Socialistische strijd in de lokale politiek

Bijna tweeduizend kandidaten en honderden (nieuw) opgeleide volksvertegenwoordigers in spe staan in de startblokken voor een overtuigende overwinning bij de naderende raadsverkiezingen. Want meer SP’ers in de gemeenteraad betekent meer invloed van gewone mensen op hun buurten en in hun gemeenschappen. Zij weten: de politiek is te belangrijk om aan politici over te laten.

De opdracht van de SP is even groot als helder. De statuten van de partij beginnen ermee: ‘De vereniging stelt zich ten doel dat het verwezenlijken van een socialistische maatschappij in Nederland, een maatschappij waarin de menselijke waardigheid, de gelijkwaardigheid van mensen en de solidariteit tussen mensen daadwerkelijk gestalte krijgt.’ Alle wettige middelen die dit doel dichterbij brengen, grijpen we aan. Twee van die middelen worden specifiek benoemd. ‘Het organiseren van activiteiten onder de bevolking’ en het ‘deelnemen aan verkiezingen’.

Deelname niet vanzelfsprekend en nooit lichtzinnig

Socialisten verzetten zich tegen een maatschappij waarin het recht van de sterkste het wint van het principe van gelijke kansen voor iedereen. SP’ers bevechten de verstikkende overheersing van het grote geld door meer zeggenschap, zekerheid en zelfvertrouwen af te dwingen. De SP staat daarmee in een lange traditie van socialistische strijd, die buiten het parlement, in buurten, kroegen en op werkvloeren begonnen is.

De vraag of socialisten daarvoor ook het parlementaire podium moeten grijpen is al zo oud als de vertegenwoordigende democratie zelf. Begin jaren dertig bakkeleide de Communistische Partij Nederland over de wenselijkheid van deelname aan raadsverkiezingen. CPN-wethouder Luppo Leeuwerik uit Pekela beschrijft in zijn boek Van Karl May tot Karl Marx de interne twist. Tegenstanders van deelname vonden ‘de gemeenteraad een instrument in handen van kapitalisten’, voorstanders zagen de raad als (extra) bühne om de arbeiders toe te spreken. De voorstanders kregen hun zin. In Oost-Groningen leverden de breedsprakige wereldbeschouwingen en praktische lokale voorstellen van de CPN’ers volle tribunes en veel politiek vuurwerk op. De communistische raadsleden, per verkiezing werden het er meer, schuwden de confrontatie met de zittende macht niet en brachten als geen ander het geluid van de straat in de raad.

Als in juli 1973 het Centraal Komitee van de SP met een plan komt om mee te gaan doen aan de gemeenteraadsverkiezingen van mei 1974, doet dat in Oss de wenkbrauwen fronsen. De lokale afdeling is op dat moment zeer succesvol met buitenparlementaire acties en voelt in eerste instantie weinig voor deelname. ‘Niet de zetelverdeling in het parlement, maar de machtsverhoudingen daarbuiten zijn beslissend’, staat immers in het beginsel- en actieprogramma van de partij. Desalniettemin besluit de SP de sprong te wagen. ‘Vanaf de gemeenteraadstribune kunnen we voor een groot publiek ons standpunt duidelijk maken op vele gebieden van het maatschappelijke leven. Ook daar kunnen we ons onderscheiden van alle andere partijen’, stellen de gezamenlijke afdelingen. De volhardende acties en ondersteuning van gemeenschappen, levert de eerste vijf zetels in het bestaan van de partij op. Twee in Nijmegen. Drie in Oss.

Sterke afdeling als basis

Inmiddels is de SP niet meer weg te denken uit de lokale volksvertegenwoordiging. In 2014 brak de partij alle eigen records met een verdubbeling van het aantal raadszetels. Het aantal wethouders van socialistische huize verdrievoudigde. Bijna tien miljoen Nederlanders kunnen op 21 maart SP stemmen. Het vragen van vertrouwen gaat bij de SP nooit lichtzinnig. De partij doet alleen mee aan verkiezingen als de belofte van lokaal activisme en activistisch besturen waargemaakt kan worden. Wat ons betreft moeten afdelingen waar voldoende menselijke en ideologische kracht aanwezig is, altijd het lef hebben om deel te nemen aan verkiezingen. Daarentegen moeten we op plekken waar we lokaal niet goed genoeg georganiseerd zijn, de moed hebben om een keer over te slaan – om vervolgens sterker terug te komen.

Groeiende deelname brengt ook gevaren met zich mee, zoals parlementarisme. Als onze stellige overtuiging is dat omstandigheden de mens maken, zijn SP-volksvertegenwoordigers niet gevrijwaard van de omgeving waarin ze zich begeven. Niets menselijks is ons vreemd. Als die omgeving steeds vaker en langer de binnenkant van de lokale vergaderzalen wordt, dan zullen we die lokale parlementen als vanzelf steeds belangrijker gaan vinden. Terwijl echte verandering, ten gunste van gewone mensen, altijd van buitenaf kwam en zal komen.

Het politiek verzuipen in bestuurlijke kringen is een reëel gevaar. Bestuurders van allerlei clubs weten je ineens heel makkelijk te vinden. De burgemeester doet plots erg aardig tegen je en tijdens allerlei bijeenkomsten wordt je wijsgemaakt dat de gemeenteraad eensgezind naar buiten moet treden. De verlokkingen voor nieuwbakken wethouders zijn nog groter. Een compleet ambtenarencorps kijkt immers vol verwachting uit naar de ‘nieuwe’ bestuurder. Conformeren aan de mores van het ambtelijk apparaat is dan een groot risico.

Dat zijn de momenten waarop een sterke afdeling het verschil maakt. Als er een strijdmiddel in de vorm van een fractie, grotere fractie of coalitiedeelname bij komt, dient het lokale activisme niet af maar juist toe te nemen. Als tegenwicht voor parlementarisme en conformisme. Raadsleden en wethouders worden niet uitgeleend aan de ‘gemeente’, ze zijn de fronttroepen voor concrete verbeteringen in buurten en gemeenschappen. Dat kan niet zonder een actieve afdeling. Een consequent overleg tussen afdeling, fractie, én wethouder is geen luxe maar noodzaak. Alleen zo zijn ze in staat fundamentele analyses te maken, sterke alternatieven te formuleren en acties te organiseren om die alternatieven mogelijk te maken.

Dat deze aanpak werkt, bewijzen SP’ers elke dag weer. Aan de hand van drie voorbeelden willen we laten zien op welke wijze de socialistische strijd gevoerd wordt op lokaal niveau. Voorbeelden van zaken die overal in het land spelen en waarbij dankzij SP’ers verbetering voor gewone mensen is afgedwongen.

SP’ers in Zutphen haalden samen met thuiszorgers in drie weken tijd 1.732 handtekeningen op voor afschaffing van de marktwerking in de huishoudelijke zorg.

De Zutphense Zorgrevolutie

In 2015 kwamen (opnieuw) tientallen Zutphense thuiszorgers op straat te staan door de doorgeslagen vermarkting van de huishoudelijk zorg. Tweejaarlijks bepaalde de gemeente door ‘aanbesteding’ welk zorgbedrijf de huishoudelijke zorg ging uitvoeren. Het bedrijf dat beloofde het goedkoopst te zijn, won de wedstrijd. De directies behielden hun topsalaris, maar mensen die het uitvoerende werk deden werden uitgeknepen. Die tegengestelde belangen van bazen en werkers, vormden de belangrijkste voedingsbodem voor verzet.SP-fractievoorzitter Ten Broeke organiseerde de tegenmacht: ‘We wilden de aanbestedingen niet een stukje socialer maken, maar we wilden het hele stelsel op de kop zetten.’ Daarom brachten de SP’ers in Zutphen de dappere en strijdbare thuiszorgers bij elkaar, om een alternatief te presenteren dat de politiek niet zomaar terzijde kon schuiven. Ze eisten een gemeentelijke thuiszorgstichting, die de op winst beluste zorgbedrijven overbodig zou maken. Zo zou er geen tegenstelling meer bestaan tussen het belang van de bazen en van de mensen die het werk doen, waardoor thuiszorgers fatsoenlijke salarissen en vaste contracten kunnen krijgen. Zoiets is uniek in Nederland.

Met vallen en opstaan voeren de thuiszorgers samen met de SP actie voor hun alternatief. Uiteindelijk omarmde de zorgwethouder van Zutphen het plan en zij kwam met een voorstel tot oprichting van een stichting. VVD, D66 en de lobbyorganisatie van de zorgbedrijven raakten in paniek. Ten Broeke: ‘De neoliberale verdedigers van het marktsysteem sputteren flink tegen en doen er alles aan om hun achterhaalde strijd te winnen. Maar dat gaat ze niet lukken. Wij gaan dit winnen. En mochten er politici denken dat ze de thuiszorgers alsnog de rug kunnen toekeren, dan zien we ze bij de stembus.’

Massaal bijbouwen in Amsterdam

Veel, héél veel mensen zoeken een woning in Amsterdam. Terwijl er lang niet voor iedereen een woning beschikbaar is. Daar waar de vrije markt de prijzen van woningen mag bepalen, leidt dat tot een gigantische stijging van de woonlasten. Voor een driekamerwoning betaal je al gauw 1500 euro per maand. Wonen in Amsterdam is straks alleen nog weggelegd voor de rijken.

Om dat te voorkomen bouwt Amsterdam een gigantische hoeveelheid woningen bij, met SP-wethouder Laurens Ivens als grote aanjager. De afgelopen jaren zijn er al meer dan 30.000 woningen gebouwd en in de komende jaren komen daar nog eens 50.000 woningen bij. Een stad zo groot als Den Bosch of Haarlem. Het bijzondere is dat van 80 procent van die woningen de democratisch gekozen gemeenteraad bepaalt wat de prijs wordt, in plaats van de vrije markt. Met de bouw van tienduizenden sociale huurwoningen als gevolg. Ivens: ‘Sinds de jaren tachtig is er geen stadsbestuur geweest dat zoveel heeft gebouwd als het huidige college. Het aantal huizen is een stuk sterker gegroeid dan de bevolking. Dat betekent dat we de woningnood direct tegengaan.’ De SP kreeg dat voor elkaar, terwijl ze in een college zit met VVD en D66, door hoge eisen te stellen en haar huid duur te verkopen.

Van wie is de grond in Heerlen?

Sibelco is een Belgisch miljardenbedrijf dat het waardevolle zilverzand uit de bodem haalt in Heerlen. Het miljoenenbedrijf profiteert van de grond, maar de mensen die hier wonen zijn het vrijkomende fijnstof en de geluids- en lichtoverlast beu. In plaats van een pas op de plaats te maken, dendert het bedrijf met eurotekens in de ogen door en Sibelco wil het graafgebied uitbreiden. De inwoners hebben precies het tegenovergestelde belang. Toen de ‘buren’ van Sibelco in verzet kwamen tegen de uitbreidingsplannen, vonden ze in de SP een bondgenoot.

Maar Sibelco kende zijn klassiekers en probeerde met een bekende truc tweespalt te zaaien in de gemeenschap: werknemers van het bedrijf werden opgeroepen in te spreken bij de raadsvergadering om te knokken voor het behoud van hun baan. De SP was echter niet bang om in het debat de échte tegenstelling te benoemen.

Een fragment hieruit spreekt boekdelen. SP: ‘Te lang is het aandeelhoudersbelang leidend geweest in dit geheel. We hebben gezien hoe geprobeerd werd om werknemers van Sibelco en de omwonenden tegen elkaar op te zetten. Maar de grote afwezige was Sibelco zelf. De gemeenschap heeft Sibelco toegestaan om onze natuurlijke hulpbronnen uit te putten, om die omhoog te halen, om daar rijk van te worden, en daar 100 miljoen euro winst op te kunnen maken.’ PvdA: ‘Sibelco heeft de Mijnsteenberg destijds gekocht van de Staatsmijnen en is daarmee eigenaar geworden van het gebied. Het is dus niet onze hulpbron, niet van de gemeente Heerlen, het is gewoon eigendom van Sibelco.’ Reactie SP: ‘Als je 100 miljoen euro winst maakt, mag je dan verwachten dat je op een normale manier ons gebied achterlaat? Als je 100 miljoen euro winst maakt, mag je dan verwachten dat je voor je werknemers een potje hebt gemaakt, zodat mensen ofwel nieuw werk hebben, ofwel in ieder geval een fatsoenlijk bestaan kunnen hebben tot aan hun pensioen? Niets van dat alles! Mag je van een bedrijf dat onze aarde uitput verwachten dat het in ieder geval op een goede manier omgaat met onze inwoners? Dat is toch het minste dat we mogen verwachten?’

Door de analyse van de SP kantelde het debat in raad, media en omgeving. Niet langer was de tegenstelling tussen werknemers en de buurt leidend, maar die tussen kapitaal en gemeenschap. Op initiatief van de SP kwam er een brede oproep om tot een nieuw plan te komen waarin de Mijnsteenberg behouden blijft en er gestopt wordt met de ontgrondingsactiviteiten. Het voorstel werd met overgrote meerderheid aangenomen. Sibelco moet uiterlijk 2025 stoppen met het afgraven van de Mijnsteenberg in Heerlen.

Analyse, alternatievenen activisme

Drie voorbeelden van succesvolle inzet van de lokale SP. Daaruit blijkt dat alleen met lef, moed en overtuiging de gemeenteraad effectief gebruikt kan worden voor socialistische strijd. Als de SP niet te bang is om het grote klein en het kleine groot te maken, als raadsleden niet aan de leiband lopen van een gemeentebestuur maar zelf de agenda domineren en als analyse, alternatieven en activisme hand in hand gaan, dan is de SP een niet te kloppen beweging.

Onze oproep: heb het lef om de hoogste eisen te stellen, heb de moed om de bevolking te mobiliseren en benoem de tegenstellingen in plaats van ze uit de weg te gaan. Sociaal doen is mooi, maar socialist zijn vraagt meer. Het betekent de tegenstelling bevechten, fundamentele kritiek leveren en samen met de bevolking verbetering opeisen. Alleen dan is de gemeentepolitiek niet rommelen in de marge, maar een onmisbare schakel in ons moderne socialisme. Wat ons betreft groeien we op 21 maart niet alleen in zetels, maar ook in aantal SP-volksvertegenwoordigers, bestuurders en afdelingen die deze werkwijze consequent en constant toepassen.