publicatie

SP Tribune 09/2004

Tribune 24 september 2004

Miljoenen euro’s uit gaswinning voor natuur

Koehandel of briljante deal?

In de Waddenzee is gaswinning mogelijk zonder dat de natuur schade oploopt. Dat concludeerde de Adviesgroep Waddenzeebeleid in het voorjaar. Met een deel van de opbrengsten zou dan bovendien het achterstallig onderhoud van het unieke natuurgebied aangepakt kunnen worden. Het kabinet heeft zich inmiddels achter het advies geschaard, maar de discussie erover is allerminst verstomd. De Tribune laat twee betrokkenen aan het woord: SP-Kamerlid Krista van Velzen en initiatiefnemer van de Adviesgroep Waddenzeebeleid Wouter van Dieren. Van Dieren woont op Terschelling, is lid van de Club van Rome en houdt zich sinds 1968 bezig met wereldwijde milieuactiviteiten op uiteenlopende gebieden als wetenschap, politiek en media. Ook is hij oud-voorzitter en medeoprichter van Milieudefensie.

Tekst: Wim Herstel

Foto: Reyer Boxem/Hollandse Hoogte

De Adviesgroep Waddenzeebeleid is ingesteld om te adviseren over de toekomst van de Waddenzee. Was dat nog nodig?

Van Dieren: ‘De belangstelling bij achtereenvolgende regeringen en parlementen voor de Waddenzee, is nihil tot niks geweest. Mensen hebben alleen lippendienst bewezen aan de Waddenzee. Het serieus verdiepen in wat zich hier in het noorden afspeelt, met zowel de natuur als de economie, dat kan je vergeten. Er zijn éénenvijftig bestuursorganen die zich met de Waddenzee bezighouden. Dat alleen al had voor ministers, staatssecretarissen en kamerleden een signaal moeten zijn om op een dag te zeggen waar zijn wij in hemelsnaam mee bezig. Er was sprake van een patstelling en dan moeten er middelen gezocht worden om daar door heen te breken. Daarom hebben we de commissie Meijer gehad.’

Van Velzen: ‘Ik denk dat er op dit moment eigenlijk een heel hypocriet debat gevoerd wordt, waarbij iedereen hard roept dat er iets moet gebeuren met de ecologische waarde van het Waddengebied. De ene helft zegt dan dat zoiets kan met gaswinning en de andere helft wil deze discussie ontkoppelen. Maar een echte fundamentele discussie over de Waddenzee, hoe we daarmee om moeten gaan, is nooit echt gevoerd. Ja, wel in het perspectief van Waddengaswinning. Dat valt de grootste schreeuwers in het debat ook te verwijten. We hadden zoveel kunnen doen en het is niet gebeurd. Wat de SP betreft is er wel wat gebeurd. In de tijd dat ik in de Kamer zit, maar zeker ook in de jaren dat Remi Poppe woordvoerder was, hebben we het niet alleen over gaswinning gehad, maar over vele beleidsterreinen die met het Wad te maken hebben, zoals de militaire oefeningen, gevaarlijke scheepsroutes, de kokkelvisserij enzovoorts. Alle elementen die de commissie Meijer nu ook als ‘gevaarlijk’ benoemt, daar heeft de SP al zo vaak aandacht voor gevraagd. Er is alleen weinig vooruitgang geboekt, eerder achteruitgang. Ik denk niet dat je dat de SP kan verwijten.Vanuit de gedachte dat je zoekt naar een oplossing voor zo’n uniek natuurgebied, zonder te vallen over allerlei tegenstellingen, kan je stellen dat deze opdracht terecht was.’

Hoe is de commissie Meijer tot stand gekomen en hoe onafhankelijk was ze?

Foto: Martine Sprangers

Van Dieren: ‘Ik heb zelf het initiatief genomen van een proces dat we win-win en het Wad zijn gaan noemen. Omdat we er van overtuigd waren en zijn dat er voor alle partijen een win-win situatie te creëren valt. Dit kwam voort uit verschillende observaties. Ten eerste een absurde regelgeving, die dwars tegen ieders kennis op Terschelling van het Wad gaat; niet meer daar varen met een bootje, niet meer hier of daar hengelen, geen botlijntjes enzovoorts. Vergeet niet dat de lokale kennis, de autonome volkskennis van het Wad zéér groot is. Het gaat om regels om de regels om de regels. Volstrekt absurd! Een andere reden is dat ik me al jaren ergerde aan de manier waarop media en parlement omgingen met de integrale bodemdalingstudie Waddenzee (1999) van een aantal gerenommeerde wetenschappelijke instituten. Er is alleen met geschreeuw op gereageerd en niet met kennis van zaken.

Ik heb toen in de krant mijn verwondering uitgesproken over de onwaarheden die minister Pronk vertelde en dat hij er een rommeltje van maakte. Ik heb mijn verwondering geuit over Kamerleden die zwaaiden met een rapport van Greenpeace, dat van A tot Z misleiding was. Later hebben de auteurs van dat betreffende rapport dat ook toegegeven. Deskundige Kamerleden waren niet te vinden en de bereidheid om te luisteren was er niet. Toen hebben we hier op de eilanden maar besloten dat er iets anders moest gebeuren. Ik ben naar een aantal burgemeesters, natuurorganisaties en oliemaatschappijen gestapt met de mededeling: Ik ga het anders doen. Dat heeft geresulteerd in een bijeenkomst hier op Terschelling met zo’n twintig bobo’s, waaronder Van Geel, Hermans, de Waddenvereniging, de NAM , bestuurders en ambtenaren. We hebben toen dingen geconstateerd: het gaat heel raar met het ecosysteem van de Waddenzee, de bestaande bestuurlijke instanties kunnen dit niet oplossen en er moet een onafhankelijke commissie komen, door het kabinet ingesteld, om hier door heen te breken. Zo is het letterlijk gegaan.’

Van Velzen: ‘Ik heb wel een oordeel over de samenstelling van de commissie. Wat mij betreft kan een dergelijke commissie niet onafhankelijk overkomen met iemand als Meijer, die een verleden heeft (Meijer heeft zich altijd een voorstander getoond van gaswinning – red) en ook niet met Wouter van Dieren. Liever had ik mensen uit het buitenland gehad die inhoudelijk de situatie hadden kunnen beoordelen, mensen zonder verleden, zonder banden met het bedrijfsleven en zonder allerlei adviesfuncties. Maar mijn oordeel over deze commissie doet er geen moer toe. Waar het om gaat, is dat de commissie juist tot doel had om de verschillende kampen bij elkaar te brengen op basis van voordeel voor beide kanten: economisch en ecologisch. Wat ik nou juist zie, is dat het traditionele groene kamp in haar stelling blijft staan. De opdracht was om over het debat heen te stijgen en daar is men niet in geslaagd. De tegenstellingen en de polemiek zijn blijven bestaan. Dat is een enorm verlies.’

Wat is er nu eigenlijk nieuw aan het advies van de commissie, bovenop de grote stapel dossiers die er al was?

Van Dieren: ‘Ik begrijp je vraag en het is merkwaardig dat mensen denken dat we geen nieuws hebben. Ten eerste heeft de commissie glashelder vastgesteld dat de bestuurskundige toestand rond de Waddenzee een zooitje is. Maar liefst vijftien jaar kokkelvisserij wordt toegestaan zonder enig meetpunt, wel werd gedacht dat dit aanwezig was in de vorm van een zogenaamd voedselaanbod reserveringsbeleid. Terwijl de conclusie van studies is, dat dit niet deugt! Dus beste overheid, dat heb je buitengewoon slordig gedaan. Ook is er een volstrekt afwezige beleidsonderbouwing geweest voor alles wat je doet in de Waddenzee of wilt toelaten. Waarom mag ik geen haven aanleggen, waarom mag ik geen gas winnen, waarom mag ik niet dit of dat?

Zoiets moet je natuurlijk wel kunnen toetsen. Maar de commissie heeft vastgesteld dat deze toetsing niet aanwezig was. Ten derde is er voor het eerst een risicomodel voor de Waddenzee gemaakt, waaruit een nieuwe rangorde van gevaren is uitgekomen. Hoog op deze lijst staan de kokkel- en mosselvisserij en heel laag de gaswinning. En dat is ook logisch voor iedereen die iets van het Wad snapt.

Van Velzen: ‘De discussie is in de periode tussen 1997 en 1999 gevoerd, daarna is er eigenlijk geen fatsoenlijke discussie geweest over het dossier Waddengas. In die tijd was er een vrijwel Kamerbrede conclusie dat er te weinig informatie was om verder te gaan. Met uitzondering van de VVD was de Kamer eensgezind in het standpunt dat er te weinig lange-termijn zekerheid was. Sinds die tijd is alleen de ‘Amelandstudie’ van 2004 erbij gekomen. Dat rapport is helder, maar het is door de NAM gefinancierd. Het rapport gaat over een boorlocatie die voor een eiland ligt, aan de Noordzeekant, en waar we het hier over hebben, is een site die aan de Waddenkant ligt. Zoiets is slecht vergelijkbaar en dat stelt het rapport zelf ook. Ik vind zelf dat er nog steeds geen helder oordeel gevormd kan worden als je de periode van toen naar nu doortrekt. Wel vind ik dat het rapport van de commissie Meijer veel mogelijkheden biedt om verder te komen. Wij kunnen en moeten als partij een belangrijke rol spelen in álle elementen uit het rapport, niet alleen rond de gaswinning. Het verhaal over een permanent wetenschappelijk comité lijkt me prima, noodzakelijk zelfs. Bestuurlijke wanorde aanpakken: perfect. De kokkelvissers aan de ketting leggen: graag!

Waarom stelt de commissie voor te gaan boren met ‘de hand aan de kraan’? Er wordt toch al veertien jaar gas gewonnen in de Waddenzee. Dit lijkt op een compromis.

Van Dieren: ‘Absoluut geen compromis. Je hebt helemaal gelijk als je stelt dat er al lang gas wordt gewonnen. Het gebeurt al zo lang dat we ook precies weten wat er zich daarbij allemaal afspeelt. De commissie Meijer heeft vervolgens deze realiteit nog eens vastgesteld. Er is geen sprake van een nieuwe onbekende activiteit. Dat het nu voorgesteld wordt, komt alleen omdat het nu ook technisch mogelijk is en dan is er geen reden om het te laten. Nog even terug naar je vorige vraag, want de commissie heeft ook vastgesteld dat het rapport van Greenpeace hierover erg misleidend is. Kamerleden die nu nog durven te zwaaien met dit rapport, verdienen echt een aantekening in het rode boekje. Hoe durven mensen het om leugens te gebruiken om hun gelijk te halen.’

Wat hebt u toch tegen Greenpeace?

Van Dieren: ‘Iedereen moet zich realiseren dat Greenpeace een onwetenschappelijke organisatie is. Ik noem het altijd de Angstindustrie B.V. Wat ze weten en kunnen lijkt nergens op. Ik was ooit bij de oprichtingsvergadering in Vancouver. De eerste tien jaar was het ook een club die er geweldig tegenaan ging, maar het is helemaal overgenomen door alarmisten en opportunisten.’

Maar Greenpeace staat niet alleen. Veel natuurorganisaties, politieke partijen en belangengroepen willen meer zekerheid!

Van Dieren: ‘De laatste vier jaar is er ongelooflijk veel bekend geworden over bodemdaling en kokkelvisserij. Maar om de één of andere reden roepen deze mensen om het hardst dat er nieuwe gegevens moeten komen. Meijer heeft niet voor niets gezegd: Beste mensen, hier zijn ze! Maar tot op de dag van de persconferentie (24 juni 2004) bleef men roepen om nieuw materiaal, ook de SP heeft dit gedaan. Meer zekerheid is compleet geklets! Het is allemaal zo vrijblijvend en gemakkelijk.’

Maar feit is, dat veel mensen er huiverig voor zijn en blijven. Is dit slechte PR van de zijde van de Adviesgroep?

Van Dieren: ‘Om te beginnen, de mensen die naar het Wad gaan, die het hier kennen, interesseert het niks. Er staat nu een boortoren op de Zuidwal van Petrol, met een vergunning van vijftien jaar geleden. Als ik aan het personeel van rederij Doeksen vraag en ik ken ze allemaal, wat ze er van vinden, dan vragen ze zich af waar ik het over heb. De mensen die hier wonen, kan het niets schelen want ze weten precies wat er aan de hand is. Het is een obligate groep uit de Randstad die zich druk maakt. Het viel een aantal ministers en Kamerleden de afgelopen maanden op dat naarmate bestuurders en politici verder van het Wad wonen, men zich meer druk maakt. Vergeet niet dat er een angstindustrie is opgebouwd de laatste decennia en dat echoot nog steeds na. Maar als we hiernaar luisteren dan is het onmogelijk om onze natuurgebieden te besturen. Een belangrijk effect van deze angstindustrie is dat er een totale verlamming over het gebied is komen te hangen. Niemand wist meer waar hij of zij aan toe was; bestuurlijk niet, ecologisch niet en economisch niet. Als een politieke partij dat voorstaat dan moet ze het hardop zeggen: wij zijn verantwoordelijk voor jullie economische en ecologische achteruitgang. Dat is onze verantwoordelijkheid, want wij geloven de angstindustrie. Van dat soort amateurisme hebben we hier schoon genoeg, dat kan ik je verzekeren.’

Van Velzen: ‘Het is zeker zo, dat de mensen die de Waddenzee als een heilige koe zien, waar niet in geboord mag worden, niet de eilanders zelf zijn. Daar zijn we het over eens. De mensen daar staan er nuchter en realistisch tegenover. Voor een gedeelte natuurlijk ook vanuit het idee dat zoiets economisch interessant is. De fundamentalistische groep, of beter gezegd de echte principiële groep, dat zijn de Randstedelingen die helemaal niet in het gebied wonen. Maar er zijn honderdduizenden mensen die het gebied bezoeken en die moet je natuurlijk wel serieus nemen. Maar om op de vraag terug te komen, het heeft ook niet zoveel met huiverigheid te maken. Het standpunt van de SP is daar ook niet op gebaseerd. Ik heb er ook helemaal niks op tegen om over gaswinning te discussiëren. Alleen denk ik dat er nu geen enkele noodzaak is om dat gas te winnen. Als het nu nog eens zo was dat we dat gas hier hard nodig hadden, dan heb je een punt als je zegt laten we dat zo snel mogelijk gaan winnen. Maar het is al lang bekend dat dit gas linea recta geëxporteerd zal gaan worden. ’t Heeft dus niks met schaarste te maken, maar puur met het vullen van de staatskas. Maar die kan ook op heel andere wijze wat aangevuld worden, ik noem maar, bijvoorbeeld door de hypotheekrenteaftrekregeling wat eerlijker te maken, dat zet zoden aan de dijk. Dan kunnen we ook gerust honderden miljoenen uittrekken om de kwaliteit van het waddengebied te verbeteren.

Maar ja, ik heb wel te maken met een politieke realiteit en natuurlijk komt de winning erdoor, dat is nu al duidelijk. Maar dan zal ik aan de kant staan om te zeggen: Waar zijn we mee bezig? Op het uiteindelijke strijdveld zal ik ook zoveel mogelijk binnen proberen te halen, want dat is mijn taak hier. Er staan goede elementen in het rapport Meijer. We zijn het er over eens dat we het op academisch niveau moeten aanpakken en we zijn het er over eens dat er geld naar toe moet. Kijk, een wetenschappelijke commissie aanstellen die ecologische criteria opstelt aan de hand waarvan beoordeeld kan gaan worden welke economische activiteiten het gebied kan dragen, dat is fantastisch. Laten we dan als die commissie is opgericht, ook alle activiteiten beoordelen en niet nu gaswinning er alvast uithalen en uitvoeren. Dan speel je het spel eerlijk, nu is het een patstelling: Wil je geld voor de natuur of helemaal niks. Ik vind dat een oneerlijke keuze.’

Maar de gaswinning komt er door en er komt geld vrij voor economische en ecologische ontwikkeling van het gebied. Hoe kan je als tegenstander dan je standpunt tegenover de eilanders verkondigen?

Van Velzen: ‘Je praat over de eilanders als één groep, dat is natuurlijk niet zo. Ik kan prima aan een eilander uitleggen, na het debat, dat ik tegen gaswinning ben op dit moment. Maar ik schat in, dat ik na het debat zal moeten melden dat er inderdaad gas gewonnen zal worden, maar dat ik er wel zoveel mogelijk voor het gebied heb uitgesleept. Geld voor onderhoud van natuur, voor duurzame energie, voor duurzaam toerisme.

Ook gaat de technische vooruitgang erg snel en weten we over een jaar of tien veel meer dan nu. Niet alleen over de techniek en de bodemdaling, maar ook over duurzame energie in plaats van gaswinningen. Praten over gas winnen is praten over het verleden.’

Inhoud