publicatie

Tribune 10/2011 :: Libie: een draaischijf van beLangen

Tribune, november 2011

Libië: een draaischijf van beLangen

Khaddafi is dood en Libië kan aan de toekomst gaan werken. Dat wordt geen eenvoudige klus. Democratisch bestuur in het getergde land stond en staat nog steeds niet bovenaan ieders verlanglijstje.

tekst: Rob Janssen foto: AFP photo / Marco Longari

'Ik feliciteer de bevolking van Libië met het verjagen van het regime van Khaddafi. Libië kan nu aan een nieuw hoofdstuk in haar geschiedenis beginnen.' Dat zei SP-Kamerlid Harry van Bommel daags na de dood van Muammar Khaddafi op 20 oktober. En nu? Het 'nieuwe hoofdstuk' zal volgens Van Bommel afhangen van hoe de EU en de VN steun gaan verlenen aan het democratiseringsproces in het land. 'Het probleem is dat het land geen maatschappelijk middenveld heeft. Een rechterlijke macht, politieke partijen en vakbonden zijn er nog niet; know-how op die terreinen ontbreekt nog. Ik zie daar zeker een rol weggelegd voor de Raad van Europa. Kijk, geld en rijkdom zijn niet het probleem van Libië als natie. Waar het om gaat is de zelfs eschikking van het Libische volk over de olievoorraden. Het Westen mag geen claims leggen op de grondstoff en en moet de Libische bevolking de gelegenheid geven haar eigen koers te ontwikkelen.'

Tegen die achtergrond vindt het Kamerlid het zorgwekkend dat de Britse premier Cameron en president Sarkozy van Frankrijk zich in september in Tripoli als grote helden lieten bewieroken en eerder dan wie ook de weg naar de Libische hoofdstad hadden gevonden; eerder bijvoorbeeld dan Catherine Ashton, de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken van de EU. 'Dat deden ze natuurlijk om de belangen van multinationals in hun eigen land veilig te stellen', zegt Van Bommel.

Op 23 oktober werden door mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch 53 lijken gevonden. Volgens de organisatie wijst alles op een executie van voormalige Khaddafi - aanhangers. De vondst is eveneens een groot punt van zorg voor Harry van Bommel. 'Alles moet op alles worden gezet om te voorkomen dat er een soort bijltjesdag ontstaat, of dat de internationale oorlog in de vorm van een burger- of stammenoorlog wordt voortgezet.' De SP'er ziet zich dan ook alleen maar gesterkt in zijn eerder ingenomen standpunt over de aanpak in Libië. In maart van dit jaar steunde de SP de VN-resolutie die onder meer een no-fl yzone ter bescherming van de burgers behelsde. Het daaropvolgende militaire geweld wees de partij echter af, omdat dit buitenproportioneel was en niet gericht was op het berschermen van de bevolking, zoals de VN-resolutie wel voorschreef. De NAVO ging optreden als de luchtmacht van de opstandelingen en werkte aan omverwerping van het bewind. Consensus over de toekomst van het land was er niet. De enige consensus was dat dictator Khaddafi geen rol meer zou spelen. Te mager, vond de SP toen. Van Bommel: 'Nu zie je dus dat het veel beter was geweest als er tijdig was nagedacht over COLUMN een binnenlandse oplossing in plaats van enkel een oplossing van buitenaf. Het gevaar van een lang, bloedig gevecht om de macht in Libië is nu levensgroot. Als je een regime omverwerpt met geweld, dan ontstaat in het kielzog daarvan maar al te vaak nieuw geweld door binnenlandse krachten. Het is heel simpel: als je je met geweld de toegang tot een land verschaft , dan geef je anderen de legitimatie om ook geweld te gebruiken. Als het gaat om buitenlandse betrekkingen is dat helaas de les die we de afgelopen twintig jaar hebben geleerd.'

Khadafi is op 25 oktober begraven. Zijn geheimen heeft hij meegenomen in zijn graf. Harry van Bommel had veel van die geheimen graag willen weten. Bijvoorbeeld in hoeverre Tony Blair een huisvriend van de Khaddafi 's was, zoals wordt beweerd. En met welke wereldleiders heeft de dictator nog meer samengewerkt en wat voor invloed had dat op zijn binnen- en buitenlandse beleid en ook op Europa? Vandaar dat hij Khaddafi liever voor de rechter had gezien.

Zo buitte de dictator de positie van Libië als draaischijf voor Afrikaanse migranten die naar Europa willen op geslepen wijze uit. Als hem iets niet zinde, dan dreigde hij Europa met het openzetten van de sluizen voor migranten, die in zijn eigen land zwaar gediscrimieerd werden en hun leven vaak niet zeker waren. Naar schatting een miljoen Afrikanen stonden klaar om per boot naar Italië te gaan, en om die stroom te voorkomen eiste Khaddafi 5 miljard euro per jaar van Rome en Brussel. Tel daarbij de niet geringe belangen van tal van Italiaanse bedrijven in Libië en een ieder begrijpt dat de Libische despoot geen slechte kaarten had om Rome te chanteren. Van Bommel: 'Ik vraag me af wat er nog meer voor deals waren met andere Europese landen. Waarom? Omdat dit soort praktijken hebben bijgedragen aan de positie van Khaddafi 's regime en hem ongetwijfeld langer in het zadel hebben gehouden dan nodig was geweest.'