publicatie

Tribune 01/2000: Nooit meer echt thuiskomen

Schrijver Nasim Khaksar zit altijd tussen twee deuren

Nooit meer echt thuiskomen

Altijd tussen twee deuren zitten en nooit meer echt thuiskomen. Zo omschreef schrijver Nasim Khaksar (55) zijn ballingschap eens. Met de ayatollahs op de hielen ontvluchtte hij zestien jaar geleden zijn vaderland Iran en woont sindsdien in Nederland. Deze maand komt zijn vijfde boek in het Nederlands uit. Tussen twee deuren, een verhalenbundel over onthechting en ontheemding, maar ook over nieuwe vrienden en met een glimlachend hoofdschudden om "die rare Hollanders."

Tekst Christine de Vos Foto Akke van Eck

Op een piepklein zolderkamertje in de schaduw van de Utrechtse Domtoren houdt hij kantoor. Een veel te grote boekenkast domineert de ruimte. Propvol met Perzische literatuur, maar ook met Annie M.G. Schmidts Heksen enzo en Het olifantenfeest van Paul Biegel. In Iran was Khaksar een geliefd kinderboekenschrijver. Zo druk als het kantoortje oogt, zo rustig is de auteur. Bedachtzame ogen achter een vierkante bril. Zachte stem en kalme verteltrant.

"Ik ben nu zestien jaar in Nederland en het begint te wennen. Het valt niet mee om hier gesetteld te raken. Nederlanders zijn weliswaar toleranter en vrijgevochtener dan Duitsers, maar ik krijg vaak de indruk dat er wordt neergekeken op buitenlanders, helemaal als ze de taal niet goed machtig zijn. Wie een taal niet beheerst, lijkt al gauw dom. Terwijl je wel een boel ideeën en meningen in je hoofd hebt zitten. Je krijgt ze er alleen niet uit. Niet in het Nederlands tenminste. Ook geven Nederlanders je het gevoel liever onder elkaar te zijn. Groepjes zijn vrij gesloten. Dat maakt het niet alleen moeilijk ertussen te komen, maar ook om je een houding te geven. Zeker in het begin. Hoe moet je je gedragen? Wat wordt er van je verwacht?"

Waarom was ik hier? Waarom zou ik blijven? Was ik hier naartoe gekomen om van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat langs de straten te dwalen of om binnen te zitten, steeds maar nadenken over de pijn van het losgerukt zijn van mijn vaderland? Moet ik slogans op de muur kalken, uitschreeuwen wat er in mijn land was gebeurd en daarmee de hele wereld vermoeien? Misschien was ik hier terechtgekomen om geschiedenis te schrijven, een geschiedenis van bloed en misdaden. Maar alles was al een keer verteld. Mijn hart bloedde.

Gelukkig komen er de laatste jaren veel allochtone schrijvers op. Hoeft er eindelijk niet meer geschreven te worden over allochtonen, want dat kunnen we best zelf! Het integreert onze manier van denken in de samenleving. Literaire invloed is veel subtieler en gelijkmatiger, maar daardoor ook dieper, dan wat de politiek met inburgeringstrajecten en opbouwwerkers probeert te bewerkstelligen. Ik herinner me een stuk uit De reis van lege flessen van Kader Abdollah, waarin de moeder van de verteller naar Nederland komt. Moeder is moslim en gewend te bidden met het hoofd richting Mekka. Maar gedesoriënteerd als ze is in een vreemd land, weet ze niet wat de juiste richting is. Een homoseksuele buurman weet het wel. Daarheen. Voor de moeder is dat een ware openbaring. Dat iemand wiens levenshouding ze zo verafschuwt, toch zo aardig en behulpzaam blijkt te zijn. Andersom werkt dat natuurlijk ook."

"Ik kreeg al heel gauw door dat ook de ayatollahs geen idee hadden wat hun volk nodig had"

Vanaf het begin van zijn literaire loopbaan werd Nasim Khaksar onophoudelijk "lastiggevallen" door de Iraanse autoriteiten. Eind jaren zestig, onder het bewind van sjah Mohammed Reza Palavi, runde hij met een paar vrienden het tijdschrift Kunst & Literatuur. Toen de redactieleden zich tijdens de zesdaagse oorlog openlijk contra Israël uitspraken, werden zij allen ingerekend. Khaksar verdween voor twee jaar achter de muren van de de beruchte Evin-gevangenis. Hij was een van de vele intellectuelen die banden onderhield met de fadaiin, een op Cubaans-communistische leest geschoeide guerrillabeweging. Khaksar doorstond de martelingen in de Evin zonder een naam te noemen.

Na zijn vrijlating verscheen het illegale Kom kinderen laten we samen een boek lezen, een introductie in de literatuur voor jongeren. Ook onder volwassenen groeide zijn populariteit. De sjah was echter aanzienlijk minder idolaat van de "volksschrijver". Opnieuw werd hij in de boeien geslagen. Ditmaal hield het regime hem zes jaar van de straat. In de gevangenis begon Khaksar met het schrijven van gedichten. "Het probleem was alleen dat de bewakers mijn cel regelmatig doorzochten. Maar dat deden ze zo regelmatig, dat ik precies wist wanneer ik ze kon verwachten. Dan was er natuurlijk geen snipper meer te vinden. Een paar medegevangenen leerden de gedichten uit hun hoofd. Toen ik weer vrij was zocht ik ze op en schreef de gedichten opnieuw op vanuit hún geheugen."

Khaksars' hernieuwde "vrijheid" ontstond in 1978, door toedoen van de dreigende islamitische revolutie. In een ijdele poging het tij te keren, liet de sjah 's lands kerkers openzetten voor een aantal politieke gevangenen. "Ik kwam buiten en zag al die mensen dansen en juichen voor Khomeiny. Aanvankelijk was ik gematigd positief. Ook bij mij was iedere verandering welkom. Maar ik kreeg al heel gauw door dat ook de ayatollahs geen idee hadden wat hun volk nodig had."

Zijn roem steeg tot Harry Mulisch-achtige hoogte.Dit was echter van korte duur

Niettemin, Nasim Khaksar ontdekte dat de nieuwe leiders er een minder strenge censuur op nahielden dan de sjah. Zijn boeken konden betrekkelijk makkelijk gepubliceerd worden. Gevolg: zijn roem steeg tot Harry Mulisch-achtige hoogte. Dit was echter van korte duur. Een serie vlammende krantenartikelen, waarin hij openlijk zijn kritiek op het regime spuide, werden hem bijna fataal. Voor de derde keer werd hij gearresteerd, maar ditmaal hoorde hij het doodvonnis tegen hem uitspreken. Khaksar ging in hongerstaking, voor zichzelf "en voor alle anderen wier mensenrechten werden geschonden". De media berichtten dagelijks over zijn toestand, intellectuelen en kunstenaars verhieven hun stem en een overweldigend deel van het volk steunde dit protest. Khomeiny, die kort na de revolutie nog niet zo heel stevig in het zadel zat, kon niet anders dan buigen. Na een maand was Khaksar andermaal een vrij mens. Op nóg slinksere wijze moest hij nu zijn werk publiceren. Zijn naam op een kaft was voor de mullahs al voldoende om het boek ongelezen op de brandstapel te gooien. De aanslag op het gebouw van de Schrijversbond in Teheran (waarvan ook Khaksar lid was) en de executie van enkele bestuursleden, waren de druppel. In 1983 vluchtte hij naar Nederland.

"Anne Frank is voor mij de brug tussen het verleden en het heden. Ze herinnert me aan mijn jeugd in Iran"

"Het heeft lang geduurd voor ik – wat mijn schrijven betreft – goed in mijn vel zat in Nederland. Toen ik hier net was, speelden al mijn verhalen zich af in Iran - en gingen over het regime, verraad en gevangenschap. Nu is het toneel vaak Nederland en zijn de personages ook steeds vaker Nederlanders of Turken. Vroeger gebruikte ik citaten van Hafez en Naser Koshrow, nu pak ik de bijbel voor een mooie quote. IJdelheid der ijdelheden, het is alles ijdel. Mooi is dat."

Hafez wordt Prediker en Iraanse oorlogshelden worden Nederlandse. Zoals Anne Frank. In alle verhalen die in Utrecht afspelen (en dat zijn er veel) wordt even melding gemaakt van het kleine beeldje van Anne die, met de handen op de rug gevouwen, peinzend het Janskerkhof overziet. "Anne is voor mij de brug tussen het verleden en het heden. Ze herinnert me aan mijn jeugd in Iran. Het was toen dat ik voor het eerst de Perzische vertaling van haar dagboek las. Jaren later, in de Nederlandse lessen die ik volgde, kwam ze weer terug. Ze is als een klein zusje voor me. Altijd als ik langs haar beeldje kom, is het als of ze zegt: Alsjeblieft stop even, kijk naar me. Zie hoe het is in de wereld. Op het Domplein staat nog een oorlogsmonument. Een grote, struise vrouw met een fakkel. Ook mooi, maar zo aanwezig, luidruchtig bijna. Geef mij maar het kleine ingetogen meisje met de handjes op de rug. Net als zij geloof ik dat, ondanks alles, de mens in de grond goed is."

"Vluchtelingen herkennen elkaar: het zijn ballingen zonder thuis en zonder doel"

Khaksars' verhalen lijken sterk autobiografisch. "Het is natuurlijk niet letterlijk mijn levensverhaal. Ze komen voort uit mijn belevenissen, ontmoetingen die ik heb gehad, situaties waarin ik heb geleefd. Dat maakt de personages, die soms fictie zijn, of samengesteld uit verschillende mensen, toch echt."

Zoals de drakerige hospita van de ik-figuur in het verhaal De toren van Babel.

Iedere ochtend klopte ze op mijn deur. Met de stem van een krassende kraai riep ze mijn naam en deelde snel een paar bevelen uit. Ze was vroeger atlete, het scheen dat ze zelfs kampioen marathonlopen was geweest. Ze had er een vreselijke hekel aan als er in huis werd gerookt. Als het koud was en ik gedwongen was op mijn kamer te blijven, maakten we daar ruzie over. Ze drong er op aan dat ik de ramen wijdopen zette als ik rookte. Gaf ik haar haar zin niet, dan zette ze de verwarming uit. Op een ochtend had ze weer op mijn deur geklopt en zei ze dat ik voortaan niet meer met de stofzuiger mijn asbak mocht leegmaken.

"Is die stofzuiger soms ook atleet?"

Het was de eerste keer dat ik haar voor de gek hield.

"Wat?"

"Die stofzuiger – is die soms ook kampioen hardlopen?"

Ik deed of ik hardliep. Ze snapte het best maar deed of ze het niet begreep. Mijn Engels snapte ze zogenaamd ook niet.

"De stofzuiger gaat naar rook stinken. Ik kan niet tegen de stank."

Het ergerde me. Je moet je wel heel erg vervelen als je je neus in een stofzuiger steekt. Ik wou eigenlijk zeggen dat ik dat een zieke bezigheid vond, maar ik bracht het niet op. Ik zei: "Oké."

Uiteindelijk kan de ik-figuur weg bij zijn hospita en op kamers gaan wonen, samen met andere vluchtelingen. De mannen ruziën constant. Khaksar: "Niet alleen omdat ze zo dicht op elkaar zitten, maar ook omdat ze zichzelf in elkaar herkennen. Herkennen wat ze niet willen zijn, een balling zonder thuis, zonder doel. Tegelijkertijd hebben ze elkaar nodig. Hun ballingschap is ook wat hen bindt. Daarin en in de onwennigheid waarmee ze zich in de Nederlandse samenleving begeven, vinden ze elkaar."

"Hasan was een strijder, een partizaan en misschien zelfs wel een held. In Nederland is hij niemand"

Rusteloosheid en het gevoel van nutteloosheid, houdt alle vluchtelingen in Tussen twee deuren bezig. De jonge Esi voelt de beste jaren van zijn leven wegtikken tijdens het doelloos wachten op de uitkomst van de asielprocedure. Mina en Yasin, acteurs en oud-gelieven, kunnen niet anders met elkaar communiceren dan door terug te vallen in de rollen die ze ooit speelden. En Hasan, de hoofdpersoon uit het verhaal In Utrecht, vult zijn dagen met het verzamelen van kleding voor guerrillastrijders in Koerdistan. "Wat Hasan niet weet en zijn vrouw en vrienden wel," zegt Khaksar, "is dat de kennis in Parijs, naar wie ze de kleren brengen, ze helemaal niet nodig heeft. Zijn kelder puilt uit van de oude hemden en sokken die nooit in Koerdistan aankomen. Er is totaal geen behoefte aan. Toch heeft niemand de moed om hem het gevoel dat hij iets nuttigs doet te ontnemen. Hasan was een strijder, hij vocht voor vrijheid en democratie in zijn land. Hij was een revolutionair, een partizaan en misschien zelfs wel een held. In Nederland is hij niemand en dat kan hij niet verkroppen. Hij probeert zijn bestaan te rechtvaardigen. Als Hasan de kleren vervolgens dan maar naar de Pauluskerk in Rotterdam brengt, is ook daar niemand; de deuren zijn dicht. Niemand heeft hem nodig."

"De halve wereld staat in brand en de buren voeren oorlog over een vuilcontainer"

In Vuilnisoorlog bakkeleien buurtbewoners over het al dan niet verplaatsen van de vuilcontainer in de straat. Zijn Nederlandse buurman probeert de ik-figuur te overtuigen van de ernst van de vuilnisbaksituatie en maant hem toch vooral op de buurtvergadering te komen. Wanneer hij de eerste vergadering vergeet en op de avond van de tweede andere plannen heeft, beschouwt buurman dat bijna als hoogverraad.

"Maar die vergadering is heel belangrijk. Het gaat niet zozeer om de plaatsing van de vuilnisbak als wel om je sociale opstelling. Het is je democratische plicht."

Ik werd een beetje kwaad door het gebruik van die zware woorden en de toespeling op mijn democratisch gehalte. Ik vroeg wat democratie ermee te maken had. Ik begreep niet waarom zo'n geringe kwestie zo enorm belangrijk was. Goed, als ze die container zo vervelend vonden, dan verplaatsten ze hem maar. Dan brachten ze hem toch naar het begin van de straat?

Boos antwoordde hij: "Denk je dat de buren aan die kant, en hoeveel zijn dat er wel niet, met die simpele oplossing akkoord zullen gaan, menéér!"

Khaksar: "De halve wereld staat op dat moment in brand. Öcalan is net opgepakt in de Griekse ambassade in Kenia en hem wacht een schijnproces en de doodstraf. In Amerika buitten de Republikeinen de vernedering van Clinton uit, maar de buren voeren oorlog over een vuilcontainer. Als de container verplaatst wordt, vallen ook net de bommen op Kosovo, maar de buurman is nog steeds boos. Als de ik-figuur maar op de vergadering was gekomen, zou alles zijn opgelost." Khaksar zwijgt. Staart uit het raam en lijkt even in gedachten verzonken. Dan kijkt hij op en lacht. "Als dat zo was, dan ging ik naar nog véél meer vergaderingen. Dan was de wereld zó gered!"

Nasim Khaksar – Tussen twee deuren.

Uitgeverij Van Gennep 172 blz. ƒ 34, 90

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board
  • Column Jan Marijnissen: Skyboxen in de St. Jan
  • Slottoespraak van Jan Marijnissen: "De mens als maat van alle dingen"
  • Drie jaar lang was Natasha Gerson ondergedompeld in de milieubeerputten van Nederland. "Al heel gauw bleek dat wat wj schandalig vonden, gewoon dagelijkse praktijk is."
  • Heerlen heeft een nieuw college van B en W. En hoe... De PvdA moest er de hele trucendoos aan intriges en achterkamertjespolitiek bij halen en het resultaat is een college zonde de grootste partij: de SP.
  • "Je moet Friezen niet kwaad maken" - na twee weken staking koos multinational Akzo eieren voor zijn geld. De eerder als "definitief" aangekondigde sluiting van de Flexa-fabriek in Sneek is voorlopig van de baan.
  • Met de ayatollahs op de hielen ontvluchtte schrijver Nasim Khaksar zestien jaar geleden zijn vaderland Iran. De Tribune sprak met hem over zijn nieuwe boek Tussen twee deuren, een verhalenbundel over onthechting en ontheemding, en over "die rare Hollanders".