Tribune 07/2012 :: Marktdwang ov grote steden van de baan

Tribune, juli/augustus 2012

Marktdwang ov grote steden van de baan

In juni 2010 voerden de mensen van de gemeentelijke vervoersbedrijven in Amsterdam (GVB), Den Haag (HTM) en Rotterdam (RET) actie tegen bezuinigingen en aanbestedingen. Emile Roemer verwisselde onder luid gejuich op het podium in Rotterdam zijn das voor een RET-das. Farshad Bashir (SP) en Jacques Monasch (PvdA) vertelden op hetzelfde podium over hun plannen voor de wet die de marktdwang moet afschaffen.

Tekst: Rob Janssen foto: Diederik Olders

Nederlands vier grootste steden kunnen hun eigen gemeentelijke vervoersbedrijf behouden. Ze zijn niet langer verplicht hun bus-, tram- en metrovervoer Europees aan te besteden, dankzij een aangenomen wetsvoorstel van PvdA, SP, GroenLinks en D66.

‘Amsterdam krijgt nu waar eigenlijk heel Nederland recht op heeft’, zegt een tevreden Laurens Ivens, SP-fractievoorzitter in de hoofdstad. Hij is buitengewoon opgelucht dat een Kamermeerderheid onlangs akkoord ging met het initiatiefvoorstel van PvdA, SP, GroenLinks en D66. Het voorstel houdt immers in dat Amsterdam – evenals Rotterdam, Den Haag en Utrecht – voortaan zelf mag beslissen welk bedrijf het stads­vervoer gaat uitvoeren. Met andere woorden: de vier grote steden hebben vanaf nu de mogelijkheid om het openbaar vervoer uit te laten voeren door het eigen gemeentelijk vervoerbedrijf. Dat lijkt nogal wiedes, maar was het allang niet meer. Op voorspraak van de opeenvolgende kabinetten was Europese aanbesteding norm en medicijn tegelijk geworden – niet alleen in het openbaar vervoer overigens. ‘Voor het kabinet-Rutte was het aanbesteden zelfs een doel op zich geworden’, vertelt SP-Tweede Kamerlid Farshad Bashir, initiatiefnemer en een van de indieners van het wetsvoorstel. ‘Verkeersminister Schultz (VVD) drong steeds aan op de aanbesteding, die volgens haar tot een besparing van 120 miljoen euro per jaar zou leiden. Maar er is inmiddels al veel meer bezuinigd op het openbaar vervoer; die 120 miljoen werd al gehaald zónder aan te besteden. Toch bleef de minister vasthouden aan die aanbesteding. Dan weet je genoeg: aanbesteding was een doel op zich geworden.’ Bashir wijst er fijntjes op dat niet de minste partijgenoten van Schultz blij zullen zijn met de aangenomen wet. ‘Lokale VVD-wethouders stonden ook aan onze kant: die willen ook niet aanbesteden. Ons wetsvoorstel geeft hen dan ook de mogelijkheid om een eigen afweging te maken om wel of niet aan te besteden.’ Op basis van het wetsvoorstel hoeven de vervoersbedrijven in Rotterdam (RET), Den Haag (HTM) en Amsterdam (GVB) niet verkocht te worden; verkoop is namelijk geen ondenkbaar scenario wanneer die bedrijven gedwongen zouden worden tot de markt toe te treden en noodgedwongen elders in Nederland naar mogelijkheden moeten gaan vissen. Het GVU in Utrecht is al geprivatiseerd, maar met genoemd wetsvoorstel heeft de stadsregio de mogelijkheid om het vervoer voortaan weer zelf te gaan organiseren.

Ook in Rotterdam reageert menigeen op­getogen op de initiatiefwet. In die stad zouden tram en metro in 2017 verplicht aanbesteed moeten worden. Nu dus niet meer. ‘Ik ben blij dat dat zwaard van Damocles ons niet meer boven het hoofd hangt’, zegt de Rotterdamse SP-fractievoorzitter Leo de Kleijn. ‘In de gemeenteraad is sowieso de meerderheid voor onderhandse aan­besteding, dus voor gunning van het ov aan bestaande vervoerders in de stad. Het voordeel is nu dat onze oude wens weer tot de mogelijkheden behoort, namelijk het hele openbaar vervoer in de stadsregio onderbrengen bij de RET, dat eerder al de aan­besteding van het busvervoer won. Zo kunnen we toe naar een integrale concessie, zodat bus, tram en metro in de toekomst beter op elkaar aansluiten’, aldus De Kleijn. Henk van der Maden, or-voorzitter van Rotterdams vervoerder RET, verklaart eveneens ‘heel blij’ te zijn: ‘Vorig jaar staakten we en voerden we nog flink actie tegen de verplichte aanbesteding. Kijk, als het om aanbestedingen gaat is het personeel altijd de klos. Bij aanbestedingen is het constant een gevecht om de arbeidsvoorwaarden overeind te houden. Waarom? Omdat vervoerders op de concessie zelf geen geld verdienen. Dan doen ze het maar op de arbeidsvoorwaarden.’

Laurens Ivens ziet nog drie andere voor­delen als in Amsterdam gemeentelijk vervoerder GVB de concessie krijgt. ‘Ten eerste heeft de burger veel directer inspraak in het openbaar vervoer als het bedrijf gewoon in Amsterdam zit. Ten tweede is ­gemakkelijker te voorkomen dat er ergens geld dat voor ov bedoeld is elders aan de strijkstok blijft hangen. Ik bedoel: ik weet wat de GVB-directeur verdient. Weet jij dat ook van de directeur van Connexxion of Veolia? En tot slot: als het GVB dé vervoerder in Amsterdam wordt, dan ziet dat bedrijf ook het belang van een langetermijnvisie en zal het ook voor de lange termijn investeringen willen doen. Verplichte aanbesteding betekent namelijk een concessie voor maar zes jaar. Nu kunnen we het bedrijf langer laten rijden en kan het toewerken naar een situatie waarin reizigers en personeel tevreden zijn, in plaats van alleen de aandeelhouders.’

Blijft de vraag waarom de wet alleen voor de vier grootste steden geldt en niet voor de rest van Nederland. Farshad Bashir: ‘Ik ga me zeker inspannen om de wet naar andere regio’s uitgebreid te krijgen. Hopelijk krijg ik na de verkiezingen dan ook voldoende steun hiervoor in de Tweede Kamer.’

De initiatiefwet, die werd ingediend door

de Kamerleden Jacques Monasch (PvdA), Kees Verhoeven (D66), Ineke van Gent (GroenLinks) en Farshad Bashir werd overigens gesteund door de PVV. Die partij was voor de Kamerverkiezingen van 2010 faliekant tegen de verplichte aanbesteding, maar ontpopte zich als gedoogpartner van het kabinet-Rutte tot voorstander. Dat de PVV ook in de Haagse gemeenteraad – waar de partij niet gebonden was aan een coalitieakkoord – ineens vóór was, leidde toen tot woedende reacties van HTM-werknemers.

Marktdwang of niet; de gemeente Den Haag is niet van plan de geplande aanbesteding van het openbaar vervoer te heroverwegen. Uit protest legden buschauffeurs op 4 en 5 juli het werk neer.