publicatie

Tribune 09/2008 :: Actueel :: Waar blijft het zoet?

Tribune, september 2008

Koopkracht

Waar blijft het zoet?

Weer geen zoet na het zuur. Het kabinet komt zijn beloften over de koopkracht opnieuw niet na. Terwijl de prijzen voor levensmiddelen, brandstof en zorg sterk stijgen, moet volgens menigeen de broekriem aangehaald worden. Dat wil zeggen: úw broekriem. Want de happy few hoeft de hand maar op te houden.

Tekst Rob Janssen Illustraties Gideon Borman/Tochtstrips

En toen wist Jan Modaal het ook niet meer. Eerst was het premier Balkenende, die begin juli een oproep deed tot ‘verantwoorde loonontwikkeling’. Immers: de economische groei stagneert, de inflatie groeit en de internationale concurrentiepositie staat onder druk – aldus de premier. Niet veel later las hij dat het CBS het zorgwekkend vindt dat de consument minder bereid is om grote aankopen te doen. Dat is namelijk heel slecht voor de economie. Helemaal verwarrend werd het, toen Nout Wellink van De Nederlandsche Bank begin augustus verkondigde dat we met ons allen omwille van de economie de broekriem moeten aanhalen en ‘door de zure appel heen moeten bijten’. Jan Modaal krabde zich achter de oren: hoe kun je nou grote aankopen doen en tegelijkertijd de broekriem aanhalen? Bijna begon hij cynisch te denken dat het allemaal niet uitmaakt; dat ‘de economie’ er pas op vooruitgaat, als hij zelf erop achteruitgaat.

Feit is dat de burger dit jaar 144 euro meer kwijt is aan energie dan vorig jaar; een stijging van acht procent (CBS). Voor dagelijkse boodschappen betaalt hij bovendien ook nog eens ruim zes procent meer dan vorig jaar. Benzine? Prijsverdubbeling sinds 1996; diesel zelfs nog meer. Tel daarbij de flink gestegen zorgkosten en de inflatie, en het is duidelijk dat de koopkracht van een gemiddeld huishouden een flinke duw krijgt.

Om een indruk te krijgen van de daadwerkelijke koopkrachtontwikkeling, lanceerde SP-Kamerlid Sadet Karabulut afgelopen voorjaar de zogeheten Koopkrachtbarometer. Driekwart van de ruim 1000 respondenten gaf aan maandelijks gemiddeld 50 tot 150 euro minder te besteden te hebben dan vorig jaar. Van hen heeft 52 procent betaald werk. Het meest ‘in de prijzen’ vallen daarbij de laagste inkomensklassen. Niettemin bestaat de groep van degenen die minder te besteden hebben voor een kwart uit mensen met een modaal inkomen. Als reden voor de inkomensachteruitgang werden de zorgverzekering, de winkelprijzen, belastingen en energiekosten het meest genoemd.

Agnes Kant: “Belachelijk hoe de opbrengsten van onze bodemschatten zijn weggegeven

“Aan het eind van het loon houden we steeds een stuk maand over”

‘Halverwege de maand eet ik vrijwel alleen rijst’, laat een alleenstaande met uitkering via de Koopkrachtbarometer weten. Een werkend stel zonder kinderen en met een inkomen van anderhalf keer modaal: ‘Aan het eind van het loon houden we steeds een stuk maand over. We staan voortdurend rood; niet veel, maar toch. En dat terwijl we een modaal inkomen hebben, maar wel bijna 1000 euro vaste lasten en een huurhuis zonder huurtoeslag en geen zorgtoeslag.’ Een andere respondent laat weten: ‘Alle uitgaven zijn gestegen, maar mijn netto salaris niet. Wij zijn iedere maand weer blij als het de 21e is en er weer salaris gestort wordt. Er moeten geen onverwachte uitgaven komen, bijvoorbeeld als de wasmachinekapot gaat, want dan moeten we lenen of bij Wehkamp bestellen. Waardoor de lasten nog verder zullen stijgen.’

“Vanaf 2006 heeft de regering beloofd dat na het zuur het zoet zou komen,” zegt Sadet Karabulut, “maar ook nu wordt die belofte niet echt waargemaakt. Zoals het er nu naar uitziet, gaan de lagere inkomens er in 2009 wéér niet op vooruit. Eigenlijk is dat heel raar: de economie is de afgelopen jaren opgebloeid en draait momenteel – ondanks de aangekondigde recessie – nog steeds heel aardig. Bedrijfswinsten zijn bovendien flink gegroeid. Toch vallen de hardste klappen opnieuw bij de meest kwetsbare groepen: mensen met lagere inkomens, chronisch zieken en alleenstaanden. Maar ook de modale inkomens krijgen het steeds moeilijker. ‘De sterkste schouders gaan de zwaarste lasten dragen’ is nóg zo’n stokpaardje van het kabinet. Nou, het spijt me; ik zie dat helemaal nergens terug in het beleid.”

Sadet Karabulut: “Werkelijk met álles wordt tegenwoordig gespeculeerd”

Toch spelen zaken als de torenhoge olieprijzen, de stagnerende wereldeconomie en de Amerikaanse kredietcrisis de Nederlandse economie ook parten. En daar heeft het kabinet nou eenmaal weinig invloed op, toch? “Dat klopt. Maar massa’s mensen raken in de problemen door de hoge kosten voor de zorg, bezuinigingen op de kinderopvang, hoge belastingen en het sociaal minimum dat te laag is. Dat is het directe gevolg van het kabinetsbeleid”, aldus Karabulut, die tevens stelt dat met gemiddeld twee tot drie procent de loonstijging onder de diverse kabinetten-Balkenende zeer bescheiden is geweest.

Gaat Karabulut trouwens zelf grote aankopen doen, nu het CBS waarschuwt dat het uitblijven daarvan schadelijk is voor de economie? “Nee. Ik vind dat ook een idioot verhaal. Veel mensen zullen geld moeten lenen voor grote aankopen. Alsof de economie erbij gebaat is, als mensen geld uitgeven dat ze niet hebben en zich vervolgens in vette schulden steken. In Amerika hebben we gezien waartoe dat kan leiden. De regering moet zorgen voor voldoende reële koopkracht, zodat de mensen hun vaste lasten en goed eten kunnen betalen. Dát is goed voor de economie!”

“Met kapitaal wordt steeds meer geld verdiend, met werken steeds minder”

Maar zoals gezegd moet volgens het kabinet de broekriem nog strakker. En dat is wrang, als je weet dat elders de bomen kennelijk tot in de hemel groeien en er kwistig met tonnen en miljoenen gestrooid wordt. Zo werd vorige maand bekend dat bij een kwart van de Nederlandse ziekenhuizen een interim-manager op de loonlijst staat voor gemiddeld 30.000 euro. Per maand welteverstaan. Onderzoek van RTL Nieuws wees uit dat het Eindhovense Catharina Ziekenhuis maandelijks 49.000 euro voor een interim-manager overhad. Het Amphia Ziekenhuis betaalde een tijdelijk bestuurder zelfs 65.000 euro per maand. Excuus van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen: “Dat is het gevolg van de invoering van marktwerking.”

Bij de thuiszorgorganisaties van hetzelfde laken een pak. Uit het SP-rapport ‘Over de Top’ bleek in augustus dat bij 66 onderzochte thuiszorgorganisaties 64 bestuurders het afgelopen jaar meer verdienden dan de premier. Zo verdient de directeur van GroenekruisDomicura (GKD) 212.642 euro per jaar – terwijl het bestuur van die organisatie aangekondigde dat de medewerkers om hun baan te behouden tot 20 procent salaris moeten inleveren. Bij de Evean Groep vingen maar liefst zeven bestuurders meer dan twee ton.

Energiereus Shell doet het goed. Mede als gevolg van de hoge brandstofprijzen kon de energiereus op 31 augustus een netto kwartaalwinst van bijna 11,8 miljard euro noteren, een absoluut record. Shell-aandeelhouders konden een dividend-stijging van elf procent tegemoet zien.

En eerder dit jaar bleek dat de topbestuurders in de energiesector opnieuw flink meer zijn gaan verdienen. Zo kreeg Essent-chef Michiel Boersma vorig jaar 63.000 euro meer dan in 2006 en daarmee kwam zijn jaarsalaris uit op 925.000 euro. Ludo van Halderen van Nuon verdiende 810.000 euro; 34.000 euro meer dan het jaar ervoor. Vergeleken daarbij hield Eneco het nog ‘netjes’. Bij dat bedrijf moest de voltallige Raad van Bestuur samen een miljoen euro delen.

En zo doet zich een opmerkelijke situatie voor: de grootste ‘koopkracht-killers’ voor de burger zitten uitgerekend in die hoek waar de top steeds grotere winsten opstrijkt.

Een andere interessante ontwikkeling is die van de zogenaamde loonquote: het aandeel van de lonen in het nationaal inkomen. Na de oorlog steeg de loonquote fors, maar vanaf 1980 zette een daling in (tegelijkertijd steeg het aandeel van de vennootschappen in het nationaal inkomen). Dat omslagjaar viel niet toevallig in de periode dat in de westerse wereld – en zeker ook in Nederland – een flinke neoliberale wind begon te waaien. De happy few voer er wel bij, zo stellen Hans-Peter Martin en Harald Schumann in hun boek Die Globalisierungsfalle: ‘Wereldwijd daalt het aandeel dat kapitaaleigenaren en vermogensbezitters bijdragen aan de financiering van overheidstaken. Aan de andere kant drijven degenen die de globale kapitaalstromen sturen, het loonniveau van hun belastingbetalende werknemers voortdurend omlaag. Op wereldschaal zie je dan ook een daling van de loonquote.’

Sadet Karabulut: “Terwijl looneisen aan de onderkant van de arbeidsmarkt als een gevaar voor de economie worden gezien, is op de financiële markten winst op de winst vereist. Met kapitaal wordt steeds meer geld verdiend, met werken steeds minder. Werkelijk met álles wordt tegenwoordig gespeculeerd, met olie, soja, tarwe; noem maar op. En dat heeft effect op de prijzen, wat de burger dan weer in de portemonnee merkt.” Als het om winst gaat, lijkt bij sommige multinationals de core business zelfs nog maar bijzaak te zijn (zie kader).

“Jarenlang is steeds meer van onze welvaart naar de winsten gegaan”

Toen onlangs de jongste cijfers over de koopkrachtontwikkeling in Nederland werden gepresenteerd, haastte premier Balkenende zich nog maar eens te herhalen waar het volgens hem – nog steeds – op aankomt: ‘beheerste loonontwikkeling’. Loonmatiging dus.

Weliswaar vindt SP-fractieleider Agnes Kant het ‘terecht en verstandig’ dat het kabinet afziet van de BTW-verhoging naar 20 procent, maar de herhaalde oproep tot loonmatiging die er meteen aan werd gekoppeld noemt ze ongepast. Kant: “Het schrappen van de BTW-verhoging maakt de vooruitzichten hooguit wat minder slecht. Gezien het verlies aan koopkracht in de afgelopen jaren, de oplopende inflatie, de stijgende winsten, en de weigering van de top om de lonen te matigen – zowel in de publieke als private sector – is het volkomen terecht als de vakbonden een groter deel van de welvaart opeisen. Jarenlang is steeds meer van onze welvaart naar de winsten gegaan; nu wordt het tijd dat de mensen aan de beurt zijn die hun besteedbaar inkomen in de laatste jaren alleen maar hebben zien dalen.” Kant wijst er bovendien op dat het kabinet nog meer maatregelen in petto heeft die de koopkracht aantasten. Zo moet volgens haar ook de aftrek van bijzondere ziektekosten van de baan: “Daardoor krijgt uitgerekend een kwetsbare groep mensen extra zorgkosten.” Hetzelfde geldt voor bezuinigingen in de kinderopvang: “Omwille van de toegankelijkheid en betaalbaarheid moeten kosten voor kinderopvang bevroren worden voor huishoudens met een jaarinkomen tot 60.000 euro.” Verder bepleit de SP een verhoging van het wettelijk minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen met 1,25 procent, zodat de meest kwetsbare groepen mensen worden geholpen.

Om de premiekosten voor de zorg eerlijk te verdelen stelt de partij voor deze meer inkomensafhankelijk te maken en het vaste bedrag te verlagen naar 400 euro. Kant: “We hebben de effecten hiervan laten doorrekenen door het CPB en het is gunstig voor de koopkracht van de laagste tot en met de modale inkomens. De hogere inkomens gaan relatief wat meer betalen. En dat is terecht: daarbij worden de negatieve inkomenseffecten van de invoering van het nieuwe zorgstelsel teruggedraaid.”

Niet alleen aan de verkoop van brandstof, maar ook aan de winning van gas en olie in Nederland wordt fors verdiend door Shell en Esso. Door voor hen riante afspraken uit het verleden vangen zij 50 procent van de winsten, de overheid de andere helft. Kant: “De belachelijke manier waarop opbrengsten van onze bodemschatten zijn weggegeven had nooit moeten worden toegestaan. Nu zitten we met deze erfenis. Het kabinet moet gaan onderzoeken of en hoe de opbrengsten van de winningen van olie en gas uit de Nederlandse bodem ten goede kan komen aan álle burgers, in plaats van voor de helft aan de multinationals Shell en Esso.

Vooruitlopend hierop willen we een nieuwe heffing invoeren op de winning van gas en olie in Nederland. Op die manier kunnen in ieder geval de winsten die Shell en Esso maken op onze bodemschatten worden afgeroomd. Een deel van de opbrengsten kun je gebruiken om de wegenbelasting te verlagen. Zo kom je de automobilisten een beetje tegemoet, die aan de pomp steeds meer moeten betalen.”

Op de derde dinsdag van september presenteert de SP haar complete pakket maatregelen om de koopkracht voor zoveel mogelijk mensen te verbeteren. Tot slot nog even terug in de tijd. Tegen het einde van de vorige eeuw draaide de Nederlandse economie op volle toeren. Er was volop groei en velen verkeerden daarover in een euforische stemming.

Het ging zelfs zó goed, dat eerder genoemde Nout Wellink van De Nederlandsche Bank in 2000, tijdens een toespraak voor ondernemers, waarschuwde voor een ‘oververhitte economie’. En hoe kon volgens de bankpresident dat gevaar bezworen worden? Juist: loonmatiging.

Porsche: meer winst dan omzet

Dat in de wereld van het grote geld niets meer te dol is, moge blijken uit een bericht uit het Duitse weekblad Der Spiegel van 28 juli 2008. Hierin spreken insiders en financieel experts de verwachting uit dat de Duitse sportwagenfabrikant Porsche het actuele boekjaar kan afsluiten met een winst die groter is dan de omzet. Naar verluidt zou de omzet 8,6 miljard euro bedragen; maar de winst zou boven de 11 miljard uitkomen. De verkoop van auto’s zou daarbij goed zijn voor ‘slechts’ 1,2 miljard; maar een hertaxatie van het 31 procent sterke belang van Porsche in Volkswagen brengt 5,9 miljard extra in het laatje. Handig omspringen met aandelenopties levert nog eens 3,5 miljard op en ten slotte zorgen dividend- en winstuitkeringen van het Volkswagen-concern voor de lieve somma van 900.000 euro. Dat bedrijfseconomisch unicum doet Porsche-chef Wendelin Wiedeking (foto) ongetwijfeld goed. Al was het maar omdat zijn eigen (winstgerelateerde) salaris naar schatting naar 100 miljoen euro zal stijgen.

Inhoud