publicatie

Tribune 11/2005 - Margalith Kleijwegt: 'Onzichtbare ouders, de buurt van Mohammed B'

Tribune, 11 november 2005

Jason is al een jaar niet naar school geweest

Tekst: Ronald Kennedy Foto: Ronald Kievit / HH

Margalith Kleijwegt gunt in haar boek ‘Onzichtbare ouders, de buurt van Mohammed B’ een blik achter de schermen van een zwarte VMBO-school in Amsterdam-West. Voor het boek heeft ze ruim een jaar klas 2k van het Calvijn met Junior College intensief gevolgd. ‘Vincent van Gogh is vermoord, weet een van de leerlingen te melden.’ Het laat zijn klasgenoten koud.

Veel allochtonen van de eerste generatie spreken nauwelijks Nederlands; ouders weten niet waar hun kinderen naar school gaan; autochtonen komen nooit bij allochtone buren op de thee; leraren hebben het te druk; hulpverleners slaan met goedbedoelde protocollen, plannen en projecten de plank mis. De conclusies zijn niet nieuw, maar het boek van Kleijwegt biedt een hele andere kijk op integratie, gezien vanuit verschillende invalshoeken.

Op uitnodiging van Jan Marijnissen gaf ze onlangs een gastcollege bij de SP-fractie in Den Haag. Daar constateert de journaliste dat de werkelijkheid niet ver van Paul Scheffer’s ‘multiculturele drama’ af staat. Tijdens de voordracht legt ze de vinger op de gevoelige plek. ‘We stevenen af op een parallelle samenleving, waarin allochtoon en autochtoon steeds verder uit elkaar groeien.’

Die culturele kloof heeft Kleijwegt aan den lijve ondervonden. Zoals een leerlinge in het boek opmerkt: ‘Er komt nooit een Nederlander bij ons thuis.’ In sommige fragmenten zié je haar bijna zitten, op de bank, bij de vele familiebezoeken. Moeizame gesprekken en ongemakkelijke stiltes. Soms lijkt het ook alsof ze met name de allochtone moeders wakker wil schudden, ter plekke emanciperen. Een kenmerkend citaat:‘Tijdens mijn eerste bezoek zit mevrouw Essalhi ineengedoken bij het raam. Alsof ze er niet bij hoort. Haar man doet het woord.’

Wanneer het ijs een beetje gebroken is, nemen ze afscheid. ‘Mevrouw Essalhi is ondertussen naar de keuken gelopen. Ze drukt haar gezicht tegen de ramen en zwaait naar me. Tot ik uit het zicht verdwenen ben.’ Er lijkt in dit ‘multiculturele drama’ waarin ogenschijnlijk iedereen faalt, niet één hoofdverantwoordelijke aan te wijzen. Kleijwegt doet dat wel. Althans als we het boek op de omslag beoordelen: ‘Onzichtbare ouders’. Ze nuanceert dat overigens. ‘Ik denk niet in termen als ‘hoofdverantwoordelijk’. Wel constateer ik dat de ouders moedeloos zijn, gedemoraliseerd en zich snel in de slachtofferrol plaatsen.’

‘Het is alsof de ouders bewust hun wereld klein houden’

De ouders blijven zich na decennia in Nederland te hebben gewoond, vastklampen aan hun wens om terug te keren naar hun moederland en passen zich hierdoor nauwelijks aan. Het is alsof ze bewust hun wereld klein houden, vindt Kleijwegt. Ze beschrijft het treffend in haar boek: ‘Opvoeden lijkt voor de meeste ouders van 2k eerder het afwenden van onheil dan iets moois of leuks om van te genieten. Het ontbreekt ze aan vertrouwen, in zichzelf, in de wereld en in hun kinderen. Ze hebben genoeg aan hun eigen problemen, het getob met hun werk of het gebrek daaraan.’ Datzelfde geldt overigens ook voor de ouders van Jessica Jager, het enige blanke meisje in de klas. Alhoewel ze gepest wordt, doet ze netjes mee met ramadan om haar allochtone klasgenootjes niet te veel voor het hoofd te stoten. Bij de ouders van Jessica druipt de desinteresse en onwil van de pagina’s af.

‘Protocollen? In de papierversnipperaar ermee!’

Door de onzichtbare ouders ligt de rol van opvoeder in veel huishoudens meestal bij het oudste kind. Zij vullen formulieren in, tolken en voeren gesprekken. Binnenshuis zijn het engeltjes, buitenshuis zijn het bengeltjes.

De praktijkvoorbeelden die Kleijwegt aanhaalt zijn ontluisterend. Jason, een van de leerlingen, is al een jaar niet naar school geweest. Hulpverleners en leerplichtambtenaren kijken vanaf de zijlijn toe. Enkele leerlingen vertonen agressief gedrag en uiten verbaal geweld. Ouders halen hun schouders op wanneer ze hiermee geconfronteerd worden. ‘Allah weet dat mijn zoon de waarheid spreekt.’

In het boek staan de leraren vaak ook met de handen in het haar. Maar zij krijgen de minste kritiek van Kleijwegt. ‘Het zijn de helden van deze tijd,’ stelt ze tijdens het gastcollege in Den Haag. ‘En dat zeg ik echt niet omdat mijn zoon Pabo doet.’ De auteur heeft zelf jarenlang in Londen als maatschappelijk werkster gewerkt en signaleert grote onwetendheid bij hulpverleners hier. ‘Sommige gezinnen worden omringd door wel elf instanties, maar die werken nauwelijks samen,’ meent ze. ‘De discrepantie tussen ambtenaren en dagelijkse praktijk is enorm.’ En: ‘Protocollen? In de papierversnipperaar ermee.’

Het beeld dat de schrijfster over integratie schetst lijkt op punten defaitistisch. Dat bevestigt ze tijdens het gastcollege. ‘Het is een onderwerp waarvan je heel makkelijk moedeloos kan raken, maar laten we vooral wakker blijven en strijdbaar.’ De problemen rondom integratie zijn een ‘veelkoppig monster’, concludeert ze: ‘We kijken nog te veel naar sociale en economische aspecten van het probleem, het culturele wordt verwaarloosd.’ En dan fel: ‘Er moet iets gebeuren, verdomme. Maar wat?’ Als Margalith Kleijwegt spreekt over het Calvijn met Junior spreekt ze over ‘mijn school’. ‘Ik zou mijn school wel opnieuw in de verf willen laten zetten, zodat de leerlingen weer trots worden op hún school.’

Het boek begint eind 2003 en laat zo zien hoe de samenleving, althans in Amsterdam-West, verandert. ‘Vincent van Gogh is vermoord,’ weet een van de leerlingen te melden. Het laat zijn klasgenoten koud. Het slachtoffer beledigde immers moslims. Bij de taalcursus waar Kleijwegt vaak aanwezig is geweest, constateert ze bij de ouders grote onverschilligheid over de aanslag op Theo van Gogh. Hun wereld draait om islamitische zenders die soms alleen als bewegend, vaak antisemitisch, achtergrondbehang dienen . Tijdens haar onderzoeksperiode haalt een handvol Marokkaanse jongeren de voorpagina’s, omdat ze tijdens de dodenherdenking met rouwkransen voetballen. In het Calvijn met Junior maken kinderen opmerkingen als ‘joden moeten we doden.’ Kleijwegt legt moeiteloos het verband tussen het grote nieuws en de wereld in het klein: die van klas 2k.

Het boek laat zien hoe uitgerekend in deze buurt een Mohammed B is opgegroeid en geradicaliseerd. Én dat een Murat D die conrector Hans van Wieren doodschoot, net zo goed ook een pupil van het Calvijn met Junior College had kunnen zijn. Haar analyse begint voordat deze namen in krantenkoppen opduiken en beschrijft hoe deze gebeurtenissen de school en de buurt veranderen. Net als hun ouders voelen de leerlingen van 2k zich geïsoleerd, zoeken richting in de islam. Meisjes dragen meer dan ooit hoofddoekjes. En ze worden meer dan ooit voorbijgereden door buschauffeurs.

In feite is ‘onzichtbare ouders’ één groot pleidooi voor sociale spreiding, en een aanklacht tegen het onderscheid tussen zwarte en witte scholen. Kleijwegt: ‘Ik heb me zo opgewonden over een politicus die ooit zei dat zwarte scholen ook best leuk zijn. Dat zijn ze helemaal niet! Dat is enkel makkelijk praten, het probleem voor je uit schuiven. Er moet echt iets gebeuren.’

‘Op school moeten leerplichtambtenaar, maatschappelijk werker en leerkracht de krachten bundelen’

Ze is inmiddels kind aan huis in Den Haag, waar bijna alle Kamerfracties haar al over de vloer hebben gehad. ‘Het regent verzoeken voor gastcolleges bij maatschappelijke instellingen. Maar moet er nou echt zoiets als de moord op Theo van Gogh gebeuren om wakker te worden? Zijn we wel echt wakker? Ik ben schrijver, geen politicus. Het enige wat ik over de landelijke politiek kan zeggen, is dat ze zich veel meer betrokken zou moeten voelen bij deze grootstedelijke problematiek. En niet alleen als er iets vreselijks is gebeurd!’

Als oplossing voor de strijd tegen het ‘veelkoppige monster’ ziet Kleijwegt een nog grotere rol voor de school weggelegd als spil. Dáár moeten leerplichtambtenaar, maatschappelijk werkers en leerkrachten samen komen. De juf en meester moeten weer het jaarlijkse huisbezoek in ere herstellen zodat ze weten wat er speelt in het persoonlijke leven van hun leerlingen, zegt Kleijwegt. ‘Krachten bundelen en de problemen praktisch aanpakken. Daar geloof ik meer in dan in het zoveelste rapport of het zoveelste hulpverleningsproject voor de allochtone vrouw of ontspoorde puber.’

Inhoud

  • Het nieuwe zorgstelsel is te ingewikkeld, te bureaucratisch en niet sociaal. Toch dendert de kabinetstrein van het nieuwe zorgstelsel gewoon door. En dus is de kreet gerechtvaardigd: Trek aan de noodrem! Agnes Kant: "Wij leggen ons nergens bij neer."
  • Hij is de directeur van het South Centre en zijn analyses zijn invloedrijk. Yash Tandon is naar eigen zeggen radicaal en ‘bekend’ bij de regeringen van ontwikkelingslanden. ‘Ik wed dat zeventig tot tachtig procent van de schulden van arme landen frauduleus zijn.’
  • ‘Vincent van Gogh is vermoord’, weet een van de leerlingen te melden. Het laat zijn klasgenoten koud. Twee jaar lang volgde schrijfster Margalith Kleijwegt een klas op een zwarte VMBO-school. Het resultaat is haar boek ‘Onzichtbare ouders, de buurt van Mohammed B.’
  • Blufpoker met de Europese landbouwsubsidies
  • Alle seinen op groen voor de gemeenteraadsverkiezingen
  • Jong in de SP: Arnout Hoekstra
  • Column Jan Marijnissen: Trots en vertrouwen