publicatie

Tribune 11/2008 :: Actueel :: Geestelijke gezondheidszorg ontwricht door marktwerking

Tribune, november 2008

Actueel

Geestelijke gezondheidszorg ontwricht door marktwerking

Ondanks een stralende zon en blauwe lucht, luiden zaterdag 25 oktober in congreshal Houtrust te Amersfoort honderden mensen de noodklok over de geestelijke gezondheidszorg. Een psycholoog: “In plaats van een specialiteitenrestaurant is de GGZ een McGGZ geworden, met een Happy Meal van vijf gesprekken.”

Tekst Maja Haanskorf

De invoering van het marktmechanisme holt de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) uit en reduceert behandelaars tot boekhouders en patiënten tot registratienummers. Dat beeld komt op niet mis te verstane wijze naar voren uit het onderzoeksrapport ‘De GGZ ontwricht’ dat de SP en de actiegroep Zorg Geen Markt in Amersfoort presenteren. Aan het onderzoek hebben 5400 mensen uit de GGZ meegedaan, 10 procent van het totale aantal zorgverleners. “Dat is een enorme opkomst”, zegt Ineke Palm, een van de samenstellers van het rapport. “Het maakt duidelijk dat er iets grondig mis is. Marktwerking is niet het medicijn tegen ondoelmatigheid en stijgende kosten, integendeel.” Dat weten de circa vijfhonderd aanwezigen ook, volgens Agnes Kant. “U snapt dat zorg geen markt is en behandeling geen product”, stelt ze in haar openingswoord. De GGZ is een breed werkveld. Het gaat over instellingen, maar ook over vrijgevestigde therapeuten en psychologen; om langdurige zorg, maar ook om een breed scala aan kortlopende behandelingen. Soms zijn problemen uiterst complex, soms eenvoudig. Het gaat ook over preventie, die in het huidige bestel het kind van de rekening dreigt te worden. “Ons preventieproject onder kinderen heeft uitstekende resultaten”, zegt een Rotterdamse preventiewerker. “Inmiddels is het team gehalveerd, want de financiering moet in het nieuwe stelsel uit de gemeentelijke pot komen. Daar concurreren we met lantaarnpalen.”

Duidelijk is dat alle zorgverleners last hebben van oprukkende bureaucratie, toegenomen werklast en een gekmakend systeem van controle en registratie. “Er is sprake van wantrouwen tegenover de hele beroepsgroep”, stelt een behandelaar getergd. “Ik wil best transparant zijn en vertellen wat ik doe, maar nu zit ik 40 procent van mijn tijd onzinnige formulieren in te vullen.”

Schijnvertoning

Luid applaus uit de zaal, waar een spandoek met de tekst DBC’s KLINKklare nonsens deze gehate registratievorm naar de prullenbak verwijst. De letters staan voor Diagnose Behandel Combinatie; hierin moeten volgens vaste richtlijnen de diagnose en behandeling van een patiënt worden vastgelegd. Plus de kosten ervan. Zonder een DBC vergoedt een zorgverzekeraar niet. Behalve dat het de behandelaar veel tijd kost om de gegevens digitaal aan te leveren, komt hiermee ook gevoelige informatie in handen van derden. “Ik word dagelijks gedwongen mijn beroepsgeheim te schenden”, stelt een therapeut. “Bovendien is het een schijnvertoning. Want wat ik volgens vaste protocollen invul, heeft niets te maken met de werkelijke problemen en behandeling van de patiënt. Die kun je nu eenmaal niet in een pasklaar vakje stoppen.” Waarom dan zo’n DBC? Omdat het dient als instrument om te onderhandelen over prijzen. Zowel zorgaanbieders als zorgverzekeraars moeten immers met elkaar concurreren. Minister Klink is persoonlijk aanwezig en stelt in zijn reactie op het rapport dat DBC’s “de transparantie van kwaliteit, prijs en doelmatigheid van de zorg verhogen”. Behandelaars moeten maar wennen aan dit “verdiend vertrouwen”. De klant moet de beste keuze kunnen maken.

Prijsafspraken

Uit het onderzoek blijkt echter dat patiënten niet zitten te wachten op keuzes, maar op goede zorg. Juist díé verdwijnt doordat er steeds minder tijd overblijft voor contact met patiënten.

Dus plegen veel behandelaars fraude, door een langere behandeling te claimen dan nodig is. “Dan zie ik mijn patiënt tenminste nog”, verklaart een behandelaar. En een vrijgevestigd therapeut zegt: “Ik verdom het aan de DBC’s mee te doen.”

Een ander stelt dat er van de beoogde eerlijke concurrentie helemaal geen sprake is. “Ik moet in mijn eentje onderhandelen met een moloch van een verzekeraar. Prijsafspraken maken met andere therapeuten is verboden, terwijl de verzekeraars dat onderling wel doen. Zij zijn de baas van de GGZ.” Ook instellingen kampen met financiële problemen. “Er wordt veel geleend”, verklaart een woordvoerder van GG-net uit Gelderland.

“Declaraties worden pas aan het eind van de behandeling betaald. Sommige instellingen ontslaan personeel of nemen geen nieuw personeel aan.”

Gapend gat

“Er zijn twee werelden ontstaan”, concludeert een psycholoog. “Aan de ene kant de werkelijke wereld van de behandelaars op de werkvloer en aan de andere kant een virtuele wereld van een managerselite, die handenvol geld verdient.” De zaal beaamt dit hartgrondig. “Onze eigen branchekoepels vertegenwoordigen ons niet meer”, meent een verpleegkundige: “We spreken twee talen.” Naast de kloof tussen uitvoerenden en managers, is er een gapend gat tussen de meeste politici en de werkvloer, in de woorden van Agnes Kant. Ze roept de aanwezigen op hun eigen koepels aan te pakken: “Dan pak ik de minister wel aan.”

Het keiharde geluid van de Electric Space Cowboys onderstreept de SP-eis voor een parlementair onderzoek en de oproep tot verdere actie.

De manifestatie ‘De GGZ spreekt’ is een initiatief van actiegroep Zorg Geen Markt, AbvaKabo FNV, CNV Publieke Zaak, NU’91 en de Unie Zorg en Welzijn. Meer info: www.zorggeenmarkt.nl. Aanmelden voor mailgroep: www.deggzlaatzichhoren.nl