Sterke vredesbeweging hard nodig

Twee grote zorgen tekenen het huidige geopolitieke tijdperk, dat met de val van de Sovjet-Unie aan het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw begon. De permanente oorlog, die vooral in Azië en Afrika wordt gevoerd. En de blijvende noodzaak om een einde te maken aan kernbewapening. Nu het INF-verdrag wordt opgezegd moet de strijd tegen kernwapens weer met kracht worden opgenomen.

Tekst: Guido van Leemput (SP-fractiemedewerker Defensie)

Twee grote zorgen tekenen het huidige geopolitieke tijdperk, dat met de val van de Sovjet-Unie aan het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw begon. De permanente oorlog, die vooral in Azië en Afrika wordt gevoerd. En de blijvende noodzaak om een einde te maken aan kernbewapening. Nu het INF-verdrag wordt opgezegd moet de strijd tegen kernwapens weer met kracht worden opgenomen.

De periode na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 kan als het interventietijdperk worden bestempeld. Een tijdperk dat met de Brits-Amerikaanse inval in Irak in maart 2003 een dramatisch dieptepunt bereikte. Deze invasie werd immers goedgepraat met keiharde leugens over massavernietigingswapens. De toen opgestane internationale vredesbeweging bracht wereldwijd maar liefst 15 miljoen mensen op de been. Toch bleek deze niet in staat om de oorlog in Irak af te wenden.

Defence, diplomacy & development

Vastgesteld moet worden dat belangrijke spelers in de maatschappij (zoals ontwikkelingsorganisaties en mensenrechtenverdedigers) en sommige linkse politieke partijen de laatste 25 jaar verstrikt zijn geraakt in het vraagstuk van permanente oorlog en het zogeheten ‘humanitair interve­niëren’. Zij waren (en zijn) ervan overtuigd dat je met behulp van een interventieleger en een in de kern imperialistische politiek, vrede en democratie kunt brengen in landen in vooral Azië en Afrika.

De afgelopen 25 jaar heeft het concept van 3D prominent ingang gevonden bij zowel links als rechts. 3D staat voor ‘defensie, diplomatie en ontwikkeling’ (development). In de praktijk bleek de d van defensie, dat wil zeggen interventiepolitiek, dominant te zijn. De verwarring is ontstaan door het geloof in ontwikkelingswerk als onderdeel van interventiepolitiek. Ontwikkelingswerk in dienst van defensie is vooral een truc om interventiepolitiek makkelijker te maken. Het ontwikkelt geen economie in arme landen. De operaties in Kunduz en Uruzgan in Afghanistan, maar ook de VN-operatie Minusma in Mali hebben laten zien dat 3D gedoemd is te mislukken. Het wordt dan ook tijd om dit concept tot geschiedenis te verklaren.

Responsibility to protect

Naast 3D werd er wereldwijd grote waarde gehecht aan het concept van responsibility to protect, verantwoordelijkheid tot bescherming, vaak weergegeven als R2P. Dat is de internationaal goedgekeurde wijze van militaire interventie om genocide te voorkomen. Het is hoe dan ook een enorm probleem dat staten of strijdgroepen bereid zijn over te gaan tot massamoord en verdrijving van delen van de bevolking, vaak in de eigen staat. De genocide van Rwanda in 1994 is daarvan een berucht voorbeeld, maar er zijn er vele. Daarom is R2P tot stand gekomen: om militair in te grijpen als het hard nodig is. Het probleem is echter dat uitvoerende staten nooit zonder eigen belang aan een dergelijke interventie beginnen en dat dergelijke interventies om het goede te doen, verstrekkende gevolgen kunnen hebben.

Op 21 november 1981 demonstreerden meer dan 400 duizend mensen tegen de plaatsing van NAVO-kruisraketten met een atoomtaak in Nederland. Foto: Rob Bogaerts/Wikipedia CC

De discussie hierover leidde ten tijde van de burgeroorlog in Libië in maart 2011 tot resolutie 1973 in de Veiligheidsraad van de VN. De Veiligheidsraad gaf toestemming aan de VS en andere NAVO-landen om de bevolking van de opstandige en belegerde Libische stad Benghazi te beschermen tegen de regering van de Libische dictator Kadhafi. Rusland en China onthielden zich van stemming. Zij gaven het concept van Responsibility to protect een kans. Maar toen de Amerikaanse marine een dagenlang bombardement met raketten begon op regeringsgetrouwe steden in Libië, lieten Rusland en China weten nooit meer een operatie onder een dergelijke noemer te zullen billijken. Daarmee was aan dit kwetsbare concept feitelijk een einde gekomen. De les van de afgelopen 25 jaar is dat zowel het 3D-concept als R2P onvruchtbaar is gebleken om mensenrechten en internationale solidariteit te koppelen aan oorlog. Het heeft slechts geleid tot meer oorlogen die ook nog eens eindeloos voortduren.

Nieuwe wapenwedloop

Toen de VS en de Sovjet-Unie in 1987 het ontwapeningsverdrag INF sloten, betekende dat een voorlopig einde aan de nucleaire spanningen in Europa. Kernwapens voor de middellange afstand werden aan banden gelegd. Dit verdrag had een voorgeschiedenis. Vanaf begin jaren tachtig werden overal in Europa massademonstraties tegen de plaatsing van kernwapens gehouden. Ook in Nederland gingen tot tweemaal toe honderdduizenden mensen de straat op. De vredesbeweging uit die jaren, die nog voortleeft in de collectieve herinnering, kwam voort uit de anti-atoomwapenbeweging in Groot-Brittannië. Deze werd in de jaren vijftig tot leven gewekt door de Paasmarsen bij de militaire basis in Aldermaston. De anti-atoomwapenbeweging pleitte ervoor om een einde te maken aan de kernwapenwedloop die de Koude Oorlog voor een belangrijk deel tekende. De campagne ‘Alle Kernwapens de wereld uit, om te beginnen uit Nederland’ die het Interkerkelijk Vredesberaad in 1977 startte, was een enorm succes. In de zin dat zij een alomvattende discussie op gang bracht over kernwapens en hoe daarvan af te geraken. De campagne kreeg wereldwijd een ideologische basis door de Britse historicus E.P. Thompson. In zijn Notes on Exterminism: The Last Stage of Civilization legde hij de nadruk op het post-imperialistische karakter van kernwapens. Daarmee bedoelde hij dat het kernwapen als het ware autonoom was geworden en de machthebbers boven het hoofd was gegroeid. Dat wapen dreigde iedereen te vernietigen, ongeacht het maatschappelijk systeem waarin de mens – toevallig – leefde. Daarbij ging het niet alleen om moedwillig gebruik, maar ook om misverstanden en ongelukken die konden leiden tot de (totale) vernietiging van de mensheid. Dit inzicht maakte het gemakkelijker om uit het Koude Oorlog-raamwerk te stappen en een wereldwijde doorbraak van de vredesbeweging te bewerkstelligen. Die vredesbeweging verloor uiteindelijk de wind uit de zeilen met het INF-verdrag. Oorlogen bleven, maar het acute kernwapengevaar in Europa raakte op de achtergrond. Met het opzeggen van het INF-verdrag door de VS en Rusland dreigt een nieuwe Koude Oorlog en moeten we opnieuw beginnen met het mobil­seren van mensen tegen het dreigende nucleaire gevaar.

Effectieve vredesbeweging

De inzichten van Thompson, om een van iedere regerings- of grootmachtpolitiek onafhankelijke vredesbeweging op te zetten, blijven geldig. Ze zijn met de onbekende gevolgen van de klimaatverandering zelfs actueler dan ooit. De natuur begint zich immers steeds meer tegen de mensheid te keren. Dat leidt tot klimaatrampen, zoals overstromingen en droogte, die weer leiden tot veiligheidsproblemen en tot herleving van het vraagstuk van R2P, verantwoordelijkheid tot bescherming. Klimaat­verandering veroorzaakt ook nieuwe imperiale avonturen van groot­machten die denken makkelijker bij grondstoffen te komen, al dan niet onder smeltende ijskappen. Om tot een programma voor een onafhankelijke vredesbeweging te komen is ten minste een aantal stappen nodig.

  • Een oproep tot onmiddellijke beëindiging van de Nederlandse bijdrage aan de permanente oorlog.
  • Druk opbouwen tegen kernwapens in Nederland, in Europa en in de rest van de wereld.
  • Samen met mensenrechtenorgani­saties een werkprogramma vaststellen, waar ook de opvang van oorlogs­vluchtelingen onderdeel van is.
  • Samenwerken met milieuorganisaties in de strijd tegen klimaatrampen en neokoloniaal optreden om grond­stoffen te vergaren.

We hoeven niet op nul te beginnen, want de infrastructuur voor een nieuwe Nederlandse vredesbeweging is er. We hebben tal van vredesorganisaties, die voor een deel hun wortels hebben in de vredesbeweging van de jaren tachtig. Denk aan Pax, maar ook aan allerlei kleine anti-oorlogs­groepen in steden en enkele klassieke pacifistische verenigingen. In het licht van de nieuwe wapenwedloop na het INF-verdrag is het hoog tijd om de koppen bij elkaar te steken en de vleugels uit te slaan. De taken zijn niet gering, zelfs groter dan in de jaren tachtig. Het heeft zeker zin om terug te kijken op de ervaringen van de laatste decennia, maar het is vooral zaak om snel en gezamenlijk een effectieve vredesbeweging op te bouwen tegen kernbewapening en permanente oorlog.