publicatie

Tribune 10/2011 :: 'Zonder bankenlobby hadden we geen europese financiële crisis gehad'

Tribune, november 2011

Dennis de Jong

‘Zonder bankenlobby hadden we geen europese financiële crisis gehad’

De invloed van het bedrijfsleven op de Europese politiek is enorm. ‘Er zijn collega’s die zich om laten kopen, of teksten van lobbyisten van het bedrijfsleven letterlijk overnemen en als voorstel indienen’, zegt SP-Europarlementariër Dennis de Jong. Hij spant zich in om het lobbycircuit aan banden te leggen.

tekst: Machteld Velema en Jola van Dijk foto’s: Suzanne van de Kerk

Aan de zuidkant van Tholen is het een wirwar van dijkjes en kleine polders. Daar ergens, ver van de bewoonde wereld, bevindt zich de voormalige boerderij die door Arie van der Zwan en zijn vrouw wordt bewoond. Als ik arriveer word ik allerhartelijkst door Arie ontvangen. Op mijn verzoek wandelen we eerst door zijn mooi aangelegde tuin. Aan een kant grenst die aan zogenaamde 'nieuwe natuur', jaren geleden aangelegd onderaan de dijk van de Oosterschelde. Vogels en runderen hebben er bezit van genomen. Zo te zien hebben ze het naar hun zin. Op het gordijn voor het raam van zijn kantoor staat gedrukt: Der erste Blick aus dem Fenster am Morgen, Bertolt Brecht. Onder het genot van thee en cake spreken we aan de grote tafel in de keuken. Naast mij liggen boeken, de VPRO-gids, Trouw en het economenblad ESB.

› Wat is eigenlijk een lobbyist?

‘Iedereen die probeert om politici te beïnvloeden om iets wel of niet te doen is een lobbyist. Dat kan variëren van de plattelandsvrouwen of Greenpeace tot multinationals als Philips en Shell. Als politici hebben we de deskundigheid van lobbyisten nodig vanwege de vaak heel technische wetsvoorstellen met honderden pagina’s aan stukken. Ik luister daarom graag naar lobbyisten, maar er is nu een enorme onevenwichtigheid in het lobbycircuit. Van de minimaal vijftienduizend lobbyisten die in Brussel rondlopen, werken er veertienduizend voor het bedrijfsleven en maar duizend voor algemene ideële belangen. Daar zou veel meer evenwicht in moeten komen, en op zijn minst moet duidelijk zijn wie waarvoor gelobbyd heeft.’

› Waarom zijn de vele lobbyisten van het bedrijfsleven een probleem?

Je beslist als parlementariër toch zelf of je naar een lobbyist luistert of niet?

‘Nu is nog totaal onduidelijk welke lobbyisten invloed gehad hebben op welk moment in het besluitvormingsproces. Voor ieder wetsvoorstel dat binnenkomt bij het Europees Parlement wordt één parlementariër aangewezen als rapporteur. Omdat altijd een groot deel van zijn rapport overeind blijft na de discussie in het Europees Parlement wordt diegene bestookt door lobbyisten. Wij willen dat de rapporteur aangeeft welke lobbyisten invloed gehad hebben op zijn denken. Als dan bij zo’n rapport een hele lijst grote multinationals zit en geen enkele consumentenorganisatie, weet ik dat daar geen aandacht aan besteed is en dat ik daar zelf op in moet gaan. Door dit soort transparantie is duidelijk welke belangen nog onvoldoende gehoord zijn. Ook kunnen parlementariërs niet meer zeggen dat ze een voorstel zelf bedacht hebben terwijl het letterlijk overgenomen is van een lobbyist. Het VPRO-programma Tegenlicht liet eerder zien dat verschillende parlementariërs exact hetzelfde wijzigingsvoorstel van een lobbyist hadden overgenomen. Toch hielden ze allemaal tegenover de media vol dat ze het voorstel zelf bedacht hadden.’

› Er zijn parlementariërs die klakkeloos de voorstellen van lobbyisten overnemen?

‘Helaas wel. Wetsvoorstellen beoordelen is veel werk en het duizelt je van de hoeveelheid wijzigingsvoorstellen. Lobbyisten maken daar handig gebruik van door je een hele lijst voorgekookte wijzigingsvoorstellen of een overzicht van stemadviezen te geven. Het is verleidelijk om af te gaan op de informatie die je op een presenteerblaadje krijgt aangereikt; voor een tegengeluid moet je immers zelf op zoek moet naar organisaties die niet hebben gelobbyd. Voor serieuze parlementariërs is het al een uitdaging om niet te veel beïnvloed te worden door lobbyisten van de grote bedrijven, maar er zijn ook Europarlementariërs die het parlement zien als een soort rusthuis of vroegpensioen voor politici en zich bijna nooit laten zien. Of parlementariërs die het nodig vinden om naast deze baan ook nog directeur of advocaat te zijn. Brussel staat zo ver van de kiezers af dat het vaak helemaal niet opvalt wanneer iemand weinig of niets doet in het parlement.’

› Het bedrijfsleven maakt handig gebruik van die houding van Europese politici.

‘Twintig jaar geleden is dat begonnen met de ‘Ronde tafel van industriëlen’, waar grote bedrijven als Philips in zitten. Ze hebben een heel groot belang bij onder meer één grote Europese markt. En zagen dat Brussel de privatisering van publieke diensten als openbaar vervoer op kon leggen. De afgelopen twintig jaar hebben zij Brussel min of meer overgenomen. Ze hebben een enorme invloed op alle lagen van de besluitvorming. En de politici laten het ook allemaal gebeuren. Tijdens de belangrijke top van regeringsleiders, van 21 juli dit jaar over de crisis in Griekenland, zat de belangrijkste lobbyist van het bankwezen aan tafel bij de regeringsleiders. Een deel van de conclusies van die top is zelfs letterlijk overgenomen van de lobbyist. Daar kunnen de vakbeweging, milieuorganisaties en het midden- en kleinbedrijf niet tegenop met hun beperkte hoeveelheid geld, tijd en mensen.’

› Wat merken wij als Europeanen van de invloed van het bedrijfsleven op de besluitvorming in Brussel?

‘Als de invloed van de financiële lobbyisten niet zo groot was geweest, hadden we geen Europese financiële crisis gehad. Een jaar of tien voordat de financiële crisis uitbrak heeft Europa het toezicht op de banken afgebouwd. Daardoor konden banken de grote risico’s nemen waar we nu het slachtoffer van zijn. Daarvoor mochten de banken heel veel nog niet en het afbreken van de regels is één op één terug te voeren op de financiele lobby. Nu lobbyen de banken zich ook weer helemaal suf om politici onder druk te zetten. Ze proberen je echt te chanteren. De banken zouden er zo slecht voor staan dat als we de regels strenger maken of een belasting invoeren op financiële transacties er geen leningen meer verstrekt kunnen worden aan het midden- en kleinbedrijf. De financiële sector is zo technisch dat veel parlementariërs het slecht kunnen overzien en dan maar de informatie gebruiken die ze voorgeschoteld krijgen. De lobbyisten maken misbruik van dat gebrek aan kennis.’

› Maar mede dankzij de inzet van de SP wordt daar nu wat aan gedaan?

‘Ja, met een aantal Europarlementariërs hebben we belangenorganisaties samengebracht die nu Finance Watch opgericht hebben. Die organisatie moet politici ook met de andere kant van het verhaal gaan belobbyen en tegenonderzoek uitvoeren waarmee bangmakerij vanuit de financiële wereld bestreden kan worden. Zo ontstaat meer evenwicht in de informatie die parlementariërs voorgeschoteld krijgen. Ook willen we als SP dat transparanter wordt wie voor welk bedrijf lobbyt. Het Europees Parlement heeft al een vrijwillig lobbyregister, maar wij pleiten ervoor dat lobbyisten zich verplicht in moeten schrijven. Aan de andere kant moeten Europarlementariërs zelf ook consequent ongeregistreerde lobbyisten en hun onacceptabele giften weigeren. Mede op aandringen van de SP-fractie is de gedragscode voor Europarlementariërs inmiddels aangescherpt: giften boven de 150 euro mogen niet meer worden aangenomen. Europarlementariërs zijn alleen nog niet verplicht duidelijk te maken door wie ze beïnvloed worden. Wij gaan daarom de komende tijd zelf alle parlementariërs langs met het verzoek een verklaring te ondertekenen en een JA/NEE-sticker op hun brievenbus te plakken waaruit blijkt dat ongeregistreerde lobbyisten bij hen niet welkom zijn. Parlementariërs die hieraan meedoen worden in het zonnetje gezet in een witboek. Iedereen die de verklaring niet tekent komt in een zwartboek te staan, zodat kiezers kunnen zien welke parlementariërs mogelijk corrupt zijn.’

Een Europarlementariër zou zijn week gemakkelijk kunnen vullen met lobbyfeestjes. Een kleine greep uit de uitnodigingen die Dennis de Jong het afgelopen jaar kreeg.

› Is er dan een link tussen ongeregistreerde lobbyisten en corruptie?

‘Zeker. Journalisten van de Britse krant The Sunday Times hebben door zich voor te doen als lobbyist aangetoond dat drie Europarlementariërs bereid waren voor 100.000 euro een bepaald voorstel in te dienen, tegen het belang van hun kiezers in. Afgelopen maand werd ook bekend dat twee Tsjechische Europarlementariërs hun aandeelhouderschap in bedrijven geheim gehouden hadden, terwijl ze nauw betrokken waren bij de totstandkoming van voor die bedrijven belangrijke regelgeving. Zowel de bedrijven en hun lobbyisten als de betreffende Europarlementariërs hebben er absoluut geen belang bij dat dit soort zaken bekend wordt, dus zal er nog heel veel zijn wat we nu nog niet weten. Wat ik zelf meegemaakt heb is dat de lobbyist van Shell aanbood om de volledige organisatie en bijbehorende kosten van een reis naar de Nigerdelta op zich te nemen. Ik wilde daar de lekkages van de olieleidingen van Shell en de gevolgen daarvan voor de lokale bevolking onderzoeken. Als je ingaat op het aanbod van de lobbyist word je in feite omgekocht, want je krijgt bij zo’n reis natuurlijk alleen de kant van het verhaal te horen die Shell goed uitkomt. Een aantal collega’s in het Europees Parlement gaat wel op dit soort voorstellen in.’

› Worden Europarlementariërs dan zo slecht betaald dat ze dit nodig hebben?

‘Nee, integendeel zelfs. We houden als SP-fractie consequent bij wat voor uitnodigingen we ontvangen van lobbyisten. Als je wilt kun je iedere avond ergens heen om je te laten fêteren. En we hebben eens opgeteld wat een Europarlementariër in zijn termijn van vijf jaar aan basissalaris, vergadervergoedingen, reisvergoedingen en afstandsvergoedingen op kan strijken. Na aftrek van een reëel bedrag voor je werkelijke kosten kun je bijna 400.000 euro overhouden. Een rijkelijke beloning dus. Maar sommige Europarlementariërs zijn echt Rupsje Nooitgenoeg en de lobby versterkt dat. Als je echt op wilt komen voor de sociale belangen moet je hier heel hard werken. Maar als je daar geen zin in hebt nemen de lobbyisten je graag het werk uit handen, ze geven je etentjes en reisjes en met een beetje geluk na afloop ook nog een mooie baan. De meeste parlementariërs zullen daar niet aan meedoen, maar er zijn er wel die zo’n leven leiden. Ik vind het echt schandalig hoe gewetenloos zij omgaan met hun verantwoordelijkheid. De besluiten die ze nemen bepalen wel de levens van mensen in een hele hoop landen.’

Dossier Lobby

In 2009 presenteerde de Europese SP-fractie een actieplan in tien punten voor meer lobbytransparantie.

De stand van zaken:

1. Verplicht register voor professionele lobbyist.

De vrijwillige lobbyregisters zijn samengevoegd en op initiatief van de SP zal het Europees Parlement praten over het verplicht stellen van dit register.

2. Openheid van de Europese Commissie over de samenstelling van de expertgroepen die betrokken zijn bij de voorbereiding van wetsvoorstellen. Een onkostenvergoeding voor deelnemers zodat niet alleen multinationals het zich kunnen veroorloven om mee te discussiëren.

Op voorstel van de SP heeft het Europees Parlement besloten het budget voor expertgroepen te bevriezen en pas vrij te geven nadat de Commissie substantiële veranderingen doorvoert.

3. Geen belemmeringen meer voor burgers die concrete informatie willen over Europese regels.

Dit najaar stemt het Europees Parlement over voorstellen van de SP om burgers makkelijker informatie over de Europese instellingen te geven.

4. Bij ieder rapport van het Europees Parlement geeft de rapporteur aan welke informatie, organisaties en personen substantieel aan het rapport hebben bijgedragen en hoe.

Dit SP-voorstel is niet overgenomen. Er komt wel een standaardformulier dat rapporteurs kunnen gebruiken. De SP-fractie vraagt binnenkort de Europarlementariërs een vrijwilligeverklaring te ondertekenen dat ze als rapporteur altijd vermelden welke lobbyisten veel invloed hebben gehad.

5. Recepties en diners binnen de gebouwen van het Europees Parlement worden niet langer betaald door derden.

De SP-fractie was nauw betrokken bij de totstandkoming van een strengere gedragscode waardoor parlementariërs niet langer derden hun recepties en dergelijke kunnen laten betalen.

6. Sluikreclame binnen het Europees Parlement wordt verboden.

Commerciële bedrijven mogen inmiddels geen tentoonstellingen meer organiseren in het Europees Parlement.

7. Oproep aan alle Europarlementariërs om een gedragscode te ondertekenen dat zij geen contacten zullen onderhouden met ongeregistreerde lobbyisten.

De SP-fractie legt deze verklaringen nu voor aan Europarlementariërs en maakt op grond daarvan een wit- en zwartboek.

8. Oproep aan Europarlementariërs om geen giften van meer dan 50 euro aan te nemen van lobbyisten.

Sinds de nieuwe gedragscode moeten giften boven de 150 euro geweigerd worden en moet er openheid zijn over alle nevenfuncties.

9. Terugdringing van het aantal agentschappen (uitvoerende organen van de EU zoals voor voedselveiligheid en politiesamenwerking die verdeeld zijn over heel Europa) omdat de democratische controle zeer gebrekkig is en lobbyisten onzichtbaar en ongehinderd invloed uitoefenen op het beleid.

Op verzoek van de SP-fractie heeft de Radboud Universiteit de agentschappen onderzocht. De SP-fractie gebruikt de resultaten (onder andere onduidelijkheid over de kosten, geen verantwoording over wat het oplevert en gebrekkige democratische controle) om bij de komende begrotingsbehandeling voor meer democratische controle en minder geld voor de agentschappen te pleiten.

10. Oproep aan Europarlementariërs om de samenstelling van de Forums (permanente overlegclubs) waaraan zij deelnemen te verbreden tot alle belangengroepen en als dat niet lukt eruit te stappen.

De SP-fractie gaat de komende tijd overlegclubs onder de aandacht brengen.