De opkomst van organizing

"Organizing is de nieuwe hoop van de FNV", schrijft Menno Tamminga in zijn boek De vuist van de vakbond. Afgaande op wat er de afgelopen jaren met de organizing-methode bereikt is, is dit een terechte constatering. Maar wil organizing echt succesvol zijn, dan zal de vakbond deze strategie in al zijn werkzaamheden moeten toepassen.

Om de snelle daling van het aantal leden te keren, ging de FNV zich vanaf eind jaren tachtig meer toeleggen op persoonlijke dienstver­lening. De vakbond moest een ‘sociale ANWB’ worden. Aanvankelijk leek deze koerswijziging succesvol te zijn, want begin jaren negentig nam het aantal vakbondsleden weer toe. Maar al in de loop van de jaren negentig zette de daling toch weer in en namen de invloed en macht van de bond verder af.

Vanaf 2006 stapte daarom de schoonmaaksector binnen de FNV over op het organizing-model. Organizing was ontstaan in de VS aan het eind van de jaren tachtig als reactie op de frontale aanval op de vakbonden door Ronald Reagan. Vooral de Service Employee Industrial Union (SEIU) koos onvoorwaardelijk voor deze nieuwe vakbondsstrategie. En met succes, want middels grote organizing-­campagnes, zoals de Justice for Janitors-campagne, zag de dienstenbond haar ledental snel groeien.

Toch wilden niet alle bonden binnen de vakcentrale AFL-CIO volledig overgaan op organizing. Daarop besloten de SEIU en een aantal andere bonden uit de vakcentrale te stappen. Met de uitgespaarde contributie richtte SEIU in 2005 het samenwerkingsverband Change to Win op om ook in andere sectoren en andere landen medewerkers te organiseren.

En deze naam kozen ze niet voor niets. Het is de essentie van waar organizing voor staat: verandering om te winnen. Het doel is winnen, en je organiseren is het middel. Dankzij Change to Win raakte de verspreiding van het organizingmodel in een stroomversnelling. Eerder waren al vakbonden in Groot-Brittannië en Australië, die eveneens te maken hadden met harde aanvallen vanuit de politiek, met organizing begonnen. Met de hulp van SEIU gingen na 2005 ook vakbonden in landen als Frankrijk, Duitsland, Polen en Nederland met organizing aan de slag.

 

De Red de Zorg-demonstratie met ongeveer 15 duizend mensen is het sluitstuk van een grote organizing-campagne van de FNV in de zorgsector. Foto: Remko de Waal / ANP©

Activeren, verandering afdwingen

Voordat ik inga op de ervaringen met organizing in Nederland, is het goed om helder te hebben wat organizing nu precies is en waarin deze methode verschilt van eerdere vakbondsstrategieën om mensen op de werkvloer te organiseren, zoals het bedrijvenwerk in de jaren zeventig. Hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer omschrijft organizing als een strategie die een zeer directe en actieve benadering van potentiële leden combineert met het stimuleren van leden om zelf het heft in handen te nemen en met profilering van de vakbond als sociale beweging. Organizing houdt dus in: leden werven en activeren in een bedrijf of instelling, hen helpen om zelf actie te voeren en samen met bondgenoten proberen maatschappelijke verandering af te dwingen.

Lilian Marijnissen beschrijft in haar scriptie Met één hand kun je niet klappen hoe deze ‘organizers’ te werk gaan. "De organisers zijn continu op de werkvloer te vinden. Hier praten ze veel met werknemers om hen bewust te maken van hun rechten en hen te vertellen dat wanneer ze zich in een vakbond verenigen, ze veel sterker staan dan alleen. Organisers steken veel tijd in het individuele contact met werknemers. Ze voeren gesprekken met hen, gaan op huisbezoek en zoeken ze op de werkvloer op. Wanneer er dan problemen zijn binnen een bedrijf, helpen de organisers de werknemers om actie te voeren."

Daarbij is zichtbaarheid heel belangrijk. Met allerlei creatieve en soms brutale acties zoeken medewerkers de publiciteit en proberen zij bedrijven en opdrachtgevers een negatief imago te bezorgen, zodat deze tegemoet­komen aan de eisen van de vakbond.

Langste staking sinds 1933

Wat organizing uniek maakt is de planmatige manier van werken en de focus op groepen werkenden en sectoren die niet of nauwelijks georganiseerd zijn. Met zeer doordachte campagnes worden potentiële leden geworven en geactiveerd; vooral in sectoren waar de vakbond maar moeilijk voet aan de grond krijgt.

Een goed voorbeeld is de schoonmaaksector, waar FNV Bondgenoten in 2007 startte met de organizing-campagne ‘Voor een betere toekomst!’ De campagne was succesvol, want na een actie-traject van vier maanden werd al een loonsverhoging van 8,90 naar 10 euro bruto per uur afgedwongen voor de ruim 150 duizend schoonmakers in Nederland.

Maar de schoonmakers wilden meer, vooral meer respect. Zij gingen door met actievoeren en legden in 2010 gedurende negen weken in het hele land het werk neer. Deze staking zou de boeken ingaan als de langste staking sinds 1933 en resulteerde in een betere cao en meer waardering voor de schoonmakers.

Willem Bos beschrijft in de Spanning van april 2011 wat het belang van de acties van de schoonmakers is geweest. "Ze hebben laten zien dat het ook in een moeilijke sector mogelijk is om succesvol actie te voeren. Ze hebben laten zien dat de vakbeweging er ook is en hoort te zijn voor migranten, vrouwen, jongeren, voor mensen zonder vaste baan, voor flexwerkers. Ze hebben laten zien dat vrouwen een vooraanstaande rol spelen in de sociale strijd. Ze hebben laten zien dat verschillen in taal en cultuur een ondergeschikte rol spelen als het gaat om gezamenlijke strijd. Ze hebben laten zien hoe mensen door gezamenlijke strijd veranderden in zelfbewuste mensen die niet meer opzien tegen de werkgevers en andere hoge omes. En ze hebben duidelijk gemaakt dat het woord solidariteit in Nederland toch nog wel bestaat."

Niet vrijblijvend

Ook voor de acceptie van organizing binnen de FNV, waren de acties van de schoonmakers van groot belang. Meer bonden gingen er (intensiever) mee aan de slag. Abvakabo FNV organiseerde met succes thuiszorg- en verpleeghuismedewerkers, waardoor de voorgenomen bezuinigingen op de thuiszorg werden teruggebracht, alfahulpen in de thuiszorg werden verboden, nulurencontracten in de zorg bij wet werden verboden, en er structureel jaarlijks 2 miljard bijkomt voor de verpleeghuiszorg. En FNV-jongerenbeweging Young & United dwong met een inspirerende organizing-campagne een gedeeltelijke afschaffing van het minimumjeugdloon af. Ook de huidige campagnes voor verhoging van het minimumloon en afschaffing van het leenstelsel worden volgens de principes van het organizing-model gevoerd.

Wat in 2006 begon als een pilot in een paar sectoren, is inmiddels uitgegroeid tot een afdeling met zo’n 80 voltijdsbanen, waarvan het merendeel organizer is. Kortom: organizing heeft een volwaardige plaats verworven binnen de FNV.

Maar wil organizing op de lange termijn echt succesvol zijn, dan zal de vakbond er helemaal voor moeten gaan, stellen Wim Sprenger en Maarten van Klaveren in hun studie Organising binnen de Nederlandse arbeidsverhoudingen. Dan zullen alle geledingen binnen de organisatie de strategie moeten steunen en ondersteunen. En zal organizing een integraal onderdeel moeten zijn van al het vakbondswerk, zoals bij het afsluiten van cao’s.

Kiezen voor organizing is dus niet vrijblijvend, maar betekent een fundamentele koerswijziging voor de FNV. Of de bond zover zal willen gaan, zal de toekomst uit moeten wijzen.