Met de vakbonden ging het wat moeilijker. Ze hadden aanvankelijk zo’n houding van: leuk hoor, die 45.000 likes, maar die mensen staan straks echt niet op het Malieveld. Ze hadden nog niet in de gaten wat er gaande was. Maar ze konden het ook niet negeren en afwijzen.’
En zo ontstond een breed front van werkgevers, leerkrachten en vakbonden. Ze vergaarden steun van 350.000 ouders. Bekende Nederlanders spraken zich uit. De leerkrachten gingen geen klassiek gevecht met hun bazen aan, maar formeerden een breed front, dat zijn pijlen richtte op de geldschieter van het onderwijs, de minister.
Het lijkt allemaal vrij soepel en eenvoudig te zijn verlopen?
‘Op zich is dat ook zo. Leerkrachten die over andere onderwerpen en problemen begonnen werden van de pagina geweerd. De focus moest liggen op lagere werkdruk en hoger salaris. Met negen leerkrachten bespraken we de initiatieven, de strategie en namen we beslissingen. Via de Facebookgroep was er uiteraard interactie, kwamen er suggesties en peilden wij de stemming. We hadden wel veel discussie met de bonden over de wijze van actievoeren. Wij waren daar feller in dan zij. Wij liepen dan ook regelmatig voor de muziek uit door bijvoorbeeld wat eerder naar buiten te brengen wat er wat ons betreft moest gebeuren.’
Jullie eisten 1,4 miljard voor meer salaris en lagere werkdruk. Is deze eis nooit afgedaan als te radicaal?
‘Nee, nooit. Niemand stelde deze eis ter discussie. Iedereen was redelijk geschokt door de salariskloof met het middelbaar onderwijs. Het scherp in beeld brengen van de verschillen was een eye-opener, leerkrachten wisten dat niet.’
De salarisverschillen zijn in 2007 al in beeld gebracht. Waarom hebben de vakbonden dit nooit opgepakt?
‘De bonden hebben te weinig feeling met het werkveld. De actieve kaderleden zijn veelal oud. En ze hebben een ondoorzichtig besluitvormingsproces; dat moet echt veel directer en toegankelijker. Maar je kunt boos zijn op de bonden, de leerkrachten hebben het zelf ook laten afweten. Zij hebben weinig met arbeidsvoorwaarden. Leerkracht in het basisonderwijs is verworden tot een veredelde bijbaan: er zijn heel veel parttimers. Bij hen is door onze acties het besef ontstaan dat het verschil in loon niet acceptabel is en dat je je moet laten horen. En de bonden moeten de besluitvorming toegankelijker maken en zorgen dat mensen gehoord worden.’
Een Facebookpagina oprichten en 720 miljoen binnenhalen. Een fantastische prestatie. Wat zijn de succesfactoren en wat kunnen anderen daarvan leren?
‘We hadden een heldere concrete eis, daar lag de absolute focus op. Iedereen die wat anders wil moet maar een eigen groep beginnen. De eis en argumentatie moeten sympathiek zijn voor het publiek, dan durven mensen daar ook makkelijker voor uit te komen. En richt je tot de geldschieter, de beslisser. Maak een zo breed mogelijk front. Dat was voor ons cruciaal.'
Spanning november 2018: De publieke sector staat in de fik
- Drager van de beschaving
- De geruisloze doorbraak van het neoliberalisme
- Wie vertrouwt de Belastingdienst?
- Afbraak van de verzorgingsstaat
- Meer voor kapitaal, minder voor mensen
- Opbouw verzorgingsstaat voor multinationals
- Verbinding nog altijd verbroken
- Van recht naar gunst: de vermarkting van de huishoudelijke verzorging
- Onderwijs: kind van de neoliberale rekening
- Actievoeren loont: 720 miljoen
- ‘Veiligheid is te koop’
- Mensen maken de publieke sector