Ook Wassenaar moet vluchtelingen opvangen

Miljoenen mensen verlaten noodgedwongen huis en haard vanwege bittere armoede, terrorisme, natuurrampen, mensenrechtenschendingen of oorlog. Hen wacht een lange, zware weg. Wekelijks verschijnen er berichten over vluchtelingen die de vlucht niet hebben overleefd. We moeten de grondoorzaken aanpakken. Dat betekent stoppen met bommen gooien en foute oorlogen, stoppen met het faciliteren van belastingontwijking en –ontduiking, en prioriteit geven aan de bestrijding van armoede en ongelijkheid, en niet aan winsten.

Nederland zou veel meer kunnen en moeten doen om de oorzaken van het vluchtelingenprobleem aan te pakken. Bijvoorbeeld door te stoppen met de oorlogsmissies in Syrië, Afghanistan en Irak en te erkennen dat Nederland een belastingparadijs is.

Totdat een vreedzamere en gelijkere wereld realiteit is, blijven mensen hun leven riskeren voor een betere toekomst voor zichzelf en hun kinderen. Vluchtelingen komen hoofdzakelijk in de buurlanden terecht. Momenteel bevindt zo’n 90 procent van de vluchtelingen zich in de regio. Zo is in Libanon 1 op de 4 inwoners vluchteling. De kampen zitten overvol en er is gebrek aan alles. Mensen kunnen of mogen vaak niet werken om in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Op dit moment zijn er 1,3 miljoen kwetsbare mensen die liever gisteren dan vandaag elders onderdak krijgen. Denk aan LHBTI’s (mensen die gevaar lopen vanwege hun seksuele geaardheid) en aan ouderen en gehandicapten die in de regio niet kunnen overleven. Van wereldwijde solidariteit is helaas geen sprake. Het Westen stuurt liever extra geld dan daadwerkelijk de oorzaken van vluchtelingenstromen aan te pakken. Ook verzuimt het kwetsbare mensen per vliegtuig naar veiliger oorden te vervoeren, in plaats van met gammele bootjes. Ondanks herhaalde oproepen van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR om dit wel te doen. Uiteindelijk zien ook jonge en gezonde mannen en vrouwen zich genoodzaakt om weg te trekken, wegens gebrek aan perspectief. Een deel van hen komt in Nederland terecht.

Op 29 december 1998 bezette de SP in Vught De Steffenberg om te eisen dat ook in rijke buurten vluchtelingen worden opgenomen. Het gebouw was door de rijke buurtbewoners opgekocht om te voorkomen dat er opvang zou komen.

Oranje

Tijdens de verhoogde instroom van vluchtelingen in 2015, werden in rap tempo noodopvangcentra opgezet. Er kwamen zelfs tentenkampen voor duizenden vluchtelingen. De snelheid van handelen was prijzenswaardig, maar het democratisch gehalte van de besluiten en de omstandigheden waarmee vluchtelingen geconfronteerd werden, allerminst. In deze periode openden de honderd rijkste gemeenten van Nederland drie nieuwe opvanglocaties, terwijl de honderd armste gemeenten maar liefst zestien nieuwe locaties voor vluchtelingen inrichtten. Dit past binnen een trend die we al eerder zagen. Tussen 2005 en 2015 vingen gemeenten met veel lage inkomens meer dan drie keer zoveel mensen op als gemeenten met veel hoge inkomens. Een andere ontwikkeling die we zien terugkomen, is dat een groot aantal mensen in kleine gemeenten wordt geplaatst. Zo was het kabinet-Rutte II voornemens om het 140 inwoners tellende Drentse dorpje Oranje 1.400 vluchtelingen te laten opvangen. Tegen deze beslissing kwam, mede door het gebrek aan democratische inspraak, veel protest van de bewoners. Aan dit soort excessen moet dan ook een einde worden gemaakt. Daartoe is de inzet van heel Nederland nodig. Niet alleen van de arme, maar zeker ook van de rijke gemeenten. Niet alleen van Dokkum, maar ook van Wassenaar. Om dit doel te bereiken zijn verschillende maatregelen nodig.

Draagkracht

Momenteel worden statushouders – mensen met een verblijfsvergunning – al over de verschillende gemeenten verspreid. Ook vluchtelingen die nog in de procedure zitten, zouden op basis van de draagkracht van een gemeente moeten worden opgevangen. De draagkracht wordt berekend aan de hand van het inwonertal en het gemiddelde inkomen van een gemeente. Zo krijgt elke gemeente een wettelijk verplichte taakstelling, waardoor ook rijke gemeenten genoodzaakt zijn om opvangplekken te creëren. Doordat de verdeling momenteel ongelijk is, zouden nieuwe opvanglocaties voorlopig vooral in rijke gemeenten geplaatst moeten worden.

Inspraak

Ook binnen gemeenten komen vluchtelingen vaak in de arme wijken terecht. Bewoners vinden dit onrechtvaardig. Zo stelde een inwoner van de Rotterdamse wijk Beverwaard: ‘Hoge werkloosheid, armoede, moorden, schietpartijen, alles hebben we hier meegemaakt. We zijn net een beetje uit het dal aan het klimmen en juist nu krijgen we er een azc bij.’ Negen van de tien grootste Nederlandse steden plaatsten hun noodopvanglocaties in arme wijken. Tegelijkertijd werd in de rijke Haagse wijk Benoordenhout de komst van een azc (asielzoekerscentrum) tegengehouden door de VVD, die dit voornemen ‘onbespreekbaar’ noemde. In Oudenbosch kochten rijke buurtbewoners een stuk grond op om te voorkomen dat er 750 vluchtelingen geplaatst werden. In Den Helder kochten bewoners van een villawijk een pand aan om te voorkomen dat er 16 vluchtelingenkinderen geplaatst zouden worden door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Om ervoor te zorgen dat vluchte­lingenopvang niet wordt afgewenteld op arme wijken, zou het COA bij het vinden van opvanglocaties voortaan rekening moeten houden met de draagkracht van een wijk. Zo moet er gekeken worden naar het gemiddeld inkomen en de beschikbaarheid van voorzieningen, zoals scholen en openbaar vervoer. Inspraak van omwonenden en vluchtelingen zelf is daarbij van groot belang.

Kleinschalige opvanglocaties

Uit onderzoek blijkt dat 71 procent van de Nederlanders kleinschalige opvang in de eigen buurt acceptabel vindt. Wanneer het gaat om grootschalige opvang, is het draagvlak minder. Tijdens de verhoogde instroom in 2015 werd een opvang­capaciteit van minimaal 300 mensen per locatie gehanteerd. Dit aantal zou eigenlijk het maximum moeten zijn, waarbij het aantal te ontvangen mensen in redelijke verhouding moet staan tot het inwonertal van de gemeente. Dat is van belang om het draagvlak voor een ruimhartig en humaan vluchtelingenbeleid te kunnen behouden. Het is ook beter voor de vluchtelingen zelf. In kleinschalige opvanglocaties kunnen zij hun trauma’s verwerken en een begin maken met het opbouwen van een nieuw leven. Er is minder kans op conflict tussen verschillende groepen, mensen kunnen zelfstandiger leven en zijn beter in staat om een band op te bouwen met het personeel.

Eerlijker verdeling vluchtelingen

Ten slotte moeten scenario’s als in 2015 voorkomen worden, toen locaties binnen enkele dagen werden opgetuigd. Er was destijds geen tijd voor democratische inspraak van omwonenden, die overvallen werden door de komst van de nieuwkomers. Bovendien waren de opvanglocaties van onvoldoende niveau op het gebied van de asielprocedure, onderwijs, maaltijden en privacy.

In 2015 werd de opvangcapaciteit voor 2016 verhoogd naar 50.000 plaatsen, maar in 2017 werd dit aantal alweer verlaagd naar 31.000. Niet omdat er minder vluchtelingen zijn. Het totaal aantal mensen dat op de vlucht is, groeit immers nog elke dag, maar mede door de Turkijedeal en de Europese afspraken komen zij niet meer naar Nederland toe. Ze zitten vast in de regio, verdrinken op zee, of komen niet weg van de Griekse eilanden die sinds de Turkijedeal zijn verworden tot een openluchtgevangenis. De noodzaak van het op- en afbouwen van opvangcapaciteit is zo het gevolg van politieke keuzes. De schommelingen zorgen voor veel onzekerheid bij de vluchtelingen, de omwonenden en het personeel van de Immigratie- en Naturalisatiedienst IND en het COA, dat veelal op tijdelijke contracten werkt. Door een permanente noodbuffer voor opvanglocaties en personeel van bijvoorbeeld 10 procent aan te houden, kan voortaan beter gereageerd worden op verhoogde instroom van vluchtelingen. Een andere mogelijkheid is om flink in het personeel te investeren, zodat werknemers in verschillende fasen van de asielprocedure inzetbaar zijn en er niet telkens weer nieuwe mensen opgeleid hoeven te worden.

De wereld zucht onder de gevolgen van de drang naar macht, oorlogspolitiek en het stellen van winst boven mens en natuur. Zolang dit niet drastisch verandert, blijven mensen naar Europa komen – en dus ook naar Nederland. Hoe hard ook geprobeerd wordt om van Fort Europa een onneembare horde te maken. Het is onze humanitaire plicht om vluchtelingen goed op te vangen. Door enkel grote opvanglocaties te plaatsen, in arme wijken en arme gemeenten, verlies je draagvlak onder de bevolking en laat je vluchtelingen in de steek. We moeten naar een eerlijker en rechtvaardiger verdeling van vluchtelingen, in kleinschalige opvang. Niet alleen in Dokkum, maar ook in Wassenaar.