publicatie

Tribune 02/2012 :: Jan Marijnissen: Breda, 2 juni 2012

Tribune, februari 2012

Column

Jan Marijnissen

Breda, 2 juni 2012

In die stad op die dag houden wij ons XVIII congres. Dat doen we eens in de twee jaar. En ik kan u verzekeren: dat is een hele onderneming. De dag van het congres is een spektakel, maar vooral de tijd voorafgaand aan zo’n congres is heel bijzonder.

Hoe gaan we te werk? Om te beginnen bespreken we een stuk dat gaat over de ontwikkeling die de partij de afgelopen jaren heeft doorgemaakt. Een volgend stuk gaat in op de huidige situatie en de perspectieven voor de toekomst. Ten slotte volgen er nog voorstellen voor aanpassingen van de statuten en het huishoudelijk reglement, en komt er een voorstel voor de door het congres rechtstreeks te kiezen leden van het partijbestuur.

Dat zijn elf personen. Al deze stukken en voorstellen komen aan de orde op de ledenvergaderingen van de afdelingen (waar u ook van harte welkom bent) en op zeven regioconferenties die daarna in alle regio’s worden gehouden.

De sympathie voor onze partij, onze analyses en standpunten groeit enorm snel. We proberen die sympathie om te zetten in meer leden en meer kader, om zo straks nog beter in staat te zijn die sympathie ook om te zetten in stemmenwinst. Onze stem zal dan nog beter gehoord worden en met ons gewicht en omvang kunnen we ons land daad-werkelijk menselijker en socialer maken.

In de voorbereiding van het congres komt alles aan de orde: onze ideologie; onze organisatie; de afdelingen; onze volksvertegenwoordigers; u noemt het, het komt aan de orde in een open discussie. Wat zou het fijn zijn wanneer alle leden, niemand uitgezonderd, zich het komend half jaar zouden inzetten voor een goede voorbereiding op 2 juni. Hoe meer mensen, hoe meer vreugd, zeker, maar ook: hoe meer mensen, hoe meer kennis en wijsheid.

Jan Marijnissen