De Sleepwet is onnodig en gevaarlijk
Tegelijk met de gemeenteraadsverkiezingen vindt op 21 maart het referendum plaats over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, beter bekend als de Sleepwet. Dat het raadgevend referendum doorgaat is bijzonder, aangezien VVD, CDA, D66 en ChristenUnie in het regeerakkoord besloten hebben om het af te schaffen. Bovendien hebben deze partijen al laten weten dat de Sleepwet er hoe dan ook gaat komen. De overheid wil je wel afluisteren, maar niet naar je luisteren, zo lijkt het.
Aanslagen voorkomen doe je door gericht terroristen te volgen en geradicaliseerde salafistische netwerken te ontmantelen, het met een ‘sleepnet’ massaal binnenhalen van gegevens van onschuldige burgers helpt daarbij niet. Informatie van alle Nederlanders kan straks worden gedeeld met de geheime diensten van andere landen, ook gegevens die helemaal niet zijn geanalyseerd en waarvan we dus ook niet weten of die tegen onze burgers kunnen worden gebruikt. De nieuwe wet op de geheime diensten gaat gelden voor alle mogelijke technologieën die in de toekomst worden ontwikkeld, zonder dat de Tweede Kamer dat weet of daarvan op de hoogte wordt gebracht.
Dit zijn enkele argumenten tegen de Sleepwet, een wet die volgens het kabinet geen ‘Sleepwet’ mag heten. Bij het opstellen van de wet sprak de regering van ‘ongerichte kabel-gebonden interceptie’, dat is massaal verzamelen van gegevens van burgers. Maar omdat dit niet erg populair klinkt, maakte toenmalig PvdA-minister Plasterk daar maar ‘doelgericht’ van. Na een kritische internet-consultatie werd het plotseling wéér anders: een ‘onderzoeks-opdracht-gerichte interceptie’. Dit is gegoochel met woorden, wat moet verdoezelen wat deze wet in werkelijkheid is: namelijk gewoon een ‘Sleepwet’.
Trap niet in de terreurschwalbe
In het debat over de regeringsverklaring in november werd al duidelijk wat in maart de strategie is van de regeringspartijen in het referendum over de nieuwe Sleepwet. Zij willen niet zozeer een discussie voeren over de noodzaak en effectiviteit van deze wet, maar zullen vooral proberen tegenstanders verdacht te maken: als je vóór dit referendum bent, zou je ook verantwoordelijk zijn voor aanslagen. Arjen Lubach muntte voor deze houding in zijn tv-programma de prachtige term ‘terreurschwalbe’. Het is maar zeer de vraag of het massaal binnenhalen van gegevens van onschuldige burgers noodzakelijk en effectief is voor het voorkomen van aanslagen en het bestrijden van terrorisme. Die discussie heeft de SP ook in de Tweede Kamer proberen te voeren, tijdens de behandeling in februari van de nieuwe wet voor de geheime diensten, waar het nieuwe ‘sleepnet’ een onderdeel van is. Die discussie bleek moeilijk, omdat de woordvoerders van de meeste partijen zich ook hier beperkten tot terreurschwalbes. Opmerkelijk is de rol van D66. Tweede Kamerlid Kees Verhoeven voerde destijds samen met ons oppositie tegen deze wet en diende zelfs een amendement in om de ‘sleepfunctie’ uit deze wet te halen. In maart zal D66 echter campagne gaan voeren vóór de Sleepwet.
De FBI gelooft het ook niet
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) waarschuwde vorig jaar dat het doorzoeken van massa’s gegevens van onschuldige burgers niet effectief is voor de bestrijding van terreur: ‘Omdat elke terroristische aanslag uniek is, is het nagenoeg onmogelijk om een goed profiel te maken.’ In de Verenigde Staten heeft de geheime dienst NSA al jarenlang ervaring met het massaal binnenhalen van gegevens van burgers, maar ook daar groeide de kritiek. De FBI moest na een onderzoek toegeven dat de werkwijze van de NSA niet bewijsbaar heeft bijgedragen aan het voorkomen van aanslagen. Hoogleraar Beatrice de Graaf – een vooraanstaand lid van de ChristenUnie – stelt dat je terrorisme niet zozeer bestrijdt met data, maar vooral met mensen. Of wat te denken van onderzoek van de Raad van Europa, onder leiding van CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt? Dat bevestigt nogmaals dat uit onafhankelijk onderzoek in de VS is gebleken dat dit soort massasurveillance ‘vermoedelijk niet heeft bijgedragen aan het voorkomen van terroristische aanslagen, in tegenstelling tot hetgeen werd beweerd door hoge inlichtingenofficieren’. Tijd voor het CDA om toch eens naar Pieter Omtzigt te luisteren.
Ze kunnen straks altijd meekijken
Het Internet of Things – het internet der dingen – biedt in de toekomst veel mogelijkheden, om problemen op te lossen en ons leven gemakkelijker te maken. Maar deze nieuwe technologieën bieden ook ongekende mogelijkheden voor afluisteren en spionage. En om te hacken. Je auto bijvoorbeeld, als je onderweg bent, of je telefoon, als je thuis bent – en in theorie kan zelfs je pacemaker worden gehackt. Geheime diensten kunnen straks meekijken en meeluisteren als je aan het mailen bent of aan het daten. Of als je met je geliefde belt, of bankzaken doet, of gewoon een computerspelletje speelt. Ook als je zelf niet met je computer of je telefoon werkt, kunnen deze door anderen als een camera of microfoon worden gebruikt. Ook chips in het lichaam kunnen in de toekomst worden gehackt.
Elke hack is een toegangspoort
De nieuwe wet voor de geheime diensten is ‘techniek onafhankelijk’. Bewust is niet opgenomen op welke technologieën de geheime diensten allemaal mogen inbreken. Dat is wel zo gemakkelijk, omdat de wet dan bij nieuwe ontwikkelingen niet steeds opnieuw hoeft te worden aangepast. Maar het is tegelijk ook gevaarlijk, want de geheime diensten kunnen in de toekomst van alles gaan doen. Denk aan hacken. Dat kan heel gericht bij verdachte personen, maar evengoed bij onschuldige burgers en bij alle dingen die verbonden zijn met internet. Dit kan een effectief middel zijn voor geheime diensten, in de strijd tegen potentiële terroristen. Maar de hack van de één is ook een poort voor de ander. De AIVD en de MIVD maken gebruik van zwakheden in informatiesystemen, maar de vraag is natuurlijk of zij die zwakheden niet juist zouden moeten melden, zodat burgers en bedrijven zich zo goed mogelijk kunnen beveiligen.
Informatie alsnog witwassen
Als de AIVD en de MIVD straks massaal informatie gaan opslaan, kunnen deze gegevens alleen op een geautomatiseerde wijze worden verwerkt. Dat gebeurt met behulp van modellen en algoritmen, die patronen en profielen maken. Deze analyses geven correlaties, maar geen causaliteit. Mensen lopen de kans dat over hen allerlei conclusies worden getrokken, zonder dat naar hun persoonlijke omstandigheden wordt gekeken. Het houden van toezicht op dit soort geautomatiseerde processen kan ook alleen op een geautomatiseerde wijze. Een soort ‘meta-toezicht’ op processen, maar niet op de gevolgen voor personen. Nog groter is het probleem als onze geheime diensten niet-geëvalueerde data gaan delen met geheime diensten uit andere landen.
We weten dan niet meer wat voor soort gegevens worden gedeeld en we weten ook niet wat voor soort bewerkingen worden gedaan – en wat voor maatregelen op basis daarvan worden genomen. Maar dat gebeurt wel met gegevens die onze diensten hebben verzameld over onze eigen burgers. Data die vervolgens door andere diensten weer kunnen worden gedeeld met de AIVD en de MIVD. Ook informatie die onze diensten volgens onze wet helemaal niet zouden mogen hebben.
Kunnen we Trump vertrouwen?
De nieuwe wet gaat over de regels die wij stellen voor onze geheime diensten. Maar het allergrootste gevaar komt uit landen als Rusland of China, Israël of Iran. Maar ook uit de Verenigde Staten, waar president Trump zich heel weinig zal aantrekken van welke wet die wij hier ook maken. In de wereld van de geheime diensten gelden niet zozeer wetten en regels, maar vooral macht en tegenmacht. Dat geldt voor oude vijanden, maar helaas ook nog steeds voor vermeende vrienden. In april 2014 werd er in de Tweede Kamer op mijn initiatief een debat gevoerd naar aanleiding van de onthullingen van Edward Snowden. Dat was een ongemakkelijk debat, omdat de minister telkens sprak over de bescherming van onze burgers tegen onze geheime diensten. Maar het allergrootste gevaar dat burgers lopen komt niet van de AIVD of de MIVD, maar van het optreden van buitenlandse diensten. Met wie wij massaal gegevens gaan delen van onze eigen mensen, informatie die wij niet eens hebben kunnen analyseren en waarvan we helemaal niet weten wat erin staat. In maart spreken we over nut en noodzaak van de nieuwe Sleepwet. Maar we moeten het ook hebben over de bescherming van onze burgers. Kunnen we erop vertrouwen dat Trump fatsoenlijk omgaat met gegevens van onze mensen?
Spanning februari 2018: Tegen de Stroom In
- Decentraliseren en bezuinigen: een gevaarlijke combinatie
- Staat van de lokale democratie
- Waarom maken we huishoudelijke verzorging zo ingewikkeld?
- Energie van ons allemaal
- Wie redt de lokale informatie?
- Het belang van bereikbaarheid
- ‘Waarom moet een publieke voorziening rendabel zijn?’
- ‘De overheid is de vervelendste schuldeiser’
- Ook Wassenaar moet vluchtelingen opvangen
- De Sleepwet is onnodig en gevaarlijk
- Socialistische strijd in de lokale politiek