publicatie

Tribune 3/98 Interview: Herman Bode

Interview

Herman Bode

Stel vakbondsveteraan Herman Bode één enkele vraag en wees voorbereid op een uitgebreide lezing over de geschiedenis van de arbeidersbeweging vanaf het begin van deze eeuw. Van Paars, flexibilisering en marktwerking krijgt hij geen warme gevoelens en met pijn in zijn hart beziet hij de versmalling van de FNV. "Als de vakbeweging geen structurele veranderingen meer nastreeft, conformeert ze zich automatisch aan het systeem. De bond heeft zich flink wat uit handen laten nemen."

"Vecht in ieder geval voor wat je waard bent"

"Wat de vakbonden begin jaren tachtig met de loonmatiging hoopten te bereiken, was het voorkómen van een verdere afbraak van de sociale zekerheid. Dat is echter allemaal heel anders gelopen. De politiek en de werkgevers hebben die loonmatiging dankbaar aangegrepen. De grote uitstroom van werknemers is wel tot stilstand gekomen, maar de loonmatiging heeft niet een zodanige uitbreiding van de werkgelegenheid opgeleverd, dat de wens voor betere financieringsmogelijkheden voor die sociale zekerheid is uitgekomen. Integendeel, de sociale zekerheid is juist afgebroken! De WAO is naar de markt gebracht en het marktmechanisme heb ik nog nooit anders zien uitwerken dan dat de sterken sterker worden en de zwakken zwakker. En de ziektewet? Daar is gewoon een grote streep door gehaald!

Aan het eind van de vorige eeuw heeft de vakbeweging zich heel breed opgesteld. Naast het werk in de bedrijven zelf, hadden veel bonden ook een eigen harmonie en een toneelvereniging en hield men zich bezig met sociale woningbouw en ziekenfondsen. Maar de maatschappij van vandaag ziet er anders uit. Ik denk niet dat er nu nog zo veel behoefte is aan een eigen vakbondsharmonie.

Het vechten voor goede arbeidsvoorwaarden is altijd een kernpunt van de vakbeweging geweest. Sommigen denken dat CAO's er vanzelf gekomen zijn, maar daar is heel hard voor geknokt. Betere lonen, kortere werktijden, langere vakanties, vakantietoeslag en natuurlijk werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen werden door de vakbeweging gezien als zaken die voor alle werknemers van Nederland geregeld moesten worden. Daarom konden ze het beste in wetten worden vastgelegd en zeker niet aan de markt overgelaten. Dat is het type vakbeweging dat mij bijzonder aansprak. Een beweging die niet alléén kijkt naar wat er in de arbeidssituatie zelf gebeurt. Maar als ik vandaag de dag om me heen kijk, krijg ik toch sterk het gevoel dat de vakbeweging zich te eenzijdig bezighoudt met de situatie in het bedrijf.

De vakbeweging had vroeger de doelstelling om de structurele weeffouten in onze maatschappij eruit te halen. Als wij meer willen doen dan alleen maar het helen van de wonden die door het systeem worden geslagen, dan zullen we moeten werken aan een verandering van de hele maatschappij. Op die basis is ook de oude grondslag van de FNV tot stand gekomen. Daarin werd bijvoorbeeld nog gestreefd naar arbeiderszelfbestuur. Maar in de nieuwe grondslag zijn heel wat zaken uit het oog verloren en heeft de vakbeweging zich flink wat uit handen laten nemen. In de gezondheidszorg stelt de vakbeweging niks meer voor. De uitvoeringsorganisaties van de sociale zekerheid die we samen met de werkgevers vormden, daar zijn we uitgeschopt. Ook de verbinding met de woningbouwcorporaties is verdwenen. Het stelsel van ziektekostenverzekeringen was de basis voor solidariteit tussen gezonden en zieken én tussen economisch sterken en zwakkeren. Ik heb lang en vaak gepleit voor een echte volksverzekering, maar er is nauwelijks strijd om gevoerd en we hebben het allemaal uit handen laten glippen. Je moet praktisch zijn, dat is zo. En het is waar: je vecht als vakbond tegen tegenstanders waarvan je weet dat ze sterker zijn, als het erop aankomt. Maar vecht dan in ieder geval voor wat je waard bent! Het gebrek aan verzet tegen de afbraak van de ziektewet, dat is voor mij werkelijk onbegrijpelijk geweest. Het ontstaan van voorrangszorg en privé-klinieken is een gevaar dat niet de economisch sterken bedreigt, maar juist diegenen die niet meer aan het arbeidsproces kunnen deelnemen: de zieken, werklozen en ouderen. Er is nu geen sprake meer van een eerlijke verdeling van de schaarse middelen in de gezondheidszorg. Er wordt gekeken naar waar het meest te verdienen valt.

Hoe meer de vakbeweging zich versmalt, des te meer zal ze overruled worden door de economische krachten. Des te meer zal ze daaraan ook moeten toegeven. Nu laat de bond zich al positief uit over bijvoorbeeld de flexibilisering van arbeid. Maar dat is toch een middel van de werkgever, om ervoor te zorgen dat hij zijn mensen alleen maar hoeft te betalen op momenten dat hij ze het hardst nodig heeft! Het is niet het belang van de werknemer, maar van de werkgever die nóg goedkoper wil produceren. Als de vakbeweging niet langer het uitgangspunt hanteert, dat er structurele veranderingen nodig zijn en zich neerlegt bij de gedachte van "och, alle experimenten van deze eeuw zijn naar de knoppen gegaan, we moeten het maar doen met de maatschappij zoals die is", dan conformeert ze zich automatisch aan dat systeem. Er wordt vaak verwezen naar de achterban. Die zou geen structurele veranderingen meer willen. Maar je hebt als leiding toch ook de taak om die achterban voor te houden hoe belangen tegen elkaar moeten worden afgewogen. Een vakbond kan geen scholen oprichten, maar we moeten wel bereid zijn een belastingstelsel te verdedigen dat het mogelijk maakt om een goed onderwijssysteem in stand te houden. Het doet pijn te zien hoe de vakbeweging dat nu van zich afschuift. Want het gaat in toenemende mate slechter en de klappen komen neer op de mensen die het zwakste staan in de maatschappij. Ik vind dat de leiders van de vakbeweging hun achterban daar nadrukkelijker op moeten wijzen en de krachten moeten bundelen. Niet alleen het hoogste loon beloven, maar ook ervoor strijden dat de zaken eerlijk en rechtvaardig verdeeld worden.

Dat mensen die daarvoor willen knokken zich niet meer door de bond vertegenwoordigd voelen, is niet nieuw. De vraag is dan of je binnen de vakbond blijft werken of wegloopt. Dat de vakbond zich in de jaren zeventig veel krachtiger ging opstellen is van binnenuit bereikt. Vandaar dat ik ook blij was te horen dat het SP-bedrijventeam "Solidair" een club is van mensen bínnen de vakbeweging. Dat soort bewegingen moet je hebben, want als je met een klein groepje blijft, krijg je niks voor elkaar. Dat geldt ook voor de politiek. Het is goed dat er kleinere, radicale groepen bestaan. Die houden de zaak op het goede spoor. Maar de echte veranderingen moeten voortkomen uit een grote beweging. Momenteel zijn er te weinig mensen binnen de PvdA actief om te proberen daar de zaak van binnenuit te veranderen.

Ik weet nog niet wat ik op 6 mei ga stemmen, maar ik weet al wel waar ik in ieder geval níet op ga stemmen. De PvdA hoort daar nog niet bij. Nóg niet. Ik vind dat Jan Marijnissen het geweldig doet en ik heb de laatste tijd ook veel voor de SP gedaan. Maar de SP komt de volgende keer niet in het kabinet. Wel in de Kamer, en dat is voorlopig haar rol. Dat paarse kabinet heeft nooit mijn liefde kunnen winnen. Ik krijg daar geen warme gevoelens bij. Wat mij betreft hoeft er ook geen Paars II te komen. Met de VVD in een belangrijke positie in het kabinet kun je het natuurlijk sowieso wel vergeten. Als er één politieke groepering in Nederland is die alle heil van de markt verwacht, dan is het wel de VVD. En met die markt is ook de kreet gaan gelden: "de maatschappij is niet maakbaar". Idioot, want dat wordt juist geroepen door degenen die hun positie te danken hebben aan beslissingen die hun ouders destijds namen. Die zagen bijvoorbeeld af van extra grote loonsverhogingen omdat ze de maatschappij wél maakbaar achtten en vonden dat er goed onderwijs moest komen. En uitgerekend hun kinderen beweren nu dat de samenleving niet maakbaar is. Kom nou!"

Herman Bode (72), voormalig NKV-voorzitter en na de fusie met het NVV vice-voorzitter van de FNV, kreeg het vakbondswerk met de paplepel ingegoten. Op zijn 14e werkte hij in een textielfabriek, daarna in de metaal waar hij ook zijn NKV-loopbaan begon. Sinds zijn pensionering dertien jaar geleden is hij nog steeds actief in het bedrijvenpastoraat en de strijd tegen armoede. Bode is ook bestuurslid van de Katholieke Universiteit Brabant.

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board
  • "Paars" zou volstrekt anders worden dan andere kabinetten. De schijnbaar onmogelijke combinatie zou zorgen voor ongekende politieke vernieuwing. Aan het eind van de rit zetten we op een rij wat de werkelijke uitkomst is. De plussen en minnen, uitgedeeld door het politieke team van de SP in Den Haag.
  • Interview: "Als wij meer willen doen dan alleen maar het helen van de wonden die door het systeem worden geslagen, dan zullen we moeten werken aan een verandering van de hele maatschappij," zegt vakbondsveteraan Herman Bode. Die inzet mist hij bij de tegenwoordige vakbeweging. "Daarom is het goed dat er kleinere, radicale groepen bestaan. Die houden de zaak op het goede spoor."
  • Campagnenieuws: Ze naderen nu snel, de Tweede-Kamerverkiezingen van 6 mei. Campagneleider Tiny Kox schetst hoe zijn partij ervoor staat. Kansen te over, maar ook de nodige voetangels en klemmen.
  • De Grondwet verbiedt het en de minister zegt dat het niet mag. Toch schiet overal de voorrangszorg uit de grond om zieke werknemers sneller hulp te bieden dan anderen. Werkgevers willen zo hun loondoorbetalingskosten drukken en ziekenhuizen werken daar beschaamd aan mee.
  • De kwestie: Privatisering NS.