publicatie

Spanning, april 2005 :: De koude douche van de directe democratie

Spanning • april 2005

Mooie woorden, weerbarstige praktijk

De koude douche van de directe democratie

Directe democratie, bestuur dichter bij de burger: net zoals (elke?) andere grote gemeente maakt ook Utrecht er werk van. Voorzitter Paulus Jansen van de plaatselijke SP-raadsfractie plaatst een aantal kanttekening bij de uitwerking in de praktijk, en komt met een zevental bouwstenen voor een betere invulling.

Tekst: Paulus Jansen

We hadden tot voor kort tien wijkcommissies van de gemeenteraad, die inmiddels zijn vervangen door halfjaarlijkse hoorzittingen van de raad in alle wijken. Maar we hebben daarnaast ook nog wijkraden, die een belangrijke adviserende rol wordt toegedicht, al zijn de leden niet gekozen maar bij elkaar gezocht. Het ambtelijk apparaat heeft tien vooruitgeschoven posten in de vorm van wijkbureau’s, ook weer bedoeld om de burger beter en dichter bij huis te bedienen. Dan zijn er nog wijkwethouders, wijkspreekuren, algemene wethoudersspreekuren, het recht van initiatief, het wijkbudget, het correctief én het raadplegend referendum. Mag wat mij betreft allemáál, als het ertoe zou leiden dat de betrokkenheid van de bevolking bij het gemeentebestuur vergroot wordt en het gemeentebestuur beter luistert naar haar inwoners. Helaas is daar (nog) geen sprake van.

Wijkraden worden nieuwe bestuurslagen die breed gedragen spontane bewonersinitiatieven juist hinderen.

Wat zijn de belangrijkste meetbare resultaten tot dusver? Tegenover de beoogde winst van decentraal, wijkgericht, dus hopelijk ook vraaggerichter werken, blijkt in de praktijk een aantal duidelijke nadelen te staan. Allereerst kost de versnippering van het ambtelijk apparaat over de wijkbureau’s extra geld aan bureaucratie. Ik schat dat de Utrechtse invulling van het wijkgericht werken al gauw tien miljoen euro per jaar extra aan overhead kost. Dat zit hem niet alleen in méér receptionistes en hogere kantoorkosten, maar ook in de toegenomen overlegkosten door het creëren van een extra ambtelijke tussenlaag.

Diezelfde versnippering zorgt ervoor dat de bereikbaarheid van de gemeente niet is verbeterd. Op de wijkbureau’s werken maar 15 tot 25 personen, van ieder specialisme zijn er maar één of twee. Dus zit de gemeente nu wel om de hoek, maar is degene die je nodig hebt er nooit. De wijkraden hebben de afgelopen twee jaar veel energie besteed aan discussies over competenties en faciliteiten, terwijl burgemeester en wethouders tot dusver slechts enkele van de tachtig uitgebrachte ongevraagde adviezen hebben overgenomen. Ook is de representativiteit van de raden heel verschillend: soms lijkt er sprake van een goede afspiegeling van de samenstelling van de wijk, vaak is dit ook twijfelachtig. In een aantal wijken blijken spontane bewonersinitiatieven juist gehinderd te worden door het bestaan van de wijkraden, die door het ambtelijk apparaat als nieuwe bestuurslaag en ‘de vertegenwoordiging van de bevolking’ gezien worden. Dat is vervelend, omdat die initiatieven vaak wél betrekking hebben op een breed ervaren probleem en daarom een groot draagvlak hebben.

En dan tenslotte het raadplegend referendum: klinkt leuk, maar de eerste en tot dusver enige praktische ervaring ermee was een koude douche. Voormalig oppositiepartij Leefbaar Utrecht heeft zich altijd heftig verzet tegen een megalomaan centrumplan rond het centraal station. Ze had ons aan haar zijde en won er bij de laatste verkiezingen 14 van de 45 zetels mee. Tijdens de collegeonderhandelingen bleek het afblazen van het plan politiek onhaalbaar, terwijl LU wel graag ging meebesturen. De oplossing voor dit dilemma: we houden een raadplegend referendum. Niet over de vraag moet er wel of geen megalomaan plan komen, maar over de vraag of dit plan 560.000 of 600.000 m 2 bouwvolume moet tellen (het oude plan mat 620.000 m 2 ). Dit staaltje bestuurlijke lafheid heeft ongeveer vijf miljoen euro gekost voor het uitwerken van alternatieven, drukwerk en peperdure 3D-presentaties.

Waarom hebben nog niet alle gemeenten een mailservice waarmee je je gratis kunt abonneren op gemeenteberichten over jouw wijk?

Daarmee kom ik op de vraag: hoe moet de directe democratie dan wél georganiseerd worden? Ik denk dat de overheid zich allereerst moet realiseren dat maar weinig mensen behoefte hebben aan inspraak over kerntaken in de uitvoerende sfeer. Die moet je gewoon goed uitvoeren! Het onderhoud van het publieke domein, de veiligheid op straat, de kwaliteit van de nutsvoorzieningen. Het zijn allemaal zaken waarvan je eigenlijk zou willen dat het zonder gezeur aan je kop goed gebeurt. Nu mag je op twintig manieren je mening geven en vervolgens verandert er niets. Repressieve tolerantie heette dat vroeger. In ieder geval kweek je daarmee frustraties, waardoor mensen zich op termijn afkeren van de overheid.

Wat moet er wel gebeuren?

Allereerst moeten individuele burgers en belangengroepen eenvoudig aan de informatie kunnen komen die voor hen van belang is. Een paar voorbeelden. De gemeentelijke informatie wordt in Utrecht verspreid via gekochte pagina’s in een huis-aan-huisblad, waarvan de bezorggraad in de praktijk rond de 70 procent ligt. Veel mensen krijgen dus de aanvraag voor een bouwvergunning om de hoek, waar ze misschien problemen mee hebben, helemaal niet te zien. Wij hebben voorgesteld om een 100 procent dekkend verspreidingssysteem via de Utrechtse supermarkten op te zetten. Dat bespaart ook nog eens een enorme hoeveelheid papier en geld.

Waarom hebben nog niet alle gemeenten een mailservice, waarbij burgers zich gratis kunnen abonneren op gemeenteberichten in hun wijk? Je stuurt een mailtje met je postcode en ontvangt vervolgens alle relevante informatie, selectief en op tijd. Een variant op deze aanpak zou de uitbouw van de provinciale risicokaarten op internet kunnen zijn

En waarom is er in Nederland nog geen informatieplicht aan omwonenden ingevoerd voor alle belangrijke vergunningaanvragen?

Tweede punt: zorg voor een waterdicht en transparant systeem voor het beantwoorden van brieven, het afhandelen van klachten en dergelijke. Onder transparant versta ik: de klager krijgt te horen wat er met zijn klacht gedaan is. De gemeenteraad krijgt een periodiek overzicht van de ontwikkeling van het aantal klachten, de afhandeltijden enz. Waarom kunnen wij in Nederland niet wat de gemeente New York wel lukt?

Derde punt: doe iets met goede tips en leer iets van klachten. Mijn ervaring is dat het gezonde verstand dat aanwezig is onder de bevolking, wat je ook terug ziet in vele meldingen die bij overheden binnenkomen, nauwelijks benut wordt voor de verbetering van werkmethoden. Iedere overheidsdienst zou structureel de respons uit de bevolking moeten analyseren, om daar iets van te leren.

Heel vaak wordt er helemaal niets gedaan met de inbreng in de inspraak

Vierde punt: geef mensen die zich willen inzetten voor een publiek belang de beschikking over laagdrempelige faciliteiten. De buurthuizen waar je vroeger zo kon binnenlopen als je iets wilde organiseren, vragen tegenwoordig commerciële zaalhuren, omdat een facility manager bij het gemeentelijke vastgoedbedrijf dat beter vindt. ’s Avonds vergaderen kan vaak niet, want dan is er geen beheerder aanwezig. Aan de andere kant heeft de gemiddelde wijkwelzijnsorganisatie in Utrecht wel vierhonderd man in dienst! Dat is dus de dood in de pot voor ieder initiatief van onderop!

Een belangrijke faciliteit is het spreekrecht in raadscommissies. Dat is een van de weinige instrumenten van directe democratie dat prima werkt, ook al staan er regelmatig 25 insprekers in de rij bij Utrechtse commissievergaderingen. In het kader van de dualisering gaan nu geluiden op om dit soort inspraak af te splitsen in afzonderlijke hoorzittingen en het aanbieden van petities in de marge van de raadsvergadering. Schandelijk! Je kan nu al voorspellen dat de mogelijkheden voor mensen om raadsleden rechtstreeks aan te spreken ernstig beperkt worden.

Vijfde punt: neem inspraak serieus. Als er van bovenaf georganiseerd met bewoners gesproken wordt, moeten de deelnemers achteraf kunnen zien dat hun inbreng enig effect gehad heeft. Hoe vaak komt het niet voor dat bij inspraak over beleids- of bestemmingsplannen het plan na inspraak letterlijk hetzelfde is als daarvoor? Zinloos!

Zesde punt: belofte maakt schuld. Afspraken moeten nagekomen worden. Het lijkt zo’n simpel principe, maar blijkt in de praktijk voortdurend geschonden te worden. Zo wordt er al jaren beweerd dat bij herstructurering uitgangspunt is: pas slopen als duidelijk is dat de vervangende nieuwbouw gaat starten. Bij tweederde van alle herstructureringslocaties valt er in werkelijkheid een gigantisch gat tussen sloop en nieuwbouw: terreinen liggen vele jaren braak, waardoor bewoners die erop gerekend hadden terug te kunnen keren afhaken. Triest!

En tenslotte: kappen met querulanten. Een zeker percentage van de initiatieven van onderop heeft een draagvlak ter omvang van één of enkele personen, die een broek aantrekken die enkele maten te groot is. Het zou erg verstandig zijn om zo weinig mogelijk tijd te steken in de eindeloze discussie met deze einzelgängers en deze tijd te besteden aan initiatieven die wél op breed draagvlak kunnen rekenen.