publicatie

Spanning, oktober 2006 :: Wij gaan voor haalbaar en betaalbaar

Spanning, oktober 2006

‘Wij gaan voor haalbaar en betaalbaar’

Met de verkiezingsdebatten op komst wordt er altijd met spanning uitgekeken naar de financiële voorstellen van de verschillende politieke partijen. Waar wordt bezuinigd en waarvoor wordt extra geld uitgetrokken? Spanning sprak met Ewout Irrgang, SP- Kamerlid en woordvoerder Financiën en Economische Zaken. Over het onterechte beeld dat bestaat over linkse partijen als potverteerders en de begrotingsplannen van de SP. ‘Wij hebben voorzichtig begroot. Wat wij voorstellen is haalbaar en betaalbaar. Ook in vier jaar.’

Linkse partijen hebben vaak de reputatie potverteerders te zijn. ‘Geef links de macht en de overheid wordt groter en maakt schulden.’ In hoeverre klopt dit beeld?

Tekst: Arjan Vliegenthart

Als je naar de Nederlandse geschiedenis van de afgelopen dertig jaar kijkt, zie je dat dit beeld totaal niet klopt. Over het algemeen wordt aangenomen dat het kabinet-Den Uyl het land met een groot begrotingstekort heeft achter gelaten. Dat klopt helemaal niet. Het kabinet-Den Uyl wilde juist de overheidsuitgaven indammen door ze maximaal met één procent per jaar te laten stijgen. De uiteindelijke explosie van het begrotingstekort kwam tot stand tijdens het kabinet wat er op volgde. Dat was trouwens een rechts kabinet met VVD’er Wiegel en CDA’er Van Agt. Onder dit kabinet is het begrotingstekort uit de klauwen gelopen en is de staatsschuld sterk gegroeid.

En hoe zit dat met de SP?

In 2002 hebben wij voor het eerst ons programma laten doorrekenen door het Centraal Planbureau. Sinds 2004 hebben wij ook elk jaar een tegenbegroting opgesteld waarin wij laten zien dat wij met hetzelfde geld andere dingen zouden doen. De SP vindt dat haar plannen haalbaar en betaalbaar moeten zijn. Daar hebben we ook in dit partijprogramma weer voor gekozen. Wat dat betreft doet het zijn naam Een beter Nederland, voor hetzelfde geld eer aan.

Het partijprogramma voorziet zelfs in een klein financieringsoverschot. Waarom is daar voor gekozen?

Wij hebben in onze financiële onderbouwing ervoor gekozen om voorzichtig te begroten. Dat wil zeggen dat we de economische groei niet overdreven hoog inschatten. Hiermee creëren feitelijk onze eigen meevallers, die we dan als appeltje voor de dorst kunnen gebruiken. Tegelijkertijd hebben wij in onze voorzichtige begroting al een klein overschot. Dat kan ook helemaal geen kwaad. De laatste tijd is veel ophef geweest over de vergrijzing en de kosten die dat met zich mee zou brengen. Dat beeld wordt door sommige partijen wel erg donker voorgesteld. Daar zijn we het niet mee eens, maar het is wel goed om in ieder geval een buffer op te bouwen door onder meer de staatsschuld gedeeltelijk af te lossen.

Waar heeft de SP extra veel geld voor uitgetrokken?

Dat zijn eigenlijk twee zaken. Allereerst de armoede. Bij de SP gaat het sociaal minimum met 10% omhoog. De groepen onderaan de samenleving hebben tijdens de kabinetten-Balkenende het meest geleden onder het slechte economische klimaat. Voor deze groepen is koopkrachtverbetering echt noodzakelijk. Daarnaast investeert de SP extra in het onderwijs. De SP is voor kleinere klassen en tegen de leerrechten in het hoger onderwijs. Voor de toekomst van Nederland is investeren in onderwijs cruciaal.

Deze extra uitgaven moeten ergens van betaald worden. Waar geeft de SP minder geld aan uit?

Er is een aantal terreinen waarop de SP het rustiger aan wil doen. Allereerst zijn er bezuinigingen op defensie. Onder andere door de Joint Strike Fighter niet aan te schaffen, creëren we een geweldige financiële buffer die we dan voor andere, betere, zaken kunnen gebruiken.

Daarnaast wil de SP de overhead in de zorg en het onderwijs aanpakken. Soms is daar 40 tot wel 80 procent van het personeel níét bezig met de handen aan het bed of met het onderwijzen van onze jongeren. De leraar kan soms alleen maar meer gaan verdienen door manager te worden. Ook daar is nog een hoop winst te behalen.

Ten derde wil de SP iets rustiger aandoen met de aanleg van nieuwe wegen. Op dit moment is daar heel veel geld voor. Als het aan ons ligt, halen we daar iets van weg. We kunnen dan nog steeds genoeg doen voor het onderhoud van ons wegennet. Wij willen echter niet zoveel in asfalt investeren als de huidige regering-Balkenende.

Ten slotte pleit de SP voor allerlei efficiëntiemaatregelen zoals het afschaffen van de Waterschappen. Dit is op dit moment een overbodig bestuursorgaan. Door de taken van de Waterschappen onder te brengen bij bijvoorbeeld de provincie kunnen wij het nodige geld besparen en het onderhoud van het water in Nederland efficiënter maken.

Elk partijprogramma wordt doorgerekend door het Centraal Planbureau (CPB). Binnenkort worden de resultaten daarvan bekend. Wat betekent dit nu in de praktijk?

Eigenlijk doet het CPB twee dingen. Allereerst kijkt zij of de verkiezingsprogramma’s boekhoudkundig wel kloppen. Als je bijvoorbeeld roept dat je de schoolboeken gratis wilt maken en je berekent daar 100 miljoen voor terwijl het eigenlijk 300 miljoen kost, tikt het CPB je op de vingers. Hierdoor worden partijen gedwongen keuzes te maken en kunnen ze geen gouden bergen beloven.

Daarnaast heeft het CPB een economisch model dat ze op de partijprogramma’s los laat. Dat model rekent uit wat de plannen doen met de economische groei, de inflatie, de werkloosheid, en andere belangrijke economische indicatoren. Op deze manier ontstaat er een plaatje van wat een bepaald partijprogramma met de Nederlandse economie doet.

Er wordt wel eens getwijfeld aan de objectiviteit van zulke modellen. Wat zijn jouw ervaringen daarin?

Ik heb gemerkt dat er met het CPB niet te dealen valt. Wat dat betreft zijn ze geheel en al onafhankelijk. Waar ze wel eens mee willen helpen, zijn de beleidsinstrumenten waarmee je je doel wilt bereiken. Zo kun je de minima op verschillende manieren ondersteunen. Elke manier heeft dan zijn eigen gevolgen voor bijvoorbeeld de economische groei en de werkeloosheid. De mensen van het CPB zijn heel bedreven in het laten zien wat de gevolgen van elke maatregel zijn. Wat dat betreft kunnen ze je adviseren als het gaat om de maatregel die meeste effect heeft en de minste negatieve bijwerkingen.

Is er dan niets op het werk van het CPB aan te merken?

Er is een aantal belangrijke punten van discussie. Want hoe neem je bijvoorbeeld de langetermijneffecten van de investeringen in onderwijs mee? In het model van het CPB worden die effecten niet meegenomen. Maar je krijgt wel de kosten gepresenteerd. Dat is een belangrijke tekortkoming van de CPB-analyse.

Daarnaast worden in de politiek en de journalistiek de cijfers van het CPB met te veel stelligheid overgenomen. Vaak wordt vergeten dat het voorspellingen zijn die, als de economie net iets anders doet dan wordt aangenomen, heel anders kunnen uitpakken. Maar dat laatste is niet zozeer de schuld van het CPB, maar ligt ook aan de politieke partijen en journalisten zelf.

Nederland is erg afhankelijk van wat er elders in de wereld gebeurt. Wij leven in een open economie en zijn erg afhankelijk van handel met het buitenland. In hoeverre heeft de regering nu invloed op de economische groei in Nederland?

Het regeringsbeleid op zichzelf kan geen economische crisis of opleving veroorzaken. Wat het wel kan doen is een bestaande tendens tegengaan of versterken. Het is bijvoorbeeld niet de schuld van de regering-Balkenende dat wij met economisch zwaar weer te maken hebben gehad, maar de regering is er wel voor verantwoordelijk dat deze teruggang zwaarder uitviel dan had gehoeven. Nu het economisch beter gaat, geeft de regering weer extra geld uit waardoor de opleving hoger uitvalt. De SP pleit voor een andere koers. Wij willen bijsturen als het minder gaat en juist de overheidsuitgaven afremmen als het beter gaat. Op deze manier worden de pieken misschien iets minder hoog, maar de dalen in ieder geval een stuk minder diep.

Waar heeft het overheidsbeleid nog meer invloed op?

Het belangrijkste aspect is het verdelingsvraagstuk. Hoe verdelen we de collectieve welvaart over de burgers? Op dit terrein maakt het overheidsbeleid wel degelijk heel veel uit. De SP durft hierin duidelijke keuzes te maken. Het gaat ons erom de kloof tussen arm en rijk kleiner te maken Daarvoor zijn duidelijke keuzes nodig.

Tegelijkertijd pleit de SP niet langer voor het invoeren van een 72-procenttarief voor de hoogste inkomens. Gaat dat niet in tegen wat je net vertelde?

In de praktijk bleek dat haast niemand in aanmerking kwam voor deze belastingschijf en dat dit uiteindelijk ook maar weinig inkomsten opleverde. Het was alleen maar symboolpolitiek. Symbolen in de politiek zijn soms goed maar hiermee hebben we onszelf in het verleden alleen maar op achterstand gezet. Vandaar dat we ervoor gekozen hebben het uit ons partijprogramma te laten. Daarom hebben wij ook voor andere maatregelen gekozen die wel werken.Daardoor blijven wij de partij die het meest tegen de armoede en sociale ongelijkheid wil doen.