publicatie

Tribune 02/2009 :: Interview :: Jaap Hamburger: Natuurlijk is er ook in Joodse kring kritiek op Israël

Tribune, februari 2009

Interview

Jaap Hamburger

“Natuurlijk is er ook in Joodse kring kritiek op Israël”

Bij verschillende demonstraties tegen de Israëlische inval in Gaza sprak hij zich vanaf het podium in niet mis te verstane termen uit tegen de Israëlische agressie. Jaap Hamburger, voorzitter van ‘Een Ander Joods Geluid: “We moeten stelling blijven nemen tegen de schendingen van het internationaal recht en tegen pogingen om critici van Israël monddood te maken.”

Tekst Willem Bos Foto's Karen Veldkamp

Een Ander Joods Geluid (EAJG) is opgericht in 2001, direct na de verkiezing van Sharon als Israëlische premier. “De voorbereidingen waren al langer aan de gang, maar ze kwamen in een stroomversnelling met het uitbreken van de tweede intifada (Palestijnse opstand) in september 2000”, vertelt Jaap Hamburger. “Deze gebeurtenissen bevestigden het desastreuze karakter van de Israëlische politiek ten opzichte van de Palestijnen. Ze lieten zien dat die politiek als een boemerang werkt op het moreel gehalte van de Israëlische samenleving en op den duur ook op de houdbaarheid van de Israëlische staat.”

Daarnaast waren er ook ‘binnenlandse’ redenen om met een dergelijk initiatief te komen, legt Hamburger uit. “De traditionele Joodse organisaties in Nederland staan weinig kritisch tegenover het Israëlische beleid. Natuurlijk is er ook in Joodse kringen kritiek op Israël, maar die wordt bij voorkeur binnenskamers geuit, en gaat vaak niet verder dan dat ook Israël fouten maakt. ‘Net als andere landen’, wordt er dan haastig aan toegevoegd. Een aantal mensen vond dat die kritiek ook publiek moest worden geuit, dat we ook en juist als Joden mee moeten durven doen aan het openbare debat over het Midden-Oosten. Vredesactiviste Anneke Jos Mouthaan en tv-producent Harry de Winter hebben toen via een advertentie mensen uit Joodse kring opgeroepen om dat kritische geluid te laten horen. Het uitgangspunt was om gezamenlijk te laten blijken dat men de politiek van Israël rampzalig vond – niet zozeer voor de Palestijnen, dat was niet de eerste overweging – maar vooral voor Israël zelf. Ik heb dat toen ook ondertekend, en zo is het balletje gaan rollen. Sinds december 2007 ben ik voorzitter.” “En”, gaat hij verder, “ik ben nog steeds heel tevreden met die naam: Een Ander Joods Geluid. Want dat is precies wat we willen zijn, niet het andere Joodse geluid, maar een ander geluid dan dat van de traditionele Joodse organisaties.”

De afgelopen tijd hebben jullie je heel intensief beziggehouden met Gaza, en heftig geprotesteerd tegen de Israëlische aanval op de Gaza-strook. Daarbij stond wel de positie van de Palestijnen centraal.

“Ja, we konden moeilijk anders. De aanval op Gaza was absoluut overbodig en alleen daarom al schandalig. Daar kan je niet anders dan tegen protesteren. Kijk, er zijn in de geschiedenis van het Jodendom altijd twee stromingen geweest. Aan de ene kant een nationalistische, chauvinistische stroming en aan de andere kant een humanitaire. De Israëlische politiek wordt nu volledig gedomineerd door de eerste stroming. Er zijn allerlei Joodse groepen en organisaties, ook in Israël, die op de tweede lijn zitten. Maar zij worden overstemd door het officiële beleid, en door regeringspropaganda. Wij zien het ook als onze opdracht het debat hier te verrijken met hun argumenten en opinies, die in het andere humanitaire jodendom wortelen.

De vooraanstaande Joodse historicus Avi Shlaim, die altijd kritisch maar loyaal is geweest ten opzichte van Israël, schrijft nu in een Engelse krant naar aanleiding van de aanval op Gaza, dat hij Israël beschouwt als een schurkenstaat. ‘Kijk, een schurkenstaat is een staat die beschikt over massavernietigingswapens, die conflicten oplost door wapengeweld in plaats van door diplomatie en die zich niet houdt aan de internationale rechts-regels. Dat is allemaal van toepassing op Israël. Wie de schoen past trekke hem aan’, schrijft Shlaim onomwonden.”

Door jullie opstelling inzake het conflict in het Midden-Oosten zitten jullie ook midden in de discussie in Nederland, over de verhouding tussen verschillende bevolkingsgroepen.

“Ja, onze hoofdtaak ligt bij het Israëlisch-Palestijnse conflict, maar in onze statuten staat ook dat we willen bijdragen aan de discussie over dat conflict in de Nederlandse samenleving. Nu wordt van allerlei kanten gezegd dat het Midden-Oostenconflict niet in de Nederlandse samenleving moet worden geïntroduceerd. Ik vind dat onwaarachtig en niet realistisch. Toen Nederland nog kritiekloos achter Israël stond, heb ik dat nooit gehoord. Nu er andere meningen klinken, heet het dat het conflict hier wordt geïntroduceerd. Het is niet realistisch, omdat de samenstelling van onze samenleving voorgoed veranderd is en dit conflict wereldwijd nu eenmaal heftige emoties oproept. Wij kunnen in die discussie mogelijk iets betekenen, door ons standpunt uit te dragen. Wij zijn in onze kritiek op het Israëlische beleid geloofwaardiger dan de meeste traditionele Joodse organisaties en kunnen zo een brug slaan naar de emoties van anderen en misplaatste anti-Joodse sentimenten helpen dempen. Dat doen we ook, met succes.

Door het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) en acht andere Joodse organisaties werd begin januari naar aanleiding van de aanval op Gaza een verklaring uitgegeven waarin ze Nederland opriepen om ‘solidair te zijn met de veiligheid van Israël’. Dat beschouw ik als bedrieglijk, een poging oude pro-Israëlische sentimenten te activeren om kritiek te smoren. De strategische veiligheid van Israël was helemaal niet in het geding. En wat betreft de veiligheid van Israëlische staatsburgers, die werd door het voorafgaand staakt-het-vuren geborgd. Het meest verbazingwekkende was dat die verklaring ook ondertekend was door het Joods Maatschappelijk Werk en het Israëlitisch Kerkgenootschap: twee organisaties die hun werkterrein in Nederland hebben en zich statutair helemaal niet horen uit te spreken over het Israëlisch-Palestijnse conflict, of de politiek van Israël.

Kijk, als de grote Joodse organisatie zich op deze cruciale momenten volledig identificeren met Israël en in alle toonaarden het optreden van Israël verdedigen, dan is het wat veel gevraagd van – laten we zeggen Marokkaanse jongens van 17, 18 jaar – dat die tezelfdertijd nauwgezet het gewenste onderscheid maken tussen Israël en ‘de Joden’. Dan valt moeilijk van die jongeren te verwachten dat ze zeggen: wij laten die Joodse organisaties er helemaal buiten en richten onze kritiek alleen op het Israëlische beleid.”

Als die jongeren leuzen tegen joden roepen – hoe misplaatst en verwerpelijk ik die leuzen ook vind – dan is dat geen uiting van sluimerend, autonoom antisemitisme, maar mede een reactie op de opstelling van de Joodse organisaties die zich, hoe je het ook bekijkt, solidair verklaren met de Israëlische agressie. Daarna maken die organisaties van dergelijke uitingen met veel tam-tam een nieuw maatschappelijk probleem, ‘het oplevend antisemitisme’ geheten. Die houding vind ik te vergelijken met die van een pyromaan die roept: ‘Brand, brand’, nadat hij die zelf heeft helpen aansteken.

Ons wordt verweten dat wij deelnemen aan demonstraties waar een afschuwelijke leuze als ‘Hamas Hamas, Joden aan het gas’ zou zijn geroepen. Ik vind, waar die kreten kunnen klinken, waar het mogelijk misgaat, juist daar moeten wij niet weglopen, daar moeten wij zijn. Als we de eerste de beste steeg induiken, zal het honderdvoudig doorzieken. Als we er op af gaan, is er kans dat het wegsterft. Dat is ook precies de reactie die ik krijg van de organisatoren van dit soort demonstraties. Die zijn zielsblij dat wij deelnemen, want juist dat geeft hun een argument om tegen hun eigen achterban te zeggen: ‘Kijk nou uit dat je niet generaliseert, er staat een Joodse organisatie op het podium dus je kunt niet zeggen dat ‘Joden’ dit of dat vinden.’ Let wel: ik zeg niet tegen Joodse organisaties met een andere mening dan de onze: eigen schuld dikke bult, jullie hebben geen recht van spreken. Maar wel: verbeeld je niet ons op te leggen wat wij wel en niet moeten doen, en bega al helemaal niet de fout ons daarvan een verwijt te maken. Wij helpen dempen wat mede door jullie aan het scheefgroeien is.

Op de demonstratie op het Malieveld werd ik aangekondigd als vertegenwoordiger van een Joodse organisatie. Dan staan er 1500 mensen die collectief ‘boe’ roepen, dan wordt er gefloten en gesist als ik naar voren loop. Na mijn toespraakje van zes minuten wordt er beschaafd geklapt. Nou, dan denk ik: je kan in zes minuten mensen toch even op het andere been zetten. Dan moet ik daar dus niet weglopen, maar daar zijn. Daar waar het mogelijk misgaat.

Er is ook nogal wat te doen geweest over de aanwezigheid van SP-Kamerlid Harry van Bommel op een demonstratie in Amsterdam. Ook daarover hebben jullie je mening duidelijk laten horen.

“Ja, die hele gang van zaken komt mij maar al te bekend voor. Er is een vooraanstaand politicus met kritiek op Israël en dan wordt er een rel rond zijn persoon gecreëerd waarbij alles en iedereen in stelling wordt gebracht. Eerst is er een filmpje op YouTube, waarvan ik weet dat het afkomstig is uit een zeer pro-Israëlische en anti-islamitische hoek. Dat wordt dan opgepakt door Elsevier en de Telegraaf. Het heeft er alle schijn van dat het CIDI dat vuurtje heeft aangestoken. Vervolgens neemt rabbijn Evers de fakkel over, in een ANP-bericht en bij Pauw en Witteman roept hij dat Harry van Bommels aanwezigheid bij de Auschwitz-herdenking niet gepast is. Dan denk ik: wie is hij om dat te roepen, daar gaat het Auschwitz Comité over. Dan hoor ik Jacques Grishaver, voorzitter van het Auschwitz Comité, inderdaad op de tv uitleggen dat het een openbare bijeenkomst is waar iedereen welkom is. En vervolgens meldt Harry van Bommel dat hij na overleg met het comité besloten heeft om er niet naartoe te gaan, omdat hij niet wil dat hij door zijn aanwezigheid alle aandacht naar zich toe trekt. Op de achtergrond was er sprake van geruchten over bedreigingen en het verstoren van de herdenking.

Het siert Van Bommel dat hij zich heeft teruggetrokken. Soms is het moediger om je terug te trekken, om verdere escalatie te voorkomen, dan principieel door te zetten. Maar de rol van het CIDI en van anderen hierin is zeer bedenkelijk. En zoals ik al zei: het is een patroon dat we al heel lang kennen. Daartoe behoort ook dat Moszkowicz een aanklacht indient tegen Van Bommel, omdat die niet weggelopen is van een paar jongens en hun gekreet. Zo’n aanklacht dient een heel ander doel. Intimidatie van personen, sturing van de discussie. Nederland moet zich een tijdje intens bezighouden met Harry van Bommel en niet met de situatie in Gaza. Er zijn organisaties en individuen die discussie over borden belangrijker vinden dan over bombardementen, en over woorden belangrijker dan over moorden.

Dat is wat we steeds zien: het gaat steeds over woorden, over getallen, plaatsen, afbeeldingen. Bepaalde groepen claimen die. Boomerang mag geen kaart uitbrengen met de beeltenis van Anne Frank met een Palestijnse sjaal. Bij een herdenking bij het voormalige kamp Westerbork mag door onze vorige voorzitter niet gezegd worden dat als je begint met mensen opsluiten, dat een hellend vlak is en dat hij dat ziet gebeuren in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. Maar dezelfde mensen die daar schande over spraken, claimden in 2006 zelf het Jonas Daniel Meijerplein – de plaats waar in de oorlog de Duitsers de Joden verzamelden om ze af te voeren – als plaats voor een manifestatie van steun aan de al even wrede als overbodige Israëlische aanval op Libanon. Het kan niet zo zijn dat een kleine groep bepaalt welke woorden, welke getallen, welke plekken er door wie gebruikt worden.

Laat de SP de moed tonen zich aan deze problematiek te blijven committeren. Om in het parlement en op de straat een duidelijk en helder standpunt in te nemen over de bezetting zelf, als een schending van het internationaal recht, alsmede over alle schendingen van het internationaal recht binnen de bezetting. De SP is niet de partij van Verhagen, toch?”