publicatie

Tribune 4/99: Kamergenoten: Harry van Bommel

K A M E R G E N O T E N Wie zijn ze? Wat beweegt hen?

De Tribune portretteert de mensen achter de SP-Kamerleden

"Ineens ben ik lid van een criminele organisatie"

Harry van Bommel, van keetschopper tot Kamerlid

Toen hij na zeven jaar de havo verliet, was Harry van Bommel ervan overtuigd thuis te horen in de journalistiek. Het werd echter de lerarenopleiding. Tot grote hilariteit van zijn oude docenten, die hem net zo'n lastpak in de klas gunden als hij zelf ooit was geweest. Sinds mei vorig jaar zit hij voor de SP in de Kamer en vertelt Harry aan 149 parlementariërs (in plaats van aan 32 mbo-studenten) hoe het zit.

Tekst Christine de Vos Foto Caroline Schröder

Harry is de vierde van vijf kinderen in een traditioneel katholiek gezin van vis op vrijdag en kerk op zondag. Zijn vader is leraar, z'n moeder huisvrouw. "Wat ik mij van mijn jeugd het best herinner, is dat we om de paar jaar verhuisden. Steeds kwam ik middenin het schooljaar in een nieuwe klas terecht en moest ik opnieuw mijn plekje bevechten. Helemaal toen we van Brabant naar Overijssel gingen. Mijn zachte g is er daar letterlijk uit geslágen."

Op de middelbare school in Zwolle heeft Harry het beter naar zijn zin. Zozeer zelfs, dat hij twee jaar langer dan gebruikelijk blijft hangen. "Vooral de tweede klas was een buitengewoon gezellige club. Dat jaar hebben we met zijn allen nóg eens gedaan. In het laatste jaar ben ik een keer gezakt voor mijn eindexamen. Ik snapte de stof wel, maar werkte alleen niet zo hard. Weekenden lang lag ik aan mijn brommer te sleutelen en ging ik met vrienden naar de motorcross. De school schoot er dan weleens bij in. En als ik er wél was, was ik knap lastig. Wekelijks mocht ik wel een keer bij de conrector langs, omdat een leraar me de les had uitgeschopt. Op reünies moesten mijn oude docenten hard lachen dat uitgerekend ík de lerarenopleiding deed. Ze gunden me ongetwijfeld net zo'n keetschopper in de klas als ik zelf ooit was. Maar ik was niet alleen brommergek, er groeide ook een politiek bewustzijn. Ik interesseerde me vooral voor sociaal-economische vraagstukken. Zoals de massawerkloosheid destijds, in de eerste helft van de jaren tachtig. Daarover had geen enkele partij een fatsoenlijk verhaal. Er werd bezuinigd en daarmee hield alles op. Ik mocht toen voor het eerst stemmen. Over de vijf grote partijen had ik me terdege geïnformeerd, maar ik kon niets van mijn gading vinden. De SP kende ik in die tijd nog niet. Uiteindelijk heb ik blanco gestemd. Daarmee wilde ik laten zien dat ik niet te beroerd was om naar de stembus te gaan, maar ook dat er niks voor mij bij zat."

"Mensenrechten worden in het leger nogal eens met voeten getreden"

Als Harry tenslotte toch zijn diploma haalt, verkeert hij in de vaste overtuiging dat hij naar de school voor journalistiek moet. Hij is de enige niet en wordt uitgeloot. Volgende loting weer een kans, eerst maar in dienst, besluit hij en verruilt de motorlaarzen voor legerkisten. "Ik wilde ontzettend graag bij de marine. Varen, dat leek me fantastisch! Maar ik haalde de keuring niet. Drie dagen ben ik binnenstebuiten gekeerd en vervolgens voor alle marinefuncties afgekeurd. Achteraf weet ik zeker, dat als ik niet had toegegeven weleens een stickie te hebben gerookt, ik wél was goedgekeurd. Daar heb ik vreselijk de pest over ingehad. Toen kwam ik bij de landmacht terecht. Eigenlijk was dat best leuk. Lekker fysiek actief."

Minder gecharmeerd is Harry van de strenge hiërarchie in het leger. Zonder strepen heb je niks te vertellen, leert hij. Een vertegenwoordiger van de soldatenvakbond AVNM betrekt hem bij het vakbondswerk. Als contactpersoon vergezelt hij soldaten wanneer ze op rapport moeten komen en ziet hij erop toe dat hen geen geintjes geflikt worden. "De bond sprak mij bijzonder aan omdat het leger bij uitstek een plaats is waar je een vakbond goed kunt gebruiken. Nóg een stukje harder dan het bedrijfsleven. Mensenrechten worden er nogal eens met voeten getreden. Groepsstraffen bijvoorbeeld, mogen volgens het militair recht niet, maar komen wel voor. Als bond begin je daar meer tegen dan als soldaat alleen."

"De SP had verder reikende idealen, daar wilde ik over meepraten en meedenken"

Nog voor de Academie voor Journalistiek in Utrecht Harry na zijn afzwaaien als aanstormend reporter mag begroeten, raakt hij in gesprek met een verslaggever die hem deze carrièrestap ten zeerste afraadt. Zorg liever dat je taalvaardigheden bijzonder zijn en ga dan eens solliciteren, luidt het advies. Wat van "Utrecht" afkomt, denkt allemaal al fantastisch te kunnen schrijven, terwijl ze dat op een redactie pas leren. "Inmiddels was ik de lerarenopleiding gaan volgen en vond dat zo leuk, dat ik die in ieder geval wilde afmaken. Misschien zelfs om het onderwijs in te gaan." Tijdens de opleiding maakt Harry kennis met de SP. "Veel van mijn medestudenten waren actief binnen de Jonge Socialisten. Dat vond ik niets. Er zaten vooral veel baantjesjagers tussen en mensen die druk bezig waren met hun carrière. Toen ontdekte ik de SP. Die partij had duidelijk verder reikende idealen dan de JS. Op het gebied van werkgelegenheid werd de overheid een grotere rol toebedeeld. Een overheid zou eisen moeten stellen aan bedrijven en een recht op werk moeten garanderen. Over die kwesties wilde ik meedenken en meepraten."

"Je moet verantwoordelijkheid aanvaarden, ook voor mensen aan de andere kant van de wereld"

Voorjaar 1987 vertrekt Harry naar Amsterdam. "Ik realiseerde me dat als ik ooit nog – met studiefinanciering – hoger onderwijs wilde volgen, ik het nu moest doen. Men was toen al druk bezig de studiemogelijkheden te beperken. Het werd politicologie. Door de SP was ik zo nieuwsgierig geworden hoe de Nederlandse politiek staatkundig in elkaar zat, dat ik het nuttige met het aangename besloot te verenigen." In het derde jaar doorkruisen de onderwijsbezuinigingen zijn plannen en moet hij het studentenleven combineren met een leraarsbaan.

Harry's keus voor de SP roept in zijn familie geen heftige reacties op. Een katholieke achtergrond en de uitgangspunten van de SP blijken prima samen te gaan. Ik herken in de SP meer christelijke waarden dan in het CDA, zegt een pastor in een interview voor het universiteitsblad dat Harry in de bus krijgt. "Daar was ik het hartgrondig mee eens. Ik ben op mijn manier gelovig. Mijn geloof bestaat uit het bewustzijn dat er meer is dan wat je ziet en meemaakt. Je moet verantwoordelijkheid aanvaarden voor dingen buiten jezelf, buiten je omgeving, voor mensen buiten jouw kringetje. Ook aan de andere kant van de wereld. Die medeverantwoordelijkheid komt voort uit de overtuiging dat er iets is dat ons allemaal bindt. Als die verbondenheid een vanzelfsprekendheid is, is dat een soort geloof."

"De Groenen stemden pas tegen de tippelzone, toen bleek dat er bomen gekapt moesten worden"

Na een periode in de stadsdeelraad Oost wordt Harry een eenmansfractie in de Amsterdamse gemeenteraad. Bijgestaan door burgerraadslid Willem Paquay verzet hij zich tegen onder meer tegen heroïneverstrekking en tippelzones in de hoofdstad. "Ik zag meer in een maximale inzet van de hulpverlening. Zoals wegwerken van wachtlijsten voor de afkickcentra, resocialisatie na het afkicken en een nazorgtraject met uitzicht op opleiding of werk. Zorg dat er een compleet plan ligt, in plaats van mensen methadon te geven en het ze dan zelf te laten uitzoeken. De raad zag dat anders en de wachtlijsten bleven wat ze waren: een graadmeter voor de animo waarmee verslaafden af wilden kicken. Als mensen écht gemotiveerd zijn, willen ze best even op hun beurt wachten, was de gedachte."

Met zijn weerstand tegen de tippelzone dwingt Harry de raad, die bijna unaniem voor is, verantwoording af te leggen voor dit staaltje drugsbeleid. "Het ging veelal om zieke en verslaafde vrouwen en ik vond het tamelijk cynisch om ze in staat te stellen via prostitutie de middelen te verwerven die ze in drugs om konden zetten." Met uitzondering van een enkel PvdA-raadslid staat hij echter alleen in zijn kritiek. "De Groenen stemden pas in tweede instantie tegen, toen bleek dat er voor de tippelzone bomen gekapt moesten worden."

"Kosovo gaat niet over een snelweg door het Groene Hart, maar over leven en dood"

Harry's "raadskabaal" blijft niet onopgemerkt. Bij de Kamerverkiezingen van 1994 staat hij nummer vijf op de lijst. Als een zetel er nog niet in blijkt te zitten, wordt hij ingelijfd in het fractie-ondersteuningsteam. Omdat het voor twee Kamerleden onmogelijk is álle commissievergaderingen te bezoeken – maar ze wel over alles een mening moeten hebben – zijn de beleidsmedewerkers hun ogen en oren. Harry bezoekt commissievergaderingen, doet onderzoek op Onderwijs- en Defensiegebied, legt dossiers aan en is de motor achter verschillende acties. Samen met de afdelingen houdt hij een enquête naar ouderbijdragen in het onderwijs, die een stuk minder vrijwillig zijn dan ze lijken. "Door de ouderbijdrage wordt de toegankelijkheid van het onderwijs direct bedreigd. Het werkt tweedeling in de hand. Ouders doen hun kinderen liever op een minder goede school, dan dat ze met het schaamrood op de kaken bekennen de ouderbijdrage niet te kunnen betalen."

Als in mei 1998 het Kamerduo een vijftal wordt, promoveert Harry tot Kamerlid. In die hoedanigheid springt hij op de bres voor schoolconciërges, van wie het takenpakket sinds jaar en dag groeiende is zonder dat daar meer loon of zelfs meer waardering tegenover staat. "We hebben tweehonderd conciërges aangeschreven en naar hun ervaringen gevraagd. Binnenkort hopen we een zwartboek aan minister Hermans te kunnen aanbieden. Conciërges pikken het niet meer, ze komen nu echt in verzet. De conciërge doet op school als eerste de deur open en als laatste het licht uit. Als hij besluit het werk neer te leggen, ligt de school gewoon plat."

Zijn allereerste Kamerdebat, hij weet het nog als de dag van gisteren, gaat over Kosovo. "Een vreselijk moeilijk onderwerp om mee te beginnen. Er zitten zoveel verschillende aspecten aan de kwestie. Niemand heeft de wijsheid in pacht en er staat ontzettend veel op het spel. Dat doordrong mij meteen van mijn verantwoordelijkheid. Dit ging niet over een OV-studentenkaart of een snelweg door het Groene Hart. Dit ging – en gáát – over leven en dood." Ook het laatste debat – tot nu toe – betreft Kosovo. Bommen beheersen de agenda en weer trekt Harry fel – en in zijn eentje – van leer. "Ineens ben ik lid van een criminele organisatie," merkt hij bitter op. "Het parlement geheten. De organisatie die ons leger er zonder juridische basis, zonder VN-mandaat op uitstuurt om te bombarderen. Dat is feitelijk een criminele daad."

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board

  • Column Jan Marijnissen: In oorlog

  • Aan instellingen die zich ermee bemoeien, ontbreekt het niet in de wereld van de banenplannen en scholingsinitiatieven. Wel aan deugdelijke controle en verstand van zaken. Een blik achter de schermen van de Eindhovense Evenementenpool.

  • "Af en toe was het behoorlijk genant: een paar weldoorvoede jongens uit het Westen, die vastleggen hoe hongerende mensen liggen dood te gaan" Televisiejournalist Pieter Varekamp filmde de meest verschrikkelijke taferelen. En hij was één van de drijvende krachten achter de massale hulpactie Eén voor Afrika.

  • "Als in het Europarlement niemand is die de tweedeling aanklaagt, de winsthonger en de uitholling van de democratie, dan kan men straffeloos doorgaan." Erik Meijer wordt na 10 juni de broodnodige waakhond van de SP in Europa.

  • Twee jaar lang was Bert Voskuil van tijd tot tijd één met de daklozen van Haarlem. In het boek Dakloos schreef hij zijn ervaringen tussen de "weggooimensen" op. In de Tribune geeft hij een samenvatting.

  • Theo de Buurtconciërge; strip van Wim Stevenhagen