Tribune 07/2012 :: Kwartiermaker bij de vakbeweging: ‘Klaar met navelstaren’

Tribune, juli/augustus 2012

Kwartiermaker bij de vakbeweging

‘Klaar met navelstaren’

Tekst: Diederik Olders Foto: Bas Stoffelsen

SP-Eerste Kamerlid Tuur Elzinga was als ‘kwartiermaker’ betrokken bij de omvorming van de FNV. Na vele gesprekken kwam er een advies waar veruit de meeste bonden een handtekening onder konden zetten. ‘Als je niet af en toe een vuist maakt, dan gaat de tegenpartij twijfelen of je daar nog wel toe in staat bent.’

Wat doe je bij de vakbond waardoor je voor deze belangrijke commissie gevraagd werd?

‘Ik werk bij FNV Mondiaal. Daar adviseer ik ons bestuur over samenwerking en projecten met bonden in het buitenland. En dan specifiek in Afrika en Oost-Europa. FNV Mondiaal werkt aan internationale vakbondssolidariteit. Een voorbeeld dat je misschien wel kent is de grote groep dag­loners die soms al twintig jaar vrijwel rechteloos in een Unilever/Lipton-thee­fabriek in Pakistan werkten. Met onze steun hebben zij een internationaal netwerk opgebouwd, zodat over de hele wereld Unilever hierover werd aangesproken. Uiteindelijk heeft dat een fatsoenlijk vast contract opgeleverd. Aan zulke netwerken werk ik dus.’

Wat was het probleem nou eigenlijk, behalve dan de ruzie in de FNV?

‘Dat was het ’m juist. Het probleem was dat de federatieraad van de FNV al een tijdje verdeeld was. Het pensioenakkoord, waarbij we er als vakbond niet in slaagden een gezamenlijke vuist te maken maar rollend over straat gingen, was de aanleiding. Maar het onderliggende probleem was er ook zonder pensioenakkoord wel uitgekomen. Het probleem heeft een diepere oorzaak. Als vakbondsactivist die over de grens actief is, weet ik dat de Nederlandse vakbeweging lang niet de enige is die worstelt met de uitdagingen die de globalisering biedt. Veel buitenlandse bonden kampen met ledenverlies en beraden zich over hun positie. In Nederland valt het mee, in zoverre, dat de invloed van de vakbeweging relatief groot is. Dat komt door de cultuur: veel overleg, luisteren naar elkaar. Maar als je niet af en toe een vuist maakt, dan gaat de tegenpartij twijfelen of je daar nog wel toe in staat bent. Dan luistert de tegenpartij niet meer en wordt de vakbond minder invloedrijk. In de basis van de grootste bonden was er onvrede: we moeten ons vaker strijdbaar tonen. Bestuurders namen steeds meer die lijn over. De herontdekking van organizing is daar een gevolg van. De zeer zichtbare acties van de schoonmakers zijn een goed voorbeeld. Tussen de bonden ontstonden verschillen van mening over de juiste strategie. Op federatieniveau was dat niet vruchtbaar. Want de veranderingen op de arbeidsmarkt gaan razendsnel en we moeten als vakbond krachtig kunnen optreden.’

Dus?

‘We zijn gaan praten met heel veel mensen en organisaties. Bij leden op de werkplaats langsgegaan, met niet-leden gesproken, met internationale partners, met de jongeren van FNV Jong, met wetenschappers. Met die kennis hebben we een voorstel gedaan. ­Namelijk dat je de bond in kleinere een­heden moet organiseren, om herkenbaar te zijn en dicht bij de mensen. Dat betekent ook: meer een beweging van leden zijn en je realiseren dat onze kracht uit onze leden komt. We moeten dus die leden vaardig­heden geven om zich individueel en collectief te kunnen verweren. Maar bij die kleinere eenheden moet wel het besef zijn dat er regelmatig gezamenlijke belangen zijn – bijvoorbeeld het ontslagrecht. Met een plattere, meer democratische organisatie kan ook het bestuur van de koepel krachtig optreden, zonder dat het de voeling met de leden verliest. Wij stellen dan ook een ­ledenparlement voor, dat het hoogste orgaan wordt. Dat controleert het bestuur op hoofdlijnen. En bij heel belangrijke besluiten kan er nog steeds een ledenreferendum worden gehouden. En de voorzitter moet voortaan rechtstreeks gekozen worden, zodat de leden zo ook invloed op de koers hebben. Bijna alle bonden hebben hun handtekening onder dit voorstel gezet en de nieuwe interim-voorzitter Ton Heerts is nu aan de slag om het zo te organiseren.’

Is de FNV-actie tegen het Kunduz-­akkoord een voorbeeld van wat de nieuwe vakbond gaat worden?

‘Inhoudelijk niet per se. Maar wat je wel ziet is dat dit weer een actie is van de hele FNV. Het feit dat we dit samen doen laat zien dat men elkaar weer gevonden heeft. Er is af­gelopen jaar veel gebeurd: grote manifestaties, de langste staking ooit, maar bijna allemaal vanuit één of twee bonden. De mensen in de FNV hebben nieuwe energie om zich te richten op problemen van buiten. Klaar met navelstaren. Dat moest even maar nu zetten we weer samen de schouders eronder. Moedig voorwaarts!’