publicatie

SP Tribune 10/2005: Interview met Dick Jol

Tribune 14 oktober 2005

Dick Jol ‘Als je als scheidsrechter een wedstrijd stillegt wegens spreekkoren, wordt er weer eens uitgebreid aandacht besteed aan een maatschappelijk probleem,’ zegt Dick Jol. Van Engelse supporters die het stadion afbreken tot spreekkoren gericht aan zijn eigen persoon; hij maakte het allemaal mee. Gesprek met een top-arbiter met oog voor ‘menselijke waarden’.

Tekst Frank Werkman

Foto's Suzanne van de Kerk

‘Je moet soms een daad stellen en een wedstrijd staken’

De laatste Nederlander die een Champions League-finale floot (in 2001), weet niet hoe lang hij nog actief blijft. ‘Ik bekijk het van jaar tot jaar. In 2004 heb ik een knieoperatie ondergaan. Was ik van juni tot oktober uitgeschakeld. Moesten een stukje kraakbeen en de buitenmeniscus in mijn linkerbeen worden verwijderd. Het was de eerste medische ingreep in mijn hele carrière als speler én scheidsrechter. Toch geen slechte score in 41 jaar voetballerij, nietwaar?’

Jol mag een opvallende persoonlijkheid worden genoemd in de sportwereld. De zoon van een Scheveningse visser schopte het tot de top als fluitist. Waarbij hij het niet geringe voordeel genoot dat hij ook de nodige ervaring als voetballer in zijn bagage meetorste. Jol reikte als spitsspeler tot het betaalde voetbal, maar merkte bij het Nijmeegse NEC dat hij het meer moest hebben van zijn inzet en werklust dan van zijn technische kwaliteiten.

Karakter en doorzettingsvermogen droegen er ook aan bij dat hij niet kopje onderging in de verwikkelingen rond zijn vermeende weddenschappen op wedstrijden in de eredivisie. Jol werd van alle blaam gezuiverd en zag zijn loopbaan als arbiter tot grote hoogte stijgen met de finale van het WK voor clubteams in Brazilië en de Champions League-finale in 2001. Al vóór die tijd had hij zijn reputatie in eigen land van nieuwe dimensies voorzien. Hij staakte in november 1999 wegens verbaal geweld de wedstrijd FC Twente – Feyenoord, en zette daarmee mede een trend.

Wat was de reden om die ontmoeting stil te leggen?

‘Er werden spreekkoren aangeheven met de tekst kanker-Jol. Dat was puur op de persoon gericht. In de wetenschap dat mijn vader aan die ziekte is overleden, kon ik dat niet tolereren. Bovendien, door dergelijke kreten door het stadion te laten schallen, raak je ook andere mensen die ermee te maken hebben.’

Maakt het verschil of je als individu zo wordt bejegend of dat een groep, de supporters van de tegenpartij bijvoorbeeld, wordt aangesproken?

‘Nee, het hoort allebei niet. Punt was wel dat ik duidelijk kon horen dat mijn naam erbij werd betrokken. Dat is in andere situaties niet altijd helder waarneembaar. Wel bijvoorbeeld toen Louis van Gaal ook zo schandelijk werd aangevallen, net nadat zijn vrouw was overleden. Je moet in deze gevallen als scheidsrechter een daad stellen. Staken dus.’

Heb je wel eens definitief een wedstrijd gestaakt om deze redenen?

‘Dat is nooit gebeurd.’

Maar heeft het stilleggen dan wel zin, als er toch weer wordt doorgespeeld?

‘Je geeft in elk geval een signaal af. Er wordt weer eens uitgebreid aandacht besteed aan het gegeven. Een maatschappelijk probleem. Heeft te maken met de verharding en vergroving van het leven. Normen en waarden zijn ontzettend vervaagd. Er mag veel worden gezegd en geschreven, maar wat mij betreft zijn daar toch grenzen aan. Met de tolerantie houdt het eens op.’

Waar liggen dan de grenzen?

‘Moeilijk exact aan te geven. Je moet zoiets ook aanvoelen. De vrijheid van meningsuiting is een mooi goed. Maar er kan een moment komen dat anderen het niet meer accepteren. Dat heeft Theo van Gogh ervaren. Maar was Van Gogh een racist? Ik heb begrepen dat hij kort voor zijn dood ook bezig was met een project voor allochtonen. Hij was, denk ik, eerder een provocateur. Iemand die zijn meningen en standpunten stevig verwoordde om misschien een bepaalde actie op gang te brengen. Paul de Leeuw doet dat anders. Die zegt ook alles, maar doet dat met veel humor. Maar je moet ook rekening houden met menselijke waarden.’

Doe jij dat als scheidsrechter ook?

‘Ik probeer me altijd optimaal voor te bereiden op de wedstrijden, de clubs die er bij betrokken zijn en de spelers. Zo heb ik eens Paul Bosvelt in de tunnel naar het veld aangesproken kort nadat zijn vader was overleden en hem mijn condoleances aangeboden. Ik nam me voor tijdens het spel zo veel mogelijk rekening te houden met de gemoedsgesteldheid van hem. Dat 'ie anders zou kunnen reageren dan normaal. Een ander geval was Johnny Bosman, die zijn zoontje had verloren en toch snel weer speelde. Of Lex Schoenmaker, wiens zoon net een ongeluk had gehad. Dan tracht je je als arbiter in te leven in hun gevoelsleven, zonder overigens dat dit je beoordelingsvermogen bij overtredingen écht mag beïnvloeden.’

Je hebt in het buitenland wel ooit een wedstrijd definitief gestaakt, Ierland – Engeland in Dublin in 1995.

‘Ja, maar dat was een gevolg van wangedrag van de Engelse supporters. Die braken het stadion af. Kijk, dan kun je natuurlijk niet verder. Er zijn al genoeg rampen gebeurd op zo’n manier, neem het Heizeldrama van 1985 maar, met tientallen doden.’

Ook toen al was er agressie op en rond de velden. Zal dat ooit veranderen?

‘Onlangs werd bekend dat er in Nederland een dalende lijn is te zien in vandalisme en ander wangedrag. Maar of zich dat doorzet, vraag ik me af. Het leven op straat is er de laatste jaren op achteruit gegaan. Mijn moeder van 82 durft in haar eentje de boulevard in Scheveningen niet meer op. Geert Wilders en Ayaan Hirsi Ali krijgen extra bescherming. Dat mag. Maar de grijze generatie verdient dat ook. Die mensen hebben door hard te werken onze maatschappij mogelijk gemaakt. Gezorgd dat wij het zo goed hebben. Laatst waren hier bij mij in de straat drie dagen opnamen voor de film Zwartboek van Paul Verhoeven. Het was de eerste keer dat ik de wijkagent zag in die vijftien jaar dat ik hier nu woon. Hij was er al die tijd bij. Ik zei nog tegen hem: jij hebt twee kwaliteiten: je bent of te laat of je bent net weg. Vond 'ie niet leuk. Maar het is wel een feit.’

Is dit soort voorvallen de reden waarom je in de politiek bent gegaan?

‘Mede. Ik was bij de vorige raadsverkie-zingen lijstduwer voor de Politieke Partij Scheveningen. Onlangs heb ik weer contact gehad met de partijleiding. Binnenkort gaan we weer praten over de kandidatenlijst. Ik heb meer tijd nu ik internationaal minder fluit. Ik sluit niet uit dat ik nu inderdaad echt iets in de gemeentepolitiek ga doen. In Scheveningen, mijn thuishaven, kan nog wel het nodige worden verbeterd.’

Wat bijvoorbeeld?

‘De onveiligheid bijvoorbeeld. Er wordt één keer per jaar een politierazzia gehouden om misstanden te signaleren en aan te pakken. Onvoldoende. Je moet elke dag klaar staan. Preventief te werk gaan. Alleen dan lukt het om criminaliteit in te dammen.’

Even terug naar het voetbal. Staatssecretaris Ross heeft gezegd dat er meer aandacht en geld moet worden besteed aan de opleiding van arbiters. Wat vind jij daarvan?

‘Ik heb er verder niets meer van gehoord. Er wordt door de politiek ook gezegd dat de jeugd meer aan sport moet doen. Is gezonder. Maar je kunt jongeren niet dwingen. Als ze liever in de patatzaak zitten en achter hun Playstation, is dat hun keus. Ze hadden in het onderwijs niet zó veel moeten bezuinigen dat er leraren lichamelijke opvoeding weg moesten. Twee keer in de week gym, wat is nou lekkerder? Vogelnestje maken en een reis om de wereld. Dat waren toch leuke dingen? En wat sporten en een potje honkbal buiten zijn toch gezond?’

Doe jij in dit kader nog iets opvoedends?

‘Ik ben sinds een jaar of vijf Haags sportambassadeur, net als onder meer Richard Krajicek en Raymond van Barneveld. Dan ben je bij bepaalde gemeentelijke projecten betrokken. Daar verleen je dan je naam aan, waardoor het gemakkelijker wordt om geldbronnen aan te boren voor activiteiten voor vooral de jeugd. Verder ben ik actief bij de nodige goede doelen.’

Wat zoal?

‘Bijvoorbeeld de stichting Fishing Dutchman. Laatst ben ik met een zieke en een gehandicapte jongen in een rolstoel naar de Kaapverdische Eilanden geweest. Zijn we met die knapen gaan Big Game vissen. Prachtige ervaring voor hen natuurlijk. Daar doe je veel goeds mee. Ik ben voorts betrokken bij de actie Spieren voor Spieren , in samenwerking met de Richard Krajicek Foundation. Die creëert speelgelegenheden voor kansarme jongeren. Verder ben ik bezig met Right to Play van Johann Olav Koss, de oud-wereldkampioen schaatsen.’

Houd je nog tijd over voor de voetballerij?

‘Aan die dingen die ik noemde, gevoegd bij activiteiten voor de stichting Haags amateurvoetbal (SHAV) en De Voetbalkrant, ben ik per week zo’n tweeënhalve dag kwijt. Ik ben dus lekker bezig. Ik was verder naast het fluiten ook nog als trainer actief. Het laatst bij de A1-junioren van Quick in Den Haag. Maar nu doe ik op dat vlak even niets. Ik ga binnenkort bij de KNVB praten over een eventuele rol in de toekomst als mentor, coach en begeleider van jonge scheidsrechters. Daar zie ik wel wat in. Wie biedt je een baan als je 55 jaar bent?’

Kun je van de scheidsrechterij leven?

‘We krijgen 1300 euro voor een wedstrijd. Dat is in de CAO bij de KNVB zo geregeld. Je bent als arbiter dus semi-prof. Ik denk dat we wel toe moeten naar volledig betaalde fluitisten. Je moet er tenslotte heel veel voor doen en voor laten. Ik train vier keer in de week. Bovendien hangen van jouw beslissingen soms miljoenen af. Het is dus belangrijk dat je er optimaal mee bezig bent. Dat kan eigenlijk alleen als je helemaal niets anders aan je hoofd hebt.’

Dankzij pionierswerk van je oud-collega Jaap Uilenberg mag jij als 49-jarige nog steeds voetbalwedstrijden op het hoogste niveau fluiten. (Uilenberg zorgde er via een rechtzaak voor dat Nederlandse arbiters als enigen in de wereld geen pensioengerechtigde leeftijd meer hebben – red.). Toch zijn internationale wedstrijden er niet meer bij voor je. En volgens het beleid van de KNVB mag je evenmin klassiekers tussen Ajax, PSV en Feyenoord fluiten. Mis je dat?

‘Ja, zeker. Kijk, er staan zeven man op de internationale lijst. Roelof Luinge en ik vallen door onze leeftijd af voor de Nederlandse klassiekers. Maar ik vind, dat je de topduels moet laten leiden door scheidsrechters die op de ranking daarvoor in aanmerking komen, met andere woorden: de beste scheidsrechters op de beste wedstrijden. En daar behoor ik nog steeds toe. Er zijn toch ook geen trainers die in een belangrijke wedstrijd hun twaalfde en dertiende man opstellen als iedereen beschikbaar is?’

En de wedstrijden in het buitenland?

‘Ja. Ik heb in Sofia eens Levski – CSKA gefloten. Mocht een Bulgaar niet doen vanwege de belangen. Mooie ervaring. Ook in 2002 in Japan geweest voor drie maanden. Eveneens boeiend. Maar die drie dagen rond Europa Cupwedstrijden, die mis ik het meest. Dat is een enorm circus. Al

die media-aandacht. Prachtig. En jij bent toch degene die alles in goede banen moet leiden. Dat geeft een kick.’

Wel eens een omkooppoging meegemaakt?

‘Nee. Het gebeurde wel dat je bij aankomst door iemand werd ontvangen, die je dan vroeg of je ergens speciale belangstelling voor had. Zei ik: we zijn met zijn vieren. Maar niet nu, pas na de wedstrijd. Verloor die ploeg met 1-0. Zag je nooit meer iemand terug. Overigens word je de laatste acht jaar niet meer door een clubfunctionaris opgewacht op het vliegveld, maar door een vertegenwoordiger van de scheidsrechtersorganisatie van het land waarin de club speelt. Dat maakt de kans op beïnvloeding een stuk kleiner.’

Je staat nu niet meer zo zeer in de schijnwerper. Je blijft toch gemotiveerd?

‘Natuurlijk. Je blijft er bij horen. Ik houd nog steeds zo’n twintig praatjes per jaar voor businessclubs en amateurverenigingen. Gewoon voor de vuist weg een babbeltje van vijftig minuten over een actueel thema. Besloten met een paar videobeelden van scheidsrechters die bijzondere dingen beleven. Bloopers? Ja, inderdaad. Of ik daar zelf in voorkom? Nee, natuurlijk niet. Hahaha.’

Dick Jol werd op 29 maart 1956 in Scheveningen geboren. Toen hij als voetbalscheidsrechter begin jaren negentig naam begon te maken, werkte hij als magazijnchef, nadat hij eerder banen had gehad als brood- en banketbakker, bijrijder, opperman in de bouw, bedrijfsleider in de horeca en matroos op de binnenvaart.

Hij voetbalde als amateur bij SVV Scheveningen, VIOS en RVC en als (semi-)prof in België bij SC Menen, Berchem Sport en Kortrijk en in Nederland bij NEC. Zijn debuut als fluitist maakte hij in 1985 bij DEVJO 7 – Maasdijk 12. In 1990 kwam hij op de nationale C-lijst, een jaar later in de ‘B’ en in 1992 belandde hij in de A-categorie.

Vanaf 1993 stond Jol negen jaar lang op de internationale lijst van arbiters. In 2001 leidde hij de finale van het Champions League-toernooi tussen Bayern München en Valencia. In 2000 was hij arbiter bij het WK voor clubteams in Brazilië en floot hij de finale. In 1996 raakte hij in opspraak vanwege een vermeend weddenschapschandaal. Hij verweerde zich met succes, en kon zijn loopbaan als scheidsrechter voortzetten. Volgens Jol is Charles Corver (onder andere WK 1982) de beste Nederlandse scheidsrechter aller tijden.

Inhoud

  • ‘Verbouwing? Ik zie alleen maar een grote slopersbal.’ Dat zegt Jan Marijnissen over de maatregelen van het kabinet. Tijdens de algemene beschouwingen ging de SP-voorman er als vanouds weer vol in. ‘Ik denk dat dit kabinet wel degelijk goed luistert.’
  • Een jaar lang trok Jan Marijnissen een week per maan het land door. Met een druk programma bezocht hij mensen, bedrijven en instellingen in alle provincies. Op 3 september was het de beurt aan Jan om gastheer te zijn. Mensen die het afgelopen jaar had gesproken, waren uitgenodigd voor een tegenbezoek aan de Tweede Kamer.
  • Europa gaat te snel. Europa gaat te ver. Dat waren in Nederland en Frankrijk de argumenten om tegen de grondwet te stemmen. Toch dendert de EU-trein vooralsnog gewoon door. Harry van Bommel ziet uit naar de brede maatschappelijke discussie over de toekomst van Europa.
  • Interview Dick Jol: ‘Soms een daad stellen en de wedstrijd staken.’
  • De adembenemende waarheid over een atoomspion
  • Jong in de SP: Elien Postma.
  • Column Jan Marijnissen: Terug van weggeweest.