publicatie

Tribune 10/2007 :: Vergrijzing helemaal niet onbetaalbaar

Tribune, november 2007

Onderzoek

”Je moet het héle plaatje willen zien”

Vergrijzing helemaal niet onbetaalbaar

Tekst Rob Janssen

Met het zojuist verschenen rapport ‘De Vergrijzing Betaalbaar’ zet het Wetenschappelijk Bureau van de SP de vergrijzings-discussie in een verrassend nieuw daglicht. Waar doorgaans alarmerende geluiden klinken over de kosten die de vergrijzing in de toekomst met zich mee gaat brengen, legt deze studie de gangbare aannames, vooronderstellingen en interpretaties kritisch onder de loep. “De munitie om de solidariteit af te breken wordt niet geleverd door feitelijke ontwikkelingen of door wrijving tussen ouderen en jongeren,” zegt onderzoeker en auteur Nico Schouten, “maar door de retoriek van politici.”

“Ik zag laatst in een of ander praat-programma op tv een man die vertelde dat hij wilde emigreren. Omdat hij geen zin had om aan ‘die babyboomers’ mee te betalen. Woést kan ik worden over zo’n uitspraak”, zegt Nico Schouten, onderzoeker van het Wetenschappelijk Bureau van de SP en auteur van het onlangs verschenen rapport ‘De Vergrijzing -Betaalbaar’. “Het idee dat jongere generaties op den duur steeds meer moeten gaan opdraaien voor ouderen, is ten eerste gebaseerd op gebrekkige informatie. Ten tweede is zo’n opmerking een uitvloeisel van het cynische ‘ieder voor zich’-gedachtegoed, dat iedere solidariteit ondermijnt.”

In het voorjaar van 2006 publiceerde het Centraal Planbureau (CPB) een rapport met een alarmerende strekking: bij ongewijzigd beleid zou de vergrijzing -onbetaalbaar worden. Er zou grote druk op de belastinginkomsten komen te staan, waardoor de economie enorme schade zou gaan oplopen. Het rapport staat niet op zich: het doembeeld van de vergrijzing als toenemend blok aan het been van de samenleving duikt her en der op. In tal van studies en publicaties wordt de alarmklok geluid over de betaalbaarheid van de AOW.

“Waarom zou je de economische groei niet mede ten goede laten komen aan de opvang voor de kosten van

de vergrijzing?”

Nico Schouten bestudeerde de stroom rapporten en artikelen grondig en deed een opmerkelijke ontdekking. “Ik merkte dat het cijfermateriaal en de statistische gegevens van het CPB op zichzelf helemaal niet zo alarmerend zijn. Het verontrustende aspect komt, vreemd genoeg, pas om de hoek kijken door de conclusies die getrokken worden. Ik ontdekte dat het CPB ‘voorveronderstellingen’ heeft gehanteerd, die we helemaal niet hoéven te hanteren.

Zo zijn de opstellers van het rapport er bijvoorbeeld van uitgegaan dat de collectieve lastendruk niet mag stijgen. Als reden daarvoor wordt opgegeven dat een hogere lastendruk leidt tot een lager arbeidsaanbod, omdat arbeid minder zou lonen. Met andere woorden: mensen gaan meer werken, naarmate ze daar netto meer aan overhouden.

Kijk, het kan best dat iemand bij lastenverlichting meer gaat werken. Maar de reden daarvoor kan bijvoorbeeld heel goed zijn om in de toekomst eerder met pensioen te kunnen gaan, of om een -wereldreis te gaan maken. Als dat het geval is, dan leidt lastenverlichting op de langere termijn dus juist tot een daling van het arbeidsaanbod. Dan is het effect dat mensen meer gaan werken maar tijdelijk. De praktijk heeft geleerd dat de collectieve lastendruk zowel binnen als tussen landen kan variëren, zonder dat het noemenswaardige gevolgen heeft voor de economische ontwikkelingen op de langere termijn. Er zijn heel veel factoren die daarbij een rol spelen. Dus eenvoudigweg stellen dat hogere lasten leiden tot minder werken en dus slecht zijn voor de economie, is écht veel te simpel.”

Ook opmerkelijk vond Schouten de CPB-aanname dat alle generaties - over hun hele leven gezien - in gelijke mate moeten profiteren van overheidsuitgaven via collectieve lasten. “Ook dit issue wordt als vanzelfsprekend aangenomen; alsof er geen politieke discussie over mogelijk is. Dat bestrijd ik. Het is verder niet zo, dat de economische groei alleen maar ten goede aan de consumptie moet komen, zoals het CPB veronderstelt. Dat is eenzijdig. Waarom zou je economische groei niet mede ten goede laten komen aan de opvang voor de kosten van de vergrijzing? Dat is een politieke keuze.”

Er zit veel ruimte tussen statistische gegevens en prognoses en hun interpretaties. Daarbij komt dat allerlei effecten van vergrijzing helemaal niet in de cijfers worden meegenomen. Mogelijk verlaagt de vergrijzing de criminaliteitscijfers, de verkeersdrukte en de druk op de kinderopvang. Dit soort effecten past niet gemakkelijk in modellen, maar moet wel worden meegenomen.

(uit: De Vergrijzing Betaalbaar)

Als gevolg van de economische hoogconjunctuur spitst de vergrijzingsdiscussie zich momenteel vooral toe op de arbeidsmarkt. Over vier jaar bereikt de eerste lichting van de babyboomgeneratie de leeftijd van 65 jaar; een aanzienlijk deel gaat echter in de jaren daaraan voorafgaand met vroegpensioen. Tegen die achtergrond duiken er in toenemende mate pleidooien op om de AOW-leeftijd te verhogen en vroege pensionering onaantrekkelijk te maken. Immers: de tekorten in bepaalde sectoren van de arbeidsmarkt kunnen er onder meer voor zorgen dat productie wordt verplaatst naar het buitenland.

Tekort aan arbeidskrachten kan ook worden toegeschreven aan gebrekkige investeringen in onderwijs

Maar, zo stelt ‘De Vergrijzing Betaalbaar’, deze ontwikkelingen zijn niet simpelweg te wijten aan de pensioenregelingen; de pensioneringsgolf was te voorzien. Het tekort in het arbeidsaanbod kan met hetzelfde recht toegeschreven worden aan een gebrek aan tijdige investeringen in scholing van jongere werk-nemers. Werkgevers hielden en houden te weinig rekening met de beschikbaarheid van -arbeid, die zij vooral zien als een afgeleide van de bedrijfsstrategie. Daar komt bij, dat de overheid juist op het gebied van onderwijs een rigide bezuinigingspolitiek voerde. Cijfers van het CBS laten zien, dat de arbeidsdeelname onder ouderen bovendien juist is toegenomen. Kortom: het arbeidsaanbod is er wel, maar de vraagzijde liet het afweten.

Kijken we naar de zorgsector, dan wordt door politici maar al te vaak gesuggereerd dat de vergrijzing de zorg straks onbetaalbaar maakt. Natuurlijk: de vergrijzing leidt tot een stijging van de uitgaven in de zorg. Maar daartegenover staat ook een stijging van de inkomsten. Immers: door de groei van het cluster 65-plussers stijgt logischerwijs ook de bijdrage uit die groep aan de collectieve financiering en bovendien is de verwachting dat hun gemiddelde inkomen stijgt. De uitgavenstijging voor de vergrijzing wordt zelfs voor een flink deel hierdoor gecompenseerd, zo blijkt. Daarnaast zijn er in de zorg de nodige besparingen mogelijk, door het aanpakken van bureaucratie in de organisatie en financiering bijvoorbeeld. Ook grote en dure managementlagen en kosten voor -medicijnen zouden onder de loep genomen kunnen worden.

Schouten: “De uitgavenstijging als gevolg van de vergrijzing is feitelijk helemaal niet zo alarmerend of dramatisch: het gaat maar om een kwart tot een derde van de totale groei van de zorguitgaven. Dus als je objectief kijkt naar de ontwikkelingen, de cijfers en de statistieken, is er geen reden om leeftijdsgroepen tegen elkaar op te zetten en de solidariteit te ondermijnen.”

Er is een groot verschil tussen een arme jongere die klaagt dat hij moet bijdragen aan de hypotheekrenteaftrek voor een miljonair en een rijkere jongere (of een van rijkdom dromende jongere) die klaagt dat hij moet bijdragen aan de koopkracht van een AOW’er met een klein pensioen, of aan meer hulp voor een gehandicapte.

(uit: De Vergrijzing Betaalbaar)

Schouten: “Wat je ziet, is dat de baby- boomgeneratie steeds vaker wordt aangevallen op de stijgende kosten van de vergrijzing. Jong versus oud; dat is het beeld dat vaak wordt neergezet.

Maar volgens mij kun je helemaal niet spreken over ‘dé jongeren’ en ‘dé ouderen’. Visies op de samenleving zijn namelijk niet gebonden aan leeftijden. Dat kun je opmaken uit opiniepeilingen en verkiezingsuitslagen. Ook de leeftijdssamenstelling van de leden van politieke partijen is een indicatie voor mijn stelling dat het geen zin heeft om over jong en oud als twee homogene groepen te praten. De munitie om de solidariteit af te breken wordt dus niet geleverd door de feitelijke ontwikkelingen of onderlinge wrijving tussen jongeren en ouderen, maar door de retoriek van politici. ”

“Ik ben ervan overtuigd dat ons land rijk genoeg is om de stijgende kosten van de vergrijzing op te vangen,” zegt Nico Schouten. “Het sleutelwoord is solidariteit. Dat is precies het tegenovergestelde van wat nu vaak gebeurt, namelijk het wegzetten van ouderen als een aparte groep. Je moet het gehéle plaatje willen zien.”

Het rapport ‘De Vergrijzing Betaalbaar’ is verkrijgbaar via de SP-webwinkel en kost 3,25 euro.

Het is tevens in PDF-formaat te downloaden.


“Vergrijzing is niet alleen een zorg voor de samenleving, maar vooral ook een zegen. Daarin werd ik bevestigd door een -artikel van professor Wim Derks, econoom van de universiteit van Maastricht. Door het wegvallen van een grote groep ouderen op de arbeidsmarkt, zouden jongeren veel meer mogelijkheden krijgen. Fileproblemen zouden zich minder vaak voordoen, omdat ouderen niet meer noodgedwongen op bepaalde tijden de weg op moeten. Zo zijn er nog veel meer voordelen van de vergrijzing te bedenken. Extra argumenten voor de opvatting dat de komende vergrijzing geen reden is tot klagen, maar een plicht om na te denken over hoe we omgaan met een veranderende samenleving. Dat betekent dat we moeten praten over geld, maar ook over de andere politieke keuzes die gemaakt moeten worden. ‘De Vergrijzing Betaalbaar’ bewijst met name mijn stelling dat de AOW betaalbaar is. Daarnaast blijf ik me onverminderd inzetten voor de opvulling van een aantal hiaten in de AOW. Zoals het AOW-gat, dat ontstaat als mensen zich vanuit het buitenland in Nederland vestigen óf na een buitenlandse periode terugkomen. Ook door de afschaffing van de AOW-toeslag in 2015 kunnen straks veel mensen in de problemen komen. Dat moeten we zien te voorkomen.”

Fons Luijben, woordvoerder Ouderen van de SP-Kamerfractie

Inhoud