‘Democratie kan niet worden afgedwongen met militaire middelen’

Nu naar schatting een kwart miljoen Syrische vluchtelingen weer terugkeren naar hun verwoeste land, de internationale coalitie onder leiding van de VS bezig is met ‘de laatste slag tegen IS’ en Trump hardop speculeert over het terugtrekken van zijn troepen, rijst de vraag of de oorlog in Syrië zijn einde nadert. En wat zijn dan de perspectieven voor de Syrische bevolking op duurzame vrede? Nikolaos van Dam, voormalig ambassadeur in het Midden-Oosten, en Habib Nassar, onderzoeker bij mensenrechtenorganisatie Impunity Watch, volgen de oorlog in Syrië op de voet.

In een buitengewoon complexe oorlog als in Syrië is het bijna ondoenlijk om te weten wie met wie vecht en welke groepering je moet steunen. Zo werd onlangs nog bekend dat Nederland niet-militaire middelen heeft geleverd aan de jihadistische beweging Jabhat al-Shamiya. Dit geeft nog maar eens aan dat het in een dergelijk conflict als interveniërend land onmogelijk is om de juiste kant te kiezen.

Buitenlandse militaire interventies leiden vrijwel altijd tot grote rampen; de oorlog in Syrië is daarop geen uitzondering. Dit zegt Nikolaos van Dam, Midden-Oostendeskundige en voormalig Nederlands ambassadeur in Irak, Egypte en Turkije: ‘De oorlog in Syrië wordt getypeerd door ongecoördineerde bemoeienissen van buitenaf. Deze hebben slechts geleid tot een verlenging van de oorlog, met honderdduizenden dodelijke slacht­offers, miljoenen vluchtelingen en kolossale destructie als gevolg. Zonder deze interventies zou het aantal dodelijke slachtoffers en vluchtelingen vele malen lager zijn geweest. De interveniërende partijen zijn dus medeschuldig aan het desastreuze resultaat, maar voelen zich hiervoor meestal niet verantwoordelijk. Als de door het buitenland gesteunde oppositiekrachten het regime ten val hadden gebracht was er zeker geen democratie ontstaan, maar was het bloedvergieten in alle hevigheid voortgezet tot er een nieuwe, waarschijnlijk islamistische dictatuur was ontstaan. Democratie kan niet worden afgedwongen met militaire middelen.’

‘We hadden dit natuurlijk allang moeten weten, want er zijn voorbeelden genoeg; waaronder Afghanistan, Irak, Iran, Jemen, Koeweit, Libanon en Libië. Al deze interventies hebben grotendeels het tegendeel bereikt van wat beoogd was. Desondanks voelen sommige landen, de Verenigde Staten voorop, zich er telkens weer toe aangetrokken om militair te interveniëren. Al deze oorlogen zouden ons echter moeten hebben leren dat militair interveniëren koste wat het kost dient te worden vermeden.’

Vrede is ver weg

Is vrede op korte termijn mogelijk in Syrië? Habib Nassar van Impunity Watch is pessimistisch: ‘Met steun van Rusland en Iran heeft Assad de controle teruggepakt over grote delen van Syrië, die eerder door gewapende groepen van de oppositie waren overgenomen. Hoewel de gevechten nu wellicht minder hevig zijn, blijft het land verdeeld en zeer instabiel. De helft van de bevolking is ontheemd, de infrastructuur is zwaar beschadigd en hele steden zijn met de grond gelijk gemaakt. Deze situatie zal ongetwijfeld de sociale en politieke spanningen blijven aanwakkeren, waardoor het geweld weer kan oplaaien. Het plotselinge besluit van de VS om zich militair terug te trekken kan de situatie nog complexer maken en het land minder stabiel.’

Foto: Evert-Jan Daniëls/ANP ©

Om te beginnen denk ik niet dat het klopt dat IS verslagen is. Alle rapporten van inlichtingendiensten en berichten ter plaatse uit Oost-Syrië, wijzen erop dat IS nog steeds een bedreiging vormt. Het terugtrekken van de VS creëert een vacuüm waar IS zeker gebruik van zal maken. Tel daar de politieke, sociale en economische crisis bij op, die zeker zal aanhouden zolang Assad aan de macht blijft, en je komt tot de conclusie dat Syrië een erg vruchtbare voedingsbodem is voor gewelddadig extremisme en jihadistische groeperingen. Het is naïef om te denken dat zij kunnen worden aangepakt zonder dat er iets wordt gedaan aan de politieke en sociale oorzaken die hen in de eerste plaats gecreëerd hebben.’

‘Bovendien, een vertrek van de VS zal de Koerdische gebieden in Noord-Syrië openlaten voor Turkse aanvallen. Kortom, er is weinig hoop op dat Assad de macht opgeeft, en voorlopig ook niet op vrede en stabiliteit.’

De internationale gemeenschap staat er slecht voor

Wat leert de oorlog in Syrië ons over de staat van de internationale gemeenschap? Niet veel goeds, aldus Van Dam. Volgens hem heeft de internationale gemeenschap volledig gefaald: ‘Door de war by proxy (een oorlog die door andere landen in Syrië wordt gevoerd door plaatselijke militaire groepen te steunen, –red.) hebben verschillende landen vooral hun eigen belangen nagestreefd, zonder daarbij de rampzalige gevolgen voor de Syrische bevolking onder ogen te willen zien. Vermeende moralistische principes hadden prioriteit boven een meer pragmatische oplossing. De landen die zich met het Syrië-conflict bemoeiden, wilden hun doelstellingen niet aanpassen aan de beperkte middelen die zij ter beschikking wilden stellen. Afgaande op de resultaten kunnen pragmatisme en ‘realpolitik’ van veel hogere moralistische waarde blijken te zijn. Alle landen die in Syrië hebben geïntervenieerd zijn er slechter uit tevoorschijn gekomen.’

Wat had de internationale gemeenschap dan moeten doen? In ieder geval niet militair ingrijpen, zo stelt Van Dam: ‘Het beste is om zich niet met dergelijke conflicten te bemoeien, behalve door middel van een constructieve dialoog met de direct betrokken partijen. Een mislukte vreedzame dialoog is beter dan een mislukte bloedige oorlog. Het is beter om niets te doen dan het verkeerde, maar in democratieën is dat om intern-politieke redenen vaak uiterst moeilijk.’

Hoe ontstond de oorlog in Syrië?

De verschrikkelijke oorlog in Syrië, die het leven heeft gekost aan meer dan vijfhonderd duizend mensen en miljoenen inwoners op de vlucht joeg, duurt inmiddels al bijna acht jaar. Wat veroorzaakte deze oorlog? Waren het de protesten tegen het dictatoriale regime van Assad in de nasleep van de Arabische Lente? Of wellicht de anderhalf miljoen vluchtelingen uit Irak, of de binnenkomst van terreurgroepen als IS? Of had het te maken met de enorme grondstofbelangen in de regio?

Of was het toch klimaatverandering? In de jaren voorafgaand aan de oorlog maakte Syrië immers een exceptioneel lange periode van droogte door van maar liefst vier jaar. Deze droogte zou de oorzaak zijn geweest voor de migratie van duizenden boeren richting Syrische steden. Recent onderzoek van onder meer Jan Selby wijst er weer op dat vooral economische hervor­mingen ten grondslag lagen aan deze migratie. Onder meer de liberalisering van de landbouw en de verhoging van de brandstofprijzen leidden er volgens Selby en zijn collega’s toe dat uiteindelijk een miljoen mensen naar de steden trokken. Daar eisten zij in protesten onder andere verlaging van de brandstofprijzen.

Het zal waarschijnlijk een combinatie van deze factoren zijn geweest, die de oorlog in Syrië heeft doen ontbranden.

Dialoog of sancties?

Van Dam ziet de hoop op vrede vooral liggen in het aangaan van een dialoog, ook met het Syrische regime: ‘Probleem is dat een dergelijke dialoog werd verworpen nadat er een paar duizend doden waren gevallen, terwijl diverse landen nu beginnen terug te krabbelen en bereid zijn de contacten met het regime te herstellen nadat er meer dan een half miljoen doden zijn gevallen. Daardoor is het een langzaam proces. Werkelijke vrede kan nog generaties op zich laten wachten vanwege de ingrijpende schade die aan het verfijnde weefsel van de Syrische samenleving is toegebracht.’

Juist vanwege die immense schade ziet Habib Nassar weinig heil in een vergaande dialoog met Assad: ‘De EU heeft zich tot nog toe altijd op het standpunt gesteld de wederopbouw niet te steunen zolang er geen sprake is van een betekenisvolle politieke transitie. Dat is een erg wijze en politiek slimme positie. Volgens mij moet de internationale gemeenschap het regime onder druk blijven zetten door middel van internationale sancties. Bovendien moet de interna­tionale gemeenschap het Assad-­regime niet normaliseren en de situatie laten zoals die was voor 2011. Ook de Arabische Liga zou Syrië niet weer moeten toelaten, zolang er geen politieke transitie heeft plaatsgevonden.’ Een dergelijke overgang moet volgens Nassar verder gaan dan Assad het veld te laten ruimen. ‘Assad vervangen door een andere dictator of een ander regime dat doorgaat met geweld, mensenrechtenschendingen en misdaden tegen de eigen bevolking, zal niet voldoende verschil maken voor de Syriërs. Er zal een democratische transitie plaats moeten vinden.’