Ons Pensioen
“Als mensen doorwerken hoeft de werkgever minder pensioenpremie te betalen. Het is het oude liedje. De bazen willen een groter stuk van de taart. Werkende mensen moeten inleveren. Geld. Vrije tijd. En liefst beide”, schreef toenmalig SP-Tweede Kamerlid Paul Ulenbelt in het pensioennummer van Spanning in 2009. Hij wees erop dat er al sinds 2000 vanuit de EU druk werd uitgeoefend om de pensioenleeftijd te verhogen.
Inmiddels moeten mensen inderdaad langer doorwerken en is hun pensioen veel onzekerder geworden. En dat terwijl pensioenfondsen meer dan 1.500 miljard euro in kas hebben. Ulenbelt becijferde vier jaar geleden dat er toen al genoeg pensioenvermogen was om de komende vijftig jaar alle pensioenen te kunnen uitbetalen, zelfs als er geen cent aan premie zou binnenkomen. Die pensioenfondsen haalden in 2019 maar liefst 18 procent rendement op hun investeringen, maar moeten doen alsof dat niet gebeurd is. En terwijl de pensioenleeftijd is verhoogd, zijn de kosten van de AOW als percentage van het nationaal inkomen niet hoger geworden dan pakweg dertig jaar geleden.
Net als bij veel andere politieke vraagstukken gaat het bij pensioenen eigenlijk niet om de vraag of er genoeg geld is. Paul Ulenbelt had gelijk en heeft dat nog steeds: de bazen waren en blijven gulzig. Zij willen meer taart. Hoe minder pensioenrechten voor ons, hoe beter voor hen. En hoe minder we ervan begrijpen, hoe beter.
In dit nummer van Spanning proberen we misverstanden, mythes en onduidelijkheden over ons pensioenstelsel bloot te leggen. En duidelijk te maken hoe ons pensioenstelsel in elkaar zit. Voor degenen die de politieke strijd willen aangaan voor een beter en zeker pensioen, valt er in ieder geval nog genoeg te halen.