publicatie

Tribune 02/2012 :: Leider van Indiaas links Prakash Karat: ‘Verzet tegen het roofzuchtige kapitalisme en de feodale verhoudingen’

Tribune, februari 2012

Leider van Indiaas links Prakash Karat:

‘Verzet tegen het roofzuchtige kapitalisme en de feodale

verhoudingen’

Tekst: Diederik Olders en Jola van Dijk

Prakash Karat is algemeen secretaris van de Communist Party of India (Marxist), afgekort CPI(M). In 2009 werd hij nog verkozen tot meest invloedrijke man van India. In drie deelstaten maakte de CPI(M) jarenlang de dienst uit, tot de verkiezingsnederlagen in 2011. Nu bestuurt de partij alleen de kleine deelstaat Tripura. Nog steeds is de CPI(M) de grootste linkse partij in India. Karat over linkse poltiek in een land met een ‘grimmige’ sociale situatie en over de kansen die de Europese crisis voor India biedt.

Foto: CPI(M)

India

India is een federatie, onderverdeeld in 28 staten. Het werd onafhankelijk van Groot-Brittannië in 1947.

India is in oppervlak het zevende land ter wereld, maar in inwonertal het tweede: 1,2 miljard mensen. New Delhi is de hoofdstad, en telt maar liefst 21 miljoen inwoners.

Iets meer dan helft van de beroepsbevolking werkt in de agrarische sector. Een kwart van de mensen leeft onder de armoedegrens (cijfer 2007).

CPI(M)

De Communist Party India (Marxist) is in 1964 opgericht, als afsplitsing van de CPI, die meer op de Sovjet-Unie was gericht. De partij heeft meer dan een miljoen leden. Veel partijleden zijn betrokken bij grote landelijke organisaties van onder andere arbeiders, advocaten, jongeren, vrouwen, studenten en boeren. Na de orthodox-hindoeïstische Bharatiya Janata Party (BJP) en de meer gematigde Congress-partij is de CPI(M) de grootste partij.

De CPI(M) is de enige Indiase partij die niet afhankelijk is van sponsors; zij kent een afdrachtregeling voor volksvertegenwoordigers en collectes onder de leden. Niet onbelangrijk in een land waar corruptie een zo grote rol speelt. De partij heeft zelf ook last van corrupte bestuurders, die afkomen op het bestuurlijke succes van de partij.

De partij zet corrupte politici echter wel resoluut uit de partij.

Uw partij is een factor van belang in India. Wat is jullie geheim?

‘De CPI(M) is de grootste linkse partij van India. Daardoor kunnen we invloed uitoefenen op alle belangrijke nationale kwesties. In 2009 stonden we bovendien lijnrecht tegenover de regering. Toen we onze steun aan de regering introkken vanwege nucleaire samenwerking van onze regering met de Verenigde Staten kreeg onze partij veel aandacht, al werd het wat overdreven door de media. Dat verklaart mijn ‘verkiezing’ in dat jaar. Het succes van de partij komt eruit voort dat we een van de weinige communistische partijen ter wereld met brede steun onder de bevolking zijn. Onze partijleden zijn actief binnen vakbonden en andere grote landelijke organisaties, met een totale achterban van meer dan 64 miljoen mensen. En dat terwijl we altijd de parlementaire weg hebben bewandeld.’

Toch lijkt een succesvolle communistische partij uitzonderlijk, in een land dat het neoliberale kapitalisme lijkt te omarmen.

‘Het is wel van belang om het totaalplaatje in beeld te houden. Relatief gezien spelen we ook weer niet zo’n grote rol, aangezien we actief zijn in een ontzaglijk groot en gevarieerd land met meer dan 1,2 miljard mensen. De basis van onze beweging en alles wat we bereikt hebben, ligt in de periode vóór de onafhankelijkheid van India. In bepaalde delen van India liep de communis­tische partij voorop in de strijd tegen de Britse koloniale en feodale overheersing. Daardoor hebben we zoveel steun in deelstaten als Kerala, West-Bengalen, Tripura en delen van Andhra Pradesh.

Sinds de onafhankelijkheid wordt India steeds kapitalistischer, maar daarmee zijn de massale armoede, honger en verwaar­lozing niet uitgebannen. In tegendeel zelfs. Sinds onze politieke elite twintig jaar geleden voor liberalisering koos, is de tweedeling schandalig toegenomen. We kunnen trots zijn omdat een aantal van de rijkste mensen ter wereld in India wonen, maar we hebben ook het grootste aantal arme mensen. Zo bezien zou je dus kunnen zeggen dat het ons maar in beperkte mate lukt om de mensen in een links en democratisch platform te mobiliseren voor het verzet tegen het roofzuchtige kapitalisme en de feodale verhoudingen op het platteland.’

Hoe is de sociale situatie op dit moment in India?

‘Grimmig. Zo’n 230 miljoen mensen lijden honger en bijna de helft van de kinderen onder de vijf jaar is ondervoed. Er is ook sprake van extreme onderdrukking van vrouwen. De verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen raakt meer en meer uit balans doordat steeds vaker vrouwelijke foetussen geaborteerd worden, zelfs door mensen uit de middenklasse. Het neoliberale ontwikkelingsmodel zorgt er bovendien voor dat het onderwijs en de gezondheidszorg steeds meer geprivatiseerd worden en zo onbereikbaar worden voor normale mensen. De Indiase overheid, die prat gaat op de jaarlijkse groei van het bruto binnenlands product met 8 procent, geeft wereldwijd het minste uit aan onderwijs en gezondheidszorg. En dit komt allemaal nog eens bovenop het eeuwenoude kastenstelsel dat de mensen in de onderste kaste onderdrukt. Als een progressieve linkse partij is het onze plicht om te strijden voor een oplossing van al deze sociale problemen.’

En hoe zit het met corruptie? De hongerstaking van de sociaal activist Anna Hazare afgelopen jaar (zie kader) en de massale steun voor zijn actie lijken erop te duiden dat het een gigantisch probleem is.

‘Corruptie is een wijdverbreid probleem dat aangepakt moet worden. Vooral de corruptie op het hoogste niveau en de corruptie die het publieke geld laat verdwijnen dat bedoeld is voor de armen. De roep van de Anna Hazare-beweging om een ombudsman met bevoegdheden om op te treden tegen de corruptie op het hoogste niveau kan rekenen op brede publieke steun. Maar mensen zien over het hoofd dat de corruptie op het hoogste niveau het resultaat is van het neoliberale beleid. De grote bedrijven, regerende politici en belangrijkste ambtenaren werken samen om systematisch de staatskas en waardevolle grondstoffen te plunderen.’

foto: CPI(M)

Vasten tegen corruptie

Anna Hazare (echte naam: Kisan Bapat Baburao Hazare) is een Indiase activist die een strijd voert tegen corruptie in de Indiase overheid. Zijn methodes worden vergeleken met die van Gandhi. In 2011 heeft hij met een reeks hongerstakingen anti-corruptiewetgeving afgedwongen. Zijn populariteit is enorm; zijn kenmerkende hoofddeksel is uitgegroeid tot een heus fashion statement. De Lokpal-wet waar hij voor strijdt (‘lokpal’ betekent ombudsman) voorziet in een machtige ombudsman, die ook corruptie door de minister-president kan onderzoeken. Na een eerste hongerstaking in april, met veel steun van Indiase beroemdheden, kwam de regering al snel aan de eisen van de beweging tegemoet. Toen echter het concept-wetsvoorstel bekend werd, noemde Hazar het een ‘wrede grap’. Na een nieuwe hongerstaking, massale steun, een arrestatie, en 7,5 kilo lichter, werd de zo gewenste Lokpal-wet alsnog unaniem in het parlement aangenomen. Hazare lijkt op een aantal manieren niet echt op Gandhi, zeggen tegenstanders. Zo zou hij voor het ophangen van corrupte politici of het afhakken van hun handen zijn.

Welke oplossing stelt de CPI(M) voor?

‘Zolang het neoliberale beleid niet wordt teruggedraaid en de band tussen de grote bedrijven en de politiek overeind blijft, is de corruptie niet te stoppen. Behalve een ombudsman om ambtelijke corruptie te onderzoeken, hebben we ook wetgeving nodig om de corrupte hoogste rechters te kunnen onderzoeken. Daarnaast moet het kiesstelsel gewijzigd worden zodat de verkiezingen niet meer gemanipuleerd kunnen worden met illegale geldstromen. Dat type corruptie neemt alarmerende proporties aan. Zo wordt er nu zelfs vlak voor de verkiezingsdag geld verspreid onder stemmers. De linkse partijen eisen maatregelen die de corruptie binnen de overheid kunnen beteugelen, maar uiteindelijk moeten we het neoliberale beleid bestrijden dat het mogelijk maakt om rijk te worden door corruptie.’

Uw partij heeft flink verloren tijdens de laatste verkiezingen. Wat ging er mis?

‘Onze partij heeft, net zoals overigens de andere linkse partijen, de laatste parlementaire verkiezingen van 2009 een fors verlies geleden, waarna we ook zetels verloren bij de deelstaatsverkiezingen in West-Bengalen en Kerala in mei afgelopen jaar. In het verleden scoorden we altijd heel goed in West-Bengalen; door met name het verlies daar nam onze invloed in het parlement af. We hadden in die deelstaat 34 jaar achter elkaar regeringsverantwoordelijkheid gedragen en sinds 1978 zeven keer op rij de verkiezingen gewonnen. Dat was een uniek record. En toen verloren we voor het eerst de parlementsverkiezingen en werden we tot de oppositie veroordeeld. Onze linkse ­regeringen konden in West-Bengalen belangrijke grondhervormingen doorvoeren voor landlozen en kleine boeren. Ook hebben we het panchayat-systeem geïntroduceerd, een ­democratisch systeem met een soort gemeenteraden waardoor de mensen invloed uit kunnen oefenen op de lokale ontwik­keling en besluitvorming. En we hebben de rechten van de arbeiders weten te garanderen. Maar na meer dan dertig jaar ­regeren ging er ook het een en ander mis. Door de algemene neoliberale tendens in het land werd het steeds moeilijker om mensen te helpen. En er ontstond een kloof tussen de regering en bepaalde groepen mensen door bureaucratisch en autoritair gedrag.’

Wat is jullie plan na deze nederlaag?

‘Op dit moment liggen we in West-Bengalen onder vuur van de nieuwe machthebbers. Het kader en de aanhangers van onze partij worden fysiek aangevallen. Na de verkiezingen in mei zijn er al 55 doden gevallen en sommige kantoren van de partij en de vakbond zijn met geweld overgenomen. Onze democratische rechten worden op grote schaal ondermijnd. We moeten nu eerst deze situatie zien te overwinnen door de mensen te mobiliseren. Ook moeten we de resultaten van meer dan dertig jaar links beleid verdedigen, zoals de grondhervormingen en het panchayat-systeem. En we moeten een oplossing vinden voor onze eigen politieke en organisatorische zwaktepunten die aan het licht zijn gekomen. We moeten een daadkrachtiger tegenwicht bieden aan de neoliberale aanval. Ook onze aanpak kan beter: we moeten meer onder de mensen werken die het meest te lijden hebben onder neoliberaal beleid, zoals de arbeiders in de sectoren zonder vakbonden en de grote massa armen op het platteland. Bovendien werken we aan onze methodes en organisatie om deze mensen bij de beweging te betrekken. We blijven aandacht besteden aan ons parlementaire werk, maar moeten ook de armen in de stad en op het platteland inspireren tot strijd.’

foto: CPI(M)

Hoe wordt er vanuit India aangekeken tegen de eurocrisis en de economische malaise in Europa?

‘Het is voor ons in India van belang om te begrijpen dat het neoliberale beleid heeft geleid tot de crisis in de eurozone. En dat wij dat zouden moeten proberen te vermijden. De Europese integratie op basis van de behoeftes van de financiële markt en grote bedrijven is niet levensvatbaar. Hierdoor komt de discussie over nationale soevereiniteit en de behoefte van mensen om over hun eigen toekomst en lot te beslissen onvermijdelijk terug op de agenda. Iedere poging om de landen van de Europese Unie nauwer bij elkaar te brengen in het keurslijf van een fiscale en monetaire unie is gedoemd te mislukken.’

En de gevolgen voor de bevolking van India?

‘De eurocrisis en de teruggang van de Amerikaanse economie hebben zeker gevolgen voor de Indiase economie. Ook al merkten we niet zoveel van het begin van de crisis in 2008, de voortdurende wereldwijde recessie raakt India inmiddels wel. De groei van onze economie neemt af. De industriële productie zakt in terwijl er ook nog enorme inflatie is. De bevolking van India wordt momenteel geconfronteerd met een gebrek aan arbeidsmogelijkheden en het verlies van hun broodwinning.’

‘We moeten de huidige situatie gebruiken om onze strijd voor het terugdraaien van het neoliberale beleid te intensiveren. De regering bevindt zich nu al in een zwakke positie. Ze is niet in staat om al het neoliberale beleid voort te zetten. Zo is er bijvoorbeeld een voortdurende strijd om te voorkomen dat de detailhandel-sector in India het loodje legt door de komst van multinationals als Walmart. Komende tijd zullen we een toename zien van de strijd voor het behoud van inkomens en de rechten van arbeiders. Op 28 februari is er een algemene staking die door alle belangrijke vakbonden van India georganiseerd is. Dit is de eerste keer dat alle vakbonden, ongeacht hun achtergrond, samengewerkt hebben in een gezamenlijke staking.’

Denk je dat de crisis kan bijdragen aan eerlijker machtsverhoudingen in de wereld?

‘Er zijn wel kansen. De BRICS-landen – Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika – hebben aangegeven hun bijdrage aan het Internationaal Monetair Fonds te willen verhogen om de eurozone te helpen. In ruil daarvoor willen ze wel hervormingen binnen het IMF. Landen als China en India eisen al langer dat de besluitvormingsstructuur van het IMF een bredere basis krijgt die meer aansluit bij de veranderde economische invloed van de leden. We verwachten dat de internationale macht zich verder zal verspreiden over nieuwe regio’s en weg van de unipolaire situatie van begin jaren negentig. Azië zal een prominente plaats innemen binnen deze ontwikkeling. De opkomst van China is een feit. India ontwikkelt zich ook tot een economische grootmacht, en er zijn nog meer Aziatische landen. Maar ik denk niet dat Azië volledig zal gaan overheersen. Als er een multipolaire wereld ontstaat, is dat een positieve ontwikkeling.’

Protest tegen religieus geweld in New Delhi.

Politiek en religieus geweld

Mahatma Gandhi werd bekend vanwege zijn geweldloze strijd voor de onafhankelijkheid van India. De ideologie van actieve geweldloosheid wordt echter lang niet door alle politieke activisten aangehangen. Integendeel, politieke en religieuze vetes gaan in India vaak gepaard met grof geweld. Zo probeerde de hindoeïstische Gandhi de hindoes en moslims met elkaar te verzoenen, maar werd hij uiteindelijk in 1948 vermoord door een extremistische hindoe. Ook nu nog vinden er regelmatig aanslagen, moorden en brandstichtingen plaats in de strijd tussen hindoes, moslims en christenen. De aanvallen op kaderleden en aanhangers van de CPI(M) zijn met name het werk van maoïstische rebellen. De Communist Party of India (Maoist) – niet te verwarren met de Marxistische CPI(M) van Karat – voert naar eigen zeggen een gewapende agrarische revolutionaire oorlog tegen de machthebbers van India.